Vakantieboodschappen deel 2: La bassine á confiture, ofwel een echte jampan.

mirabellenjam

Het Foodbloggersevent gaat deze maand over de vakantieboodschappen. Dus bloggen over wat je zoal van vakantie mee naar huis sleept: bijzondere kazen, conserven, of misschien wel dat ene ding-wat-je-altijd-al-wilde-hebben-maar-in-Nederland-niet-kopen-kunt. Ik schreef al een artikeltje over de wonderbaarlijke schaal die we op een vlooienmarkt in Echternach kochten. In het weekende zal ik de schaal gaan gebruiken. Nu eerst even over een andere vakantie-aankoop, een koperen jampan, ofwel een ‘bassine á confiture’. Misschien zijn ze in Nederland wel te koop, maar ik ben er nog nooit een tegen gekomen. In Luxemburg, Belgie, Frankrijk en Duitsland is men, zeker op het platteland, nog veel bezig met het conserveren van groenten en fruit. Op dit moment is het echt Oogsttijd en de winkels liggen dan ook vol met allerlei attributen die je daarbij nodig kan hebben. Van glazen potten tot volautomatische sapketels, het ligt gewoon in iedere supermarché in het schap. Tegen schappelijke prijzen ook nog. Ik kocht de pan in een kleine supermarché in Montmedy, Noord Frankrijk. Een kleine supermarché, maar wel voor een groot voorzieningengebied. (Ze verkochten er zelfs diepvriezers, wasautomaten en hogedrukspuiten om maar wat te noemen. En dat alles op een paar vierkante meter!)

Maar goed, over de confiturepan: ik wilde al jaren zo’n pan. Vooral omdat ik ze zo mooi vind. Stoer ook wel. Zo’n pan gebruik je niet om twee potjes jam te maken. Deze pannen zijn voor serieuze hoeveelheden, (doorsnee 38 cm). “Het Handboek keukengerei”, Susan Campbell, Elsevier 1982, zegt over deze pan;

Een jampan moet groot zijn omdat kokende jam erg borrelt.Het is dus niet zo economisch om kleine hoeveelheden jam te maken. Deze pannen zijn breed en niet al te diep, waardoor verdamping wordt bevorderd. Voor een juiste warmtegeleiding zijn ze vaak van koper. Dat geeft bovendien het fruit een heldere kleur, speciaal kruisbessen die mooi groen blijven, maar grauw worden in een aluminium pan.

Ik kocht er meteen maar een flinke lading jampotjes van La Parfait bij. Nu het fruit nog en dan kan het grote werk beginnen.

© ellen.

Mirabellenjam…

mirabellenjam

We waren zondagmiddag nog maar nét thuis van vakantie of de Keizer van Monera kwam op bezoek. Blij dat we weer thuis waren. Alle vakantieboodschappen lagen nog her en der te slingeren, maar Gerard pikte er feilloos de nieuwe koperen jampan uit. “Wat un skôn pan. Dé is zeker om jam te maken”? “De mirabellen zijn rijp, ik zal een zèkske brengen van de week”. Zo gezegd, zo gedaan, gisteren kwam Gerard met 2 kilo mirabellen en 2 kilo blauwe pruimen. De mirabellen zijn het meest kwetsbaar dus die heb ik gisteren meteen verwerkt. De blauwe pruimen komen vandaag aan de beurt.

Mirabellen, ook wel Kroosjespruim genoemd, zie je niet vaak in Nederland. In Luxemburg daarentegen is de mirabel zowat de nationale vrucht. Paul schreef al eens over de mirabellen van Fons

Ik besloot deze mirabellen zo simpel mogelijk te verwerken: gewoon jam volgens de snelle methode. Een paar regels voor het maken van jam:

  • gebruik alleen gave vruchten
  • was de potten uit in de vaatwasser en spoel ze na met kokend water
  • zet de potten daarna omgekeerd op een schone doek
  • zet de potten als je ze gevuld hebt even omgekeerd op het werkvlak
  • bewaar de jam op een koele, donkere plaats

Mirabellen zijn erg klein en gewoon ontpitten zoals bij grote pruimen gaat bijna niet. De kersenontpitter bleek een uitkomst, de pitjes lieten zich met dit simpele apparaat prima verwijderen.

kersenontpitter

Na het uitzoeken en ontpitten van de vruchtjes hield ik 1500 gram vruchtvlees over. Ik gebruikte 1000 gram geleisuiker, de ‘snelle methode’ dus.

Doe de de ontpitte vruchten in de pan en voeg de suiker toe. Breng onder voortdurent roeren de vruchtenmassa aan de kook en laat vier minuutjes doorkoken. Schep het schuim af en vul de schone potten met de jam. Sluit de potten en zet ze even onderstboven.

© ellen.

Vakantieboodschappen deel 1

flohmaart Echternach

Je ziet wel beste lezer, dat internet is hier nog steeds niet alles. Soms is er even verbinding, soms dagen niet. Vandaag waag ik maar weer eens een poging om “even bij te praten” én om je dit bijzondere ding te laten zien.

Wij hebben deze week onze vakantie even onderbroken om een klein feestje te vieren in Nederland. Ik zal daar later nog over schrijven. Inmidddels zijn we weer terug in Luxemburg en zijn ook Ans, Hijn, Titus, Ryan, Jeanne en Nanouk hier aangekomen. Zij starten hier hun rondreis door Frankrijk. Zaterdagavond hebben we samen gegeten bij het Portugese restaurant Ribatejo in Wandhaff. (Ik at er heerlijke Poulpo met nieuwe aardappeltjes en uien.) Gisteren gingen we samen naar een vlooienmarkt in Echternach, Flohmaart heet dat hier. En daar vonden we dit prachtige stukje keukengereedschap!

Ik kreeg een mailtje van Edith. Zij organiseert deze maand het Foodbloggersevent en koos als thema de vakantieboodschappen. We gaan dus bloggen over wat je zoal van vakantie mee naar huis sleept: bijzondere kazen, conserven, of misschien wel dat ene ding-wat-je-altijd-al-wilde-hebben-maar-in-Nederland-niet-kopen-kunt. Een leuk thema. Wij nemen altijd kratten vol bijzondere dingen mee naar huis en, mooier kon het niet uitkomen, gisteren vonden we op die vlooienmarkt in Echternach dit prachtige stukje keukengereedschap. Altijd al willen hebben, onmisbaar in de keuken! Je kunt er geweldig lekker mee koken! En dat slechts voor drie euro!

Ik kan het hier op de camping helaas nog niet gebruiken, maar jullie snappen natuurlijk meteen waar dit keukengereedschap voor dient!?

Nou ja, wordt vervold dus!

Groetjes uit Luxemburg!

© ellen.

Luxe rozijnenbollen uit de Schlemmertopf…

pasen 2010, krentenbollen in de Schlemmertopf

Piet had iets nieuws gezien in Duitsland; een nieuwe hype zelfs, vertelde hij enthousiast. Een Schlemmertopf, een stenen vorm om broodjes in te bakken. Ik mocht de ‘pan’ wel even uitproberen, zei Piet. Paul en Piet hadden een levendige discusssie over stenen vormen enzoverder. Maar ik moet eerlijk zeggen dat het hoe-en-waarom van deze stenen bakvorm mij even ontgaan is. Maar het ding staat al een paar weken hier in huis en ik besloot er vandaag maar eens een paar rozijnenbollen in te bakken. Een mooie vorm, dat wel. Het recept voor het deeg is een beetje van Lien, een beetje van mijzelf. Bijzonder geslaagd, de broodjes waren in mum van tijd op. Het bakte ook wel mooi in zo’n stenen vorm. Maar vooral het kneden met/door mijn nieuwe keukenmachine was een aangename ontdekking. Het was nog een beetje aftasten vandaag; “kan zo’n machine dat wel?” “Hoe lang moet dat”. “In welke stand?” Ik moet zeggen dat het Machien mijn stoutste dromen overtrof. Het kneed beter dan ik zelf kan. Voorlopig een tien voor het Machien!

  • Voor 9 of 10 rozijnenbollen;
  • 500 gram bloem
  • 225 gram melk
  • 3 theelepels droge gist
  • 70 gram boter
  • 1 ei
  • wat zout
  • 40 gram suiker
  • 1 eetlepel rasp van sinaasapelschil
  • 250 gram rozijnen
  • 50 gram krenten (ik had er niet meer, Lien schrijft 100 gra krenten
  • 2 eetlepels bigarreaux, in kleine stukjes gehakt
  • 1 losgeklopt ei

Verwarm de melk en de boter tot de boter gesmolten is. Meng dan het ei, gist en de bloem door het lauwe melk/botermengsel. Voeg suiker, zout, sinaasappelrasp toe. Roer dit door elkaar tot je een mooi deeg hebt.. Laat het deeg onder een doek een half uur staan.

Kneed het deeg dan mooi soepel (in de machine of met de hand).

pasen 2010, krentenbollen in de Schlemmertopf

De rozijnen, krenten en bigarreaux moet je er wel even met de hand doorwerken, als je dat de machine laat doen worden de rozijnen verpulverd. Laat het deeg in een ingevette en afgedekte kom 45 minuten rijzen.
Verdeel het deeg in gelijke bolletjes, in leg die in de ingevette Schlemmertopf. Als je die niet hebt leg je de deegbolletjes op een met bakpapier bekleedde bakplaat, en laat ze nogmaals rijzen, ongeveer 1 – 1,5 uur.
In mijn Schlemmertopf kunnen 7 bolletjes tegelijk gebakken worden. Ik hield dus nog een beetje deeg over. Daar vormde ik gewone ordinaire bollen van.
Bestrijk de deegbolletjes met losgeklopt ei en bak ze in een voorverwarmde oven ongeveer 20 minuten op 200 graden.

Mooi op de Paasontbijttafel!

© ellen.

Mosterdsoep…

mosterdsoep

We trokken in het weekend een mooie bouillon van een kip die bij leven en welzijn heel tevreden moet zijn geweest. Maar het kwam er niet van om er daadwerkelijk kippensoep van te maken, Ellen had andere plannen met het vlees. Ik heb de bouillon op maandag dan maar gebruikt om er mosterdsoep van te maken. We kochten tijdens ons korte bezoek aan Arcen een pot ambachtelijke mosterd bij Graanbranderij De Ijsvogel, vandaar…

  • 1 1/2 liter bouillon,
  • olijfolie,
  • 100 gram ontbijtspek
  • 1 ui,
  • 60 gram bloem,
  • 3 forse eetlepels mosterd,
  • peterselie,
  • peper en zout.

Breng de bouillon op temperatuur, maar zorg dat-ie niet kookt. Snipper de ui en bak die in olijfolie glazig, samen met het in dobbelstenen gesneden spek. Stort dan de bloem erbij en roeren, roeren, roeren. Als de bloem gaart, aankleurt en een kompakte massa vormt met ui en spek dan de bouillon scheut voor scheut toevoegen en blijven roeren. Krijgt de soep zijn consistentie dan mag de mosterd erbij. En natuurlijk weer roeren. Laat het geheel enige tijd zachtjes doorpruttelen. Afmaken met gehakte peterselie en eventueel peper en zout.

Hetr recept heb ik deels afgekeken bij de IJsvogel, maar het dan toch weer zo veranderd dat het uiteindelijk mijn recept is geworden.

Het bord is nieuw (nou ja, nieuw?). Peter vond er twee van op een vlooienmarkt, samen met één plat exemplaar. Hij herinnerde zich het Lunéville artikel en schroomde zich niet om ze meteen aan te schaffen. Vandeweek kwam hij ze ons schenken. De diepe borden hebben een pracht-blauw motief, maar dat zie je even niet, het zit onder de soep…

© paul

Nieuwe keukenmachine…

nieuwe keukenmachine

Ze zat er al weken op te wachten, ze was het zo zoetjes aan zat. Binnen vijf werkdagen leveren, dat was de afspraak. En de spullen waren al in het oude jaar besteld. “Dat komt nooit meer goed.” zag ik haar denken…

Maar vanochtend was het dan toch zo ver. Er reed een busje voor en een kwiek mannetje in de oranje-bruine TNTkleding sprong eruit. Hij bezorgde de levering. Ik zei hem snel dat hij op dit moment waarschijnlijk de meest welkome man van Nederland was. Hij mocht er hartelijk om lachen. Zijn dag kon niet meer kapot…

De dag van Ellen ook niet. Als een klein kind zo blij. De twee pakketten werden op de keukentafel gezet. Een soort verlate pakjesavond, daar leek het op. Het uitpakken ging met veel zorgvuldigheid, je zou eens wat beschadigen. De dozen en het tempex werden verwijderd en in een hoek gesmeten. De inhoud overtrof alle verwachtingen. Onze nieuwe keukenmachine en een staafmixerset. Uitgevoerd in sprankelend rood, mat chroom en glanzend staal. kMix van Kenwood.

En zeg nou zelf, het ziet er toch prachtig uit, nietwaar? Mooi én sterk. De machines hebben allebei ruim voldoende vermogen. In ieder geval ruim voldoende voor het doel waarvoor wij ze gaan gebruiken. En het hele spul is degelijk uitgevoerd. Wij zijn trots!

Ellen SMSte me zojuist dat ze de mixer van hullie heeft besteld. Ze had nog wat over van haar kerstgratificatie.

nieuwe keukenmachine nieuwe keukenmachine

© paul

Faience de Lunéville…

bordjes 008

We waren nog bloedjong en alles moest modern zijn. Zo gaat dat. Waarom we alletwee onmiddellijk vielen voor het faience uit Lunéville weet ik nog steds niet zeker. Waarschijnlijk was het de integere klassieke stijl, gepaard aan de wat primitieve beschildering.

Bij de toen nog ietsje belegen kookwinkel Hoyng aan de Markt in Eindhoven verkochten ze allehande spullen uit Lunéville, tegen weggeefprijzen. Het betrof namelijk “misbaksels” van de keramiekfabriek Keller et Guérin. Het zat hem vooral in de schilderfoutjes op het aardewerk. Allemaal handwerk, die decoraties. Er ging dus wel eens iets scheef.

Zeker in die tijd stegen de prijzen van het Lunéville-serviesgoed ver boven onze begroting. En ook nu peins ik er niet over om iets aan te schaffen tegen nieuwwaarde. Het spul is peperduur.

Maar goed, zoals gezegd gingen de misbaksels de deur uit tegen weggeefprijzen, en zelfs wij waren in staat een en ander aan te schaffen. We kochten een mooie koffiepot met een bolle buik, grote Franse koffiekoppen. borden en bordjes en een paar schalen. We gingen het meteen gebruiken, met als gevolg dat er van die eerste spullen niet zo gek veel is over gebleven. Het is stevig aardewerk, maar tegen gooi- en smijtwerk is het niet bestand.

Intussen zijn we een stuk zuiniger op onze spullen. We kopen nog regelmatig wat bij. In Frankrijk, en met name dan in de Vogezen vind je her en der verkooppunten van misbaksels. En op vlooienmarkten in Luxemburg en Frankrijk kan ik het niet laten om even het serviesgoed door te nemen. Bovenstaand bordje is zo’n vlooienmarkt exemplaar. De sporen van de tijd zijn erop af te lezen en dat maakt het extra aantrekkelijk. Ons “nieuwere” serviesgoed zie je terug bij het faience-artikel op Wikipedia. (Of op enkele van de talloze foto’s van dit web-log.)

Overigens, wanneer iemand thuis van deze spulletjes heeft en ze staan in de weg: er valt met ons altijd te onderhandelen. (Let wel: het gaat ons dan om dit type aardewerk. Keller et Guérin hebben in het verleden nogal wat monstrueuze zaken in de wereld gezet. En daar zitten we dan weer niet op te wachten…)

Luneville Keller et Guérin

© paul

De nieuwe rasp…

mosselen 026

Al weer tijden geleden vertelde ik je over onze zoektocht naar het ideale kaasmolentje. Ik heb het niet gevonden…

Dat hele mooie metalen exemplaar is vooral geschikt als keukensierraad. En die van Tupperware voldoet behoorlijk, tot de kaas echt hard wordt. Dan komt ook die in de problemen. Dan waren er nog een paar schaven die je in de hand houdt. In kookprogramma’s op de televisie zie ik daar de culi-sterren altijd driftig mee in de weer. En dat gaat ook aardig zolang je niet meer dan wat flintertjes over je gerecht wilt raspen. Maar wat te doen als je kaas al aardig hard aan het worden is en je toch een grote hoeveelheid hebben wilt?

We gebruiken uiteindelijk dan toch maar de gewone rasp. Vooral bij ingedroogde Parmasaanse of kontjes hard geworden Goudse vergt het enige behendigheid om te voorkomen dat je je vingers meeraspt, en moet je erg hard drukken dan wordt je gereedschap instabiel en loop je de kans dat apparaat en kaas door de keuken zeilen.

Onze laatste vakantie bracht ons weer eens in de Moeselsstad Trier, altijd aangenaam voor een dag vertier. Oudste stad van Duitsland, ooit voor korte tijd hoofdstad van het Romeinse Rijk, en niet te vergeten, Karl Marx werd er geboren.

Ergens aan de Grote Markt heeft de prestigieuse keukenhulpfabrikant WMF een ramsj-winkel ingericht. Ze verkopen er hun doorgaans peperdure restanten voor normale-mensen-prijzen. Altijd leuk om even binnen te wippen.

We vonden er de rasp van de foto. Zoals je ziet is het apparaat kegelvormig. Er zit een grote knop op die het je makkelijk maakt om het ding te fixeren. Je gaat er gewoon met je gewicht op hangen. Onder zit een rubberen rand die zorgt dat de zaak niet aan het schuiven gaat. Er zitten drie fucties aan het ding: een fijne rasp om bijvoorbeeld citroen te raspen, of gember, of mierikswortel. Een grovere voor onder anderen de kaas en dan nog een een hele grove voor de wortel, komkommer, aardappel. Het ding is ongeveer vijfentwintig centimeter hoog. We betaalden er veertien euro’s voor.

We gebruiken hem intussen al enige tijd en we zijn ronduit tevreden. Hier gaan we nog een hoop plezier aan beleven…

© paul

Een gezond tussendoortje

appel

“Een gezond tussendoortje”, ik begin al te steigeren als ik dat hoor. De grootverkoper bedoelt dan meestal een of andere ‘snack’ in de vorm van een muffige veel te zoete reep met granen en fruit, of, ook erg, in plastic verpakte, veel te zoute, weke stukjes kaas. Nou ja, bedenk ze zelf maar even, die ‘gezonde tussendoortjes’. Ik ben er niet zo in thuis. Ik koop dat soort dingen eigenlijk nooit.

Vanmiddag stoven er twee uitermate gezonde studenten onze mediatheek binnen. “Wij brengen jullie een ‘gezond tussendoortje’ “, riepen ze. Ik dacht nog even gètver, maar het bleek gewoon een appeltje te zijn!!!

In het kader van FontysFit probeert onze grote baas zijn personeel aan te zetten tot meer beweging en gezonde voeding. Prima idee! “Maak eens een lunchwandeling, geef je op voor een stoelmassage of meld je aan als deelnemer aan het volleybal- of golftoernooi.”

Allemaal heel leuk maar in de 30 minuten lunchpauze die ik heb wil ik eigenlijk graag gewoon even zitten en niets doen. Zo’n stoelmassage lijkt me wel heel relaxt maar waar staat die stoel??? Haal ik dat in mijn pauze???

Maar ja, dat appeltje is toch heel aardig en er was ook nog een cadeautje erbij; een echte appelsnijder. Daarmee kun je, zonder je handen vies te maken, je appeltje in partjes verdelen. Collega Annelies probeerde het ding meteen uit en, jawel, het werkte!

appel

Een appeltje in keurige partjes, het klokhuis gescheiden! Gezelllig om samen met je collega’s een appeltje te delen ook nog!

Kopje koffie toe en we zijn weer helemaal gezond!

© ellen.

Van lijstjes en koekenpannen…

tortilla

Hoe zat het ook al weer met lijstje? Lamsstoofpot zei U? Nou, mooi niet!

Ellen was gewoonweg te laat van haar werk om nog aan een stoofpotje te beginnen En ik sliep tot half zeven in de avond, dus dat schoot ook niet op. Maar geen nood, het vlees om te grillen was zo gekocht, en de rest was al in huis aanwezig. Vanavond aten we Spaanse tortilla, venkelsalade en een stuk gegrild vlees. Ellen schrijft morgen de recepten. Laat ik het hebben over onze nieuwe koekenpan.

Koekenpannen zijn bij ons van plaatijzer, met houten stelen. Gewoon degelijk ouderwets spul. Verder hebben we er nog van gietijzer, en ook één van roestvrij staal. Die laatste is op de keper beschouwd geen koekenpan, maar je kunt er veelal dezelfde dingen mee doen, én meer. De ijzeren koekenpannen worden doorgaans niet afgewassen, die voor de omeletten nooit. Een stuk keukenpapier voldoet bij het schoonmaken.

Om een of andere reden heeft Ellen nooit willen werken met “moderne” koekenpannen. Die met een tefal-laagje of astronauten-coating of hoe het ook allemaal heten mag. En ik heb eigenlijk nooit begrepen waarom niet. Een afdoende verklaring heeft ze me nooit kunnen geven. Ze wilde het gewoon niet…

Een paar weken terug deed ik, zoals elke dag, mijn boodschappen bij de AH om de hoek. Aangezien ik doorgaans rond kwart over acht in de ochtend de winkel betreed, tref ik het nogal eens dat een deel van de verswaren beplakt zijn met een rood-blauwe sticker, die je recht geeft op 35 % korting op de aanschafwaarde. Die stickers bepalen regelmatig wat de avondmaaltijd zal worden. (Ik ben gek op die stickers: vanavond waste ik mijn haren nog met shampoo met zo’n sticker, en ook at ik een stukje kaas, gekocht onder dezelfde conditie’s)

Die bewuste ochtend zag ik de koekenpan liggen, mét anti-aanbaklaag, en mét zo’n sticker. Er zat een kleine bluts in en het email aan de buitenkant was licht beschadigd. Ik besloot het ding te kopen. Het kostte me uiteindelijk € 10.- Ik verwachtte thuis de nodige scepsis over mijn aanschaf, misschien zelf ronduit een afwijzing. Het viel mee…

En sinds die tijd is de pan langzaam een steeds prominentere rol gaan spelen in ons huishouden. En toen Ellen dan vanavond die tortilla bakte in het ding ging ze helemaal en definitief om. Want hoewel Ellen heel goed overweg kan met de plaatijzeren pannen, bij die tortilla’s wil er nog wel eens iets mis gaan. In haar enthousiastme begon ze spontaan recepten te bedenken. De volgensde keer kon het met méér ei, met pepertjes, lenteuitjes, spek. Enfin, wat een enthousiast mens zoal bedenkt…

En ik? Ach, voor mij geldt dat mijn bloedworst perfect uit die pan kwam. Dat alleen al maakt die koekenpan tot aanschaf van het jaar.

© paul