Pijpleiding…

Er is een fysieke verbinding tussen de Brouwerij Hertog Jan en het Hertog Jan Proeflokaal. Een pijpleiding tussen de twee lokaties suggereert dat het bier uit de prachtige bierpompen van het Proeflokaal direct uit de Brouwerij wordt betrokken.

Natuurlijk beaamt het personeel van het Proeflokaal dat, wanneer je ze erop ondervraagt. En misschien is het ook wel zo. Maar toch…

Ik zou nog schrijven over een uitwisseling van foto’s en bier, dat komt morgen.

© paul

Even weg…

De Gaume 8 april

We reisden hals-over-kop af naar Luxemburg, familie en vrienden in onwetendheid en vertwijfeling achterlatend. Het moest zo zijn…

Ons was het mooie weer beloofd, net zoals aan jullie. Enfin, je ziet het…

En dan heerste hier ook nog eens totale internetstilte, telefoonstilte, radiostilte (in het rijkste land van Europa!). Alleen Facebook werkte soms…

In het woud was het ook stil, dat dan weer wel. We zagen mammoeten, wolharige neushoorns en sabeltandtijgers. (IJstijd..) De Vlaamse gaai eiste onze voederplek op voor hem alleen en de kwikstaart onderzocht of hij (zij ?) het nest weer zou betrekken tussen onze twee daken.

Hond Max kroop vannacht stiekem tussen onze dekens; het werd heel krap in ons mini-bedje. Maar de hond had gelijk, de thermometer gaf min 6 aan. Enfin, wat zitten jullie thuis nou te mauwen over het weer?!

Intussen lijkt een en ander weer te functioneren (hoe zou je anders dit stukje kunnen lezen?). We gaan een hoop beschrijven, zoveel is zeker.

Maar eerst wordt er gegeten. Ellen maakt een risotto met Italiaanse kool.

IJs en weder dienende, tot straks lezer…

© paul

 

 

Paaszaterdag…

paaszaterdag

Terwijl ik lig te slapen verzamelt Ellen de spulletjes voor het Paasontbijt. En daarna begint ze onverwijld met koken. Op Paasochtend komen er namelijk  gasten, en die wil je per slot niet afschepen met een glas champagne en een droog broodje. Enfin, werk zat. En wanneer ik dan laat op de avond vertrek naar mijn broodheer om aan mijn nachtelijke arbeidsverplichtingen te voldoen staat Ellen nog te zwoegen in de keuken.

Intussen zijn de garnalen gepeld, de luxe vruchtenbroodjes gebakken en de zalmforel is gepocheerd. De bietjes staan in de marinade en de eieren liggen nog te kleuren in een kommetje. Evenzo zijn de klokken verzet, vanaf vandaag voeren we weer zomertijd. En buiten sneeuwt het…

Ik moet nog wat dingetjes afwerken en koffie en thee maken voor het cliënteel en de collega die me aflost. Dan spoed ik me naar huis, de tafel kan gedekt, de dis kan worden aangericht. De gasten zullen om een uur of negen aanschuiven…

Fijne Paasdagen lezer, je hoort nog van ons.

© paul

Lentegroet uit het Zuiden…

begin van de lente 2013...

Op de vroege ochtend hoorde ik Laura Rense in het Radio1 journaal verwonderd opmerken dat ze bericht kreeg van een luisteraar in Nijmegen met de mededeling dat het aldaar sneeuwde.

Voor Mevrouw Carasso en alle andere Noordelanders: een vriendelijke groet uit het Zuiden.

De rozemarijn bloeit onder een pak dons. De bonsai-wingerd is bijna helemaal bedekt, en ook de rest van de tuin is wit.

Morgen begint de lente…

© paul

Petrus Gouden Tripel…

petrus gouden tripel

Het slotvers van het lied gaat zo:

  • And when I reach the golden gate,
  • I hope I’ll not have long to wait,
  • I’ll call Saint Peter aside and say,
  • “Brought yup a jar of Porter.”

De wat rasperige stem van Barney McKenna bezingt in het lied zijn aankomst aan de hemelpoort. Hij hoopt dat hij niet te lang hoeft te wachten voordat hij binnen wordt gelaten in de eeuwigheid, hij heeft er per slot recht op. En om de feestvreugde compleet te maken bestelt hij bij de portier, de sleutelhouder, te weten Sint Petrus, meteen maar een kruik bier.

Het is het laatste couplet van een traditional, gezongen en gespeeld door The Dubliners, op plaat uitgegeven in de jaren zestig van de vorige eeuw. Ik heb dat nog op vinyl. (Deze opmerking dient slechts om de liefhebber jaloers ten maken, dat vind ik soms leuk…).

Die Sint Petrus (Saint Peter) is kennelijk een aanspreekbaar typ. Ik herinner me uit mijn katholieke kindertijd allerhande zaken die je de goedheiligman voor kon leggen. Hij hielp je altijd, maar hij was wel streng in de leer…

Ik weet het niet lezer, ik heb me door de jaren geschoold van anti-klerikaal tot agnost. En dat is op dit moment mijn status. Maar dan hoor ik die oude Dubliners weer, en dan denk ik: zo gek is het toch niet, een potje bier in het Eeuwige Eden. Die zeventig maagden waar anderen op hopen hoef ik niet. Wat moet je ermee? En mijn geliefden kom ik vanzelf tegen, ook zij hebben recht op het Eeuwige Leven… Het lijkt me een voorrecht om ze bij die gelegenheid te vergasten op een heildronk bij het weerziens. Hetzelfde doe ik bij leven en welzijn ook nu in dit ondermaanse. Tsja, dat denk ik dan…

Enfin, ik dwaal, geloof ik, wat af. Ik wilde het over Sint Petrus hebben. En dan niet over de mij opgedrongen sleutelhouder (de enige sleutelhouder die er in mijn huidig bestaan toe doet is Antoon Brouwers, maar dat zegt jou dan weer niks, ach laat maar…).

Petrus is óók een lijn van traditionele bieren van de brouwerij Bavik te Bavikhoven, Vlaanderen. Ik beschreef al eens hun Winterbier, en ik gaf tegelijk hoog op over de andere bieren uit hun serie. Sinds kort wordt de tripel in ons dorpje aangeboden. Bij de Lidl, en voor een zeer schappelijke prijs.

Laat ik het verder simpel houden en niet verzanden in beschrijvingen van literair-culinaire aard, want dat kan ik toch niet…

Het betreft een tripelbier, gemaakt van water, gerst en tarwe. Natuurlijk ging er ook hop bij. Hop van een goede kwaliteit, Belgische hop. De kleur noem je bleekgoud. Het geurt een beetje naar malt, naar vergist graan. Maar ook naar citrus, misschien wat kruidig. Proeven doe je dat citrus ook. Niet zoet is het, wel zacht. Om je een vergelijk te geven: de Jongste Bediende is een écht Duveldrinker. Hij is minder geporteerd van het bier, té zacht, té weinig bite. Voor anderen, waaronder ik, is dat juist een pré… Een mooie licht bittere afdronk heeft dat bier. En lang genoeg.

Het is een bier van de hoge gisting en het gist na op de fles. Het bier, zoals ik het kan kopen, zit in een fles van 70 centiliter. Ik betaal er € 3,50 voor.

Dus criticasters, die vinden dat ik alleen over exotische, niet aan te komen bieren schrijf! Dit bier wordt verkocht bij jullie om de hoek, dus wat zeuren jullie nou. (Je moet natuurlijk wel snel zijn. De Lidl heeft het niet altijd op voorraad, en ik ga  morgen weer een partij inslaan, en ik ben er gegarandeerd eerder dan jij… Ik vind het namelijk prima bier!)

© paul

 

Orvalschaarste…

Orval, the best Belgium beer!!!

Petra zat vanochtend te smikkelen van een Bossche Bol. Dat doet ze elke donderdagochtend, aan onze keukentafel.  We praatten wat bij over dorpsperikelen, over dierbare overledenen, over gemeenschappelijke kennissen. Tussen neus en lippen merkte ze op dat dat bier, dat Orval, binnenkort helemaal niet meer te krijgen zal zijn. In ieder geval niet meer in krat. Had ze vanochtend gelezen in de Telegraaf

Ik pakte snel mijn krantje, en ook het dagblad van Ellen, maar die wisten weer eens van niks. En de Telegraaf lees ik niet, dus ik wist ook van niks. Petra was zo vriendelijk om haar krant in de loop van de middag in onze brievenbus te stoppen.

De Telegraaf schrijft dat de Trappistenpaters van Orval strategieën ontwikkelden om bierhandelaren te slim af te zijn, en dat ten behoeve van bierliefhebbers als ik.

Telegraaf: [ ] De handelaren kopen het schaarse trappistenbier op grote schaal in bij supermarkten. Daardoor is Orval nog sneller uitverkocht. Om gewone klanten tevreden te houden, is nu besloten om het gewilde bier niet meer per krat te verlopen, maar enkel nog per vier flesjes of in één aparte grote fles. Dat maakt het lastig voor de handel om grote voorraden in te slaan.

Enfin, het is niet de eerste keer in de geschiedenis dat de “grote” bierhandel zich bedient van inferieuse trucks om meer grip te krijgen op de distributie. En dat doen ze niet voor jou lezer, dat gaat allemaal om de poen…

Over de schaarste in België en Luxemburg schreef ik al eens het artikel Orvalcrisis. Overigens zijn mijn conclusies slechts ten dele juist. Verder kon je lezen over het getrubbel met de Orval op het liefhebbersblog van Danny Van Tricht: TrappistBier Beleven (lees dat blog als je liefhebber bent, nergens vind je adequatere info!). Ook de Vlaamse kwaliteitskrant De Standaard publiceerde afgelopen januari een lezenswaardig artikel over de crisis: De Trappist die geen reclame wil.

Ik deed in zeven haasten wat veldonderzoek, ik zou vanavond best een goed glas Orval willen drinken. De bierhandelaar van wie ik wel eens speciaalbieren betrek wist me te vertellen dat het Orval al wéken niet meer te krijgen is…

Een beetje beschaamd slofte ik naar huis. Beschaamd omdat ik wat gemeen had gegniffeld toen ik vorig jaar door Vlaamse biervrienden werd gewaarschuwd voor het tekort. Ach Danny, bij jullie mag schaarste heersen, in Nederland zal dat niet gebeuren, die markt is te klein, té weinig liefhebbers... Boontje en loontje, eigen schuld dikke bult en schandlachen is in termen van de nieuwe paus een dagelijkse zonde

Wel interessant is het idee om Orvalbier in een 70 cl fles te stoppen, zoals al het geval is met een groot aantal andere gerenommeerde Belgische bieren. (Bij mijn weten bestond dat nog niet bij Orval. Wel gebruiken ze magnums (anderhalve liter) en nog vrij onlangs stonden Vriend Jan en ik in een Ardense speciaalzaak te kwijlen bij een vijf (5) literfles Orval. Enfin…

Ik heb in mijn keldertje nog vierentwintig Orvalflessen staan, twaalf lege en twaalf volle. Die twaalf volle staan er nu een goed jaar. Ik heb mezelf bezworen om die pas te openen in 2017. Het bier is dan op z’n allerbest. Op mijn vijfenzestigste verjaardag zal ik dat bier drinken, samen met vriend Jan. Voor alle andere vrienden en vriendinnen heb ik dan wel iets anders vreselijk lekkers onder kurk of stop…

© paul

 

Lente…

lente grillen

Een komeetinslag, een kosmisch inferno, misschien een hels armageddon? Met een beetje fantasie zie je links boven in dat grijze hompje het portret van de duivel met een zonnebril (Stevie Wonder?)… Ach, allemaal inbeelding lezer.

Ellen zei me vandeweek dat ze toe was aan gegrild vlees. En ik, in mijn overmoed, beloofde haar dat er gegrild werd zodra het kwik de tien graden haalde. Gisteren dus, maar toen kon het er even niet van komen. Vandaag wel.

Enfin, al in de ochtend zette ik lamskarbonaatjes in een marinade van olie, knoflook en oregano, het varkensvlees besmeerde ik met paprikapasta. Aan de worstjes hoefde ik niks te doen, dat had onze Turkse slager al gedaan.

Ik poetste de grilpot, dat was nodig na een winterlang in een verloren hoek van de tuin te hebben gestaan. En ik stookte mijn vuurtje. Tussendoor kwamen de buren even op bezoek, en dat was maar goed ook. Zo’n vuurtje heeft tijd nodig en zonder de onderbreking was ik natuurlijk weer veel te snel begonnen met grillen. Je moet geduld hebben…

Eén klein probleempje zag ik over het hoofd. Tegen de tijd dat ik aan roosteren toe was, was de zon allang onder. Het was stikke donker op de plaats waar mijn grilpot stond. Een mogelijkheid om bij te lichten was niet een-twee-drie voorhanden. Een beetje gokwerk dus. Verder dacht ik wel even een foto te maken. Met blitz… De blitz werkte, maar ik had de zoeker fout ingesteld. Zoals ik je zei, dat had ik weer

Enfin, het eten was er niet minder om. Met enig kunst- en vliegwerk kwam het vlees op tijd van het vuur. Zacht, mals en met een krokant korstje.

Erbij aten we knapperig brood en een tomatensalade. Salsa heet dat op moderne foodblogs, maar het zijn gewoon tomatenpartjes en flintertjes lenteui, overgoten met een vinaigrette van olijfolie, appelazijn, peper en zout. Salsa-a-me-hoela…

Espresso en een kersenbonbon toe.

Zojuist kwam het bericht dat men sneeuw verwacht voor het weekend, in ieder geval hier in het Zuiden…

© paul

Een leeg bord?!…

lamsschenkels en pasta speciale

Ja lezer, een leeg bord. Daar zul je het mee moeten doen.

Ik maakte lamsschenkeltjes, langzaam gestoofd met groenten. Ik had er een exotische pasta bij en bedacht in voren een artikel. Over die pasta. Het enige wat ontbrak was een foto, maar daarvoor zou ik moeten wachten tot de gerechten op tafel kwamen.

De schenkels waren botermals, de groenten zacht gestoofd en overweldigend geurig door de kruiderij. De pasta uitstekend gekookt en de wijn zorgvuldig gekozen.

Blijkt die saus van mij dus niet fotogeniek. De smaak was goed, de consistentie was (bijna) goed. Maar met de foto wilde het dus niet lukken.

Enfin, we aten goed, daar niet van, maar dat sausen-pasta artikel behoeft aanpassingen. Vandaar het lege bord.

We moeten nu trouwens naar Ans. Haar verjaardag vieren is écht belangrijker dan met kunst en vliegwerk een artikel repareren.

Morgen weer een dag.

©paul

Van het Monstransboontje (dus ook van het Heilig Boontje)…

Heilige boontjes of Monstransboontjes

In een eerder artikel nam ik afscheid van Carnaval 2013. Ik vertelde dat Ellen een goede tien liter soep maakte om de hongerigen te voeden tijdens het evaluatiefeest op woensdag. Ze maakte daarbij gebruik van Monstransboontjes, ook wel Heilige Boontjes genaamd. Eigen kweek was het, uit de groentetuin van Marleen en de Jongste Bediende.

Nu had ik je in dit stukje uit willen leggen hoe het zit met dat “Heilig” en hoe met die Monstrans, maar het lijkt me beter dat je naar het filmpje het Mysterie van het Heilig Boontje kijkt. Daarin legt oud Philips-historicus en Heemkunde-voorman Ad Otten haarfijn uit hoe de vork in de steel steekt.

Er bestaat een klup bonenliefhebbers, ze noemen zich de Bruine Bonen Bende. Ze werken hard aan de opwaardering van de boon in het algemeen en de Nederlandse boon in het bijzonder. Ik mag graag grasduinen op hun web site, je vindt er een hoop leerzaams en vermakelijks. Maar dat verhaal van die Heilige Boontjes van hullie, daar klopt natuurlijk niks van. Dat is zo apocrief als de pieten…

© paul

Haring en Heilige Boontjes…

Heilige boontjes of Monstrans boontjes

Een beetje verweesd zit je op die woensdagochtend aan je keukentafel. Het huis is aan kant, de vloeren geboend, het extra meubilair bracht je terug naar de opslag. En je vraagt je af hoe het mogelijk is dat het allemaal zo snel voorbij ging. De vier Carnavalsdagen leken één langgerekt bal. Eén grote orgie van muziek en dans, van plezier, van eten en drinken. Zesennegentig uren feest, met hier en daar een korte onderbreking omwille van het hazenslaapje. Wat ging het weer snel voorbij… Je voelt je een beetje melancholiek, een beetje bedroefd ook. En je weet dat dat voor een heleboel feestgangers geldt.

Gelukkig hebben je voorgangers daar in een ver verleden al wat op bedacht. Het fenomeen heet Haring Happen (of Heringe biete). En voor ons betekent dat op naar de Witte Brug. Daar bij Marleen en de Jongste Bediende vindt die Afterparty plaats, al járen…

Op enig moment telde ik een goede veertig gasten. Behalve een vat haring was er voor soep gezorgd. Maar liefst tien liter had Ellen gekookt. Bonensoep met als hoofdbestanddeel de Heilige Boontjes uit de groentetuin van de Jongste Bediende. Enfin.., werd het toch weer een geweldig feest.

Over die Heilige Boontjes schrijf ik je morgen en Ellen beschrijft de soep.

© Paul