Paddenstoelen en de familie…

paddenstoelenboek

Ik heb er de afgelopen dagen al menig uur mee doorgebracht. Nog een paar bladzijden en ik heb het uit. Dat Worstenboek van Meneerwateetons. (Geduld Meneer, de resentie komt binnen enkele dagen…)

Afgezien van lezen, eten en drinken werd mijn tijd in beslag genomen door de paddenstoelenjacht. Ook vanochtend wandelde ik een uurtje door bos en dreef, Hond Max moest per slot uitgelaten worden. En zo sneed het mes van twee kanten…

Een ware explosie van aardappelbovisten, ik had er in jaren niet zoveel gezien. Letterlijk karrevrachten stonden er te pronken. Je kunt er jammer genoeg niets mee, met die aaradappelbovisten…

Thuisgekomen viste ik een deel van mijn paddenstoelenlectuur uit de kast en spreidde die uit op de keukentafel. Kwestie van bijscholing, het ophalen van herinneringen en het vergaren van nieuwe kennis.

In een Tsjechisch boekje trof ik een passage die ik je niet wil onthouden. Die is geschreven door ene J. Baier. Zijn kennis over paddenstoelen staat boven enige twijfel. En de manier waarop hij waarschuwt voor wat er allemaal mis kan gaan is grondig en oprecht. Zijn zakelijke benadering paart Baier aan een wat romantisch beeld van de paddenstoelenplukker. (Ik citeer uit de Nederlandse uitgave.)

Ergens in zijn “waarschuwingenhoofdstuk” schrijft Baier: “Afkeurenswaardig is het testen van een paddenstoel op eetbaarheid door de betreffende paddenstoel aan een familielid voor te schotelen en af te wachten of hij al dan niet ziek wordt…”

Ik heb er in het verleden kennelijk overheen gelezen, want ik herinner me de quote in het geheel niet. Het zou een humoristische waarschuwing kunnen zijn van Meneerwateetons, maar ik heb de indruk dat Baier het méént… Hij schrijft verder: “Treden er binnen een uur geen klachten op, dan zet de hele familie zich aan het maal. Maar bevat het gerecht bijvoorbeeld de groene knolzwam ( Amanita phalloides), die een incubatietijd van 8 uur heeft, dan zou dat wel eens de laatste maaltijd van de familie geweest kunnen zijn…”

Tja lezer, het is maar dat je het weet: voeder nooit vreemde paddenstoelen aan je geliefden… (of: als je dan al een familielid opoffert, doe het goed!)

Paddenstoelengedachten op woensdagochtend…

boter met zomerttruffel

* Jarenlang stond hij iedere donderdag op de markt in Arlon (de Schoone Stad Aarlen) in het zuidelijkste puntje van België. Hij had een ruig baardje en lang pluizig haar op zijn kruin. Hij was heel klein van postuur. Het prototype van een kabouter. Niet alleen zijn uiterlijk maar ook zijn handel deden je vermoeden dat hij een uitgesproken exponent was van het sprookjesgilde van “kleine mannen”, hij deed namelijk in paddenstoelen. Allerhande soorten kweekspul, maar ook vers geplukte waar. Morieljes in het voorjaar, cantharellen in de zomer, boleten en russula’s in de herfst en in de winter stobbezwammetjes. Truffels, daar deed hij niet in. Hij vond de Europese te duur en die uit China van inferieure kwaliteit. Hij kocht slechts voor zichzelf een kleine hoeveelheid want hij truffeerde roomboter. Via een niet al te ingewikkeld procedee voorzag hij eerste kwaliteit roomboter van truffelsmaak. Een geweldige manier om met relatief weinig dure grondstof een delicate vetstof te maken. Die boter stopte hij in kleine potjes en dat was dan weer prima handel. Ik kocht altijd wel een voorraadje bij die man. Op een of andere manier is het kereltje verdwenen van de markt, ik heb er geen van idee waar hij is gebleven. Pogingen om zijn woonst te achterhalen liepen op niets uit. Ik moest onlangs weer aan hem denken toen ik bij een groothandel in lekkere etenswaar getruffeerde boter zag staan. In net zo’n klein potje, maar dan uit Italië. Ik maakte in de winkel het potje stiekum open, ik wilde de kwaliteit ruiken. Er is nogal wat kaf onder het koren en ik had er geen behoefte aan om met rommel thuis te komen. De prijs was fors, maar de geur overweldigend. Ik was meteen om. Sindsdien genieten we hier in huis weer met regelmaat van het gestolde goud. Een klontje op de pasta, een klontje op de biefstuk. En een klontje door de aardappelpuree. Mensengoedheid, je weet niet wat je proeft.

* Op de voorlaatste dag van augustus stond er een opmerkelijk artikeltje in het NRC. 17 doden door paddenstoelen kopte de krant. Later die dag hoorde ik dat het ook een item was in het televisiejournaal. Ik dacht meteen aan de voorliefde van Italianen voor de Keizerzwan, een kostelijke amaniet die in een bepaald stadium van zijn groei verwarrend veel kan lijken op andere én levensgevaarlijke exemplaren uit de amanietenfamilie. Ruim de helft van de Europese amanieten zijn eetbaar, en die Keizerzwam is een van de lekkerste paddenstoelen ooit. Maar je moet het niet willen, amanieten eten. Het hoeft maar één keer fout te gaan en je vertelt het niet meer na. Paddestoelen zijn vaak a-typisch in hun verschijningsvorm. Je moet heel zeker van je zaak zijn, wil je jezelf niet blootstellen aan verwisselingen. De Groene Knolamaniet, de Kleverige Knolamaniet,de Panteramaniet, prachtpaddenstoelen zijn het. En heus niet iedereen sterft na consumptie van deze, ook in Nederland voorkomende, giftige soorten. Maar ben je maar een beetje gevoelig voor de gifstoffen dan kun je het schudden. Niet doen dus!

Enfin, in anderhalve week waren er zeventien mensen omgekomen bij de paddenstoelenpluk en niet door consumptie van giftige exemplaren, begreep ik uit het artikeltje. Met name in bergachtige streken waren de meeste plukkers gesneuveld. Uitgegleden op smalle bergrichels, in afgronden gedonderd, in grotten verdwaald. In Italië is, zoals in de meeste paddenstoelenlanden, wel een en ander geregeld ter bescherming van de planten. Er bestaan paddenstoelenreservaten, plaatsen waar niet geplukt mag worden. Maar dat trekt dan weer stropers aan. Volk dat des nachts, gekleed in camouflagepak, in het pikkedonker op zoek gaat naar de begeerde etenswaar. Tja, dat is natuurlijk vragen om moeilijkheden. Zeventien doden in knap één week.

Ik overdacht de risico’s die ikzelf loop bij de paddenstoelenpluk. Die vallen gelukkig nogal mee. Ik heb wel eens een nat pak gehaald omdat ik mezelf niet kon houden, terwijl ik poogde om een prachtexemplaar te plukken op de schuine oever van een meertje. En ik werd bijna door een tractor overreden omdat ik té druk doende was, té hebberig misschien… En het risico van giftige paddenstoelen plukken ga ik consequent uit de weg. Ik ken ze echt allemaal, de goede én de slechte amanieten. Ik kan ze bij naam noemen, vaak zelf bij hun Latijnse aanduiding. Maar ik laat ze staan, hoe veelbelovend de verhalen over de “goede ” amanieten ook zijn. En hetzelfde geld voor de andere risico-families. Ik ben niet gek!

* Kijk ik naar buiten dan oogt het grauw. Er zal nog wel een spatje regen vallen. Maar voor de komende dagen wordt er volop zon verwacht. Het zal nog wel een weekje duren voordat ik mijn wintervoorraad bij elkaar kan sprokkelen. Maar wacht maar lezer, komt er regen, dan komen er paddenstoelen. Oh, wat houd ik toch van de Herfst…

© paul

boleten 005

Paté met wilde eend en morieljes…

paté

Paul viert dinsdag zijn verjaardag, een goede reden om weer eens een paté te bakken. Ik had al een tijdje een wilde eend in de diepvries liggen en ik besloot de paté met het borstvlees van de eendjes te maken. Alleen wilde eend zou te droog zijn voor een mooie paté dus ik maakte een vulling van varkensvlees en een vulling met het eendenvlees. Het eendenvlees gebruikte ik als een soort middenlaag. Ziet er mooi uit zo’n donkere laag in het midden. Ik verwerkte ook wat gedroogde morielles in de paté, smaakt heerlijk en kleurt ook mooi.

paté

Het lijkt ingewikkeld om zelf paté te maken maar eigenlijk valt het reuze mee. Een aantal dingen zijn wel handig om te weten.
Je hebt iets nodig om het vlees te malen; een keukenmachine, een worstmolen, een staafmixer (wel veel gedoe, je kunt dan maar kleine beetjes tegelijk malen) of, maar dat is echt werken, het vlees met twee messen fijnhakken.
Je hebt ook een oven nodig om paté te bakken, een schaal, liefst van aardewerk én je hebt een bak nodig waar de schaal inpast zodat je de paté au bain-marie kunt garen.
Je kunt de paté na het bakken samenpersen, je krijgt dan een mooie egale struktuur. Ik gebruik daarvoor een platte schaal die precies in de patéschaal past, je kunt ook een plankje op maat zagen. Het aandrukken doe ik met een “dikke witte”, een steen, lang geleden van een verbouwing overgebleven. Ik bekleed de dikke witte met alufolie en bewaar hem in de kelder speciaal voor dit doel.

Als je een paté voor de kerstdagen wilt maken, begin er dan een paar dagen van te voren aan . Een paté moet liefst een paar dagen “rijpen” zodat alle smaken de kans krijgen te mengen.

Ideaal is schouderstuk of een combinatie van fricandeau en speklappen. In plaats van wilde eend zou je ook haas kunnen gebruiken.

  • Voor een paté van ongeveer 1 kilo;
  • 250 gram lever
  • 750 gram doorregen varkensvlees, Liefst schouderstuk
  • ongeveer 300 gram eendenborst
  • 2 eieren
  • 2 sneden brood gedroogd en verkruimeld
  • een handjevol gedroogde morielles, een uurtje weken in koud water
  • een flink glas armagnac
  • vier teentjes knoflook, even in wat olie gesmoord
  • peper, zeezout, nootmuskaat
  • laurierblad, tijm
  • spek om de vorm te bekleden

Het spek voorkomt dat de paté droog wordt en aan de bodem plakt. Het vet smelt en je kunt het er voor het opdienen afsnijden.

Snijd het vlees in dobbelsten en maal ze fijn. Ik vind het mooi als het niet allemaal even fijn gemalen is. De struktuur wordt mooier als er wat grove stukken inzitten. Maal de lever fijn. Doe het varkensvlees in een grote kom, kneed er de eieren en het broodkruim door. Voeg knoflook, pepers, nootmuskaat en het glas armagnac toe. Laat de morielles uitlekken en voeg ze bij de vleesmassa.
Het moeilijkste is de hoeveelheid zout te bepalen. Doe er wat zout bij en bak een klontje van het vlees om even te proeven (rauw vlees met lever vind ik niet zo lekker om te proeven). Meng het eendenvlees met wat zout en peper en een scheutje armagnac.

Bekleed een ovenvaste schaal met een darmnet of met plakken spek. Schep er de helft van de vulling in. Schep daarop de farce van wilde eend en dan de rest van het vlees. Vouw het spek helemaal om de vulling en leg er een paar blaadjes laurier en wat tijm op.

paté

Zet de schaal zo in een waterbad in de oven en bak de paté op 180 graden in ongeveer 1 1/2 uur gaar.
Haal de schaal uit de oven en laat hem afkoelen.
Leg dan een plank met een gewicht op het vlees en zet de paté zo een nacht in de koelkast.

Verwijder de plank en haal het vettte spek van de bovenkant.
Serveer de paté als lunch of als voorgerecht.
Garneer met wat sla en tomaat of kleine augurkjes.

© ellen

Pasta met verse boleten…

paddenstoelen met pasta

Wij hier op het Ministerie van Eten en Drinken vinden dat we nu toch echt in de nazomer beland zijn. Wij hebben eigenlijk wel genoeg zomer gehad. Tijd voor een nieuw seizoen. Hier en daar verkleuren de bomen al naar mooie herfsttinten. Pompoenen, Kalebassen en Turkse mutsen zijn in overvloed te koop, of zelfs te geef, en vandaag vond Paul de eerste boleten toen hij zijn rondje met Hond Max liep. Twee mooi gave exemplaren! Wij gaven onmiddellijk ons geplande menu op en besloten een simpele pasta te maken met deze prachtige paddenstoelen. Ze zijn er maar kort en dan moet je er ook optimaal van genieten!

  • verse paddestoelen, schoongemaakt en in stukjes gesneden
  • wat olijfolie
  • 75 gram spek, pancetta of ham of spek, in kleine reepjes gesneden
  • 1 sjalot, heel fijn gesneden, en 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • peper, zout
  • bouillon
  • een scheut room
  • een flinke handvol verse peterselie, fijngehakt.

Bak de reepjes spek/ham samen met de sjalot en knoflook even zachtjes aan. De de paddestoelen erbij en bak ze snel om en om bruin. Draai het vuur lager, voeg naar smaak peper en zout toe. Doe er wat bouillon bij en laat nog even zachtjes stoven. Dan eventueel een flinke scheut room erbij en een handvol vers gehakte platte peterselie. Nog even doorwarmen. Intussen de pasta beetgaar koken en afgieten. Meng wat olijfolie door de pasta en giet de paddenstoelensaus erover. Meteen opdienen.

Stukje kaas toe, helaas het laatste stukje van de voortreffelijke Comté die we meebrachten van vakantie. (Het wordt tijd dat we er weer een weekendje tussenuit trekken om de diverse vooraden aan te vullen!)

En tot slot, natuurlijk espresso!

© ellen.

Pasteitje met vers eekhoorntjesbrood ( dinertje voor 12 personen)

 

etentje eikenheuvel 003

We hadden donderdag flink wat mooi eekhoorntjesbrood geplukt, ik gebruikte de paddenstoelen onder andere om er een pasteibakje mee te vullen.

Hoeveelheden zijn niet zo simpel te geven. De ene paddenstoel is groter dan de andere en ik heb de totale hoeveelheid niet gewogen.
Reken op ongeveer 1 á twee middelgrote paddenstoelen per persoon.

Voor twaalf personen verder nog;
1 flinke ui, fijngehakt
75 gram spek in blokjes gesneden
75 gram gekookte ham
2 eetlepels boter
zeker twee koppen bouillon
1 kop room
1 kop fijngehakte platte peterselie
peper en zout
Pasteibakjes van roomboterbladerdeeg

Bak de ui en de spekjes in de boter.
Borstel de paddenstoelen goed schoon en snijd lelijke stukken weg.

Snijd de paddenstoelen in blokjes, de kleinere exemplaren in plakjes en voeg ze bij het spek-uimengsel.
Stoof alles zo langzaam ongeveer 20 minuten. Voeg steeds bouillon toe als het aan dreigt te zetten.
Voeg de laatste 10 minuten room toe en de peterselie. Breng verder op smaak met peper en zout.

Verwarm de pasteibakjes in de oven tot ze knapperig zijn.
Schep een flinke lepel van de paddenstoelenragout in de bakjes en dien op.

Ik heb de meeste buisjes gewoon gebruikt. Dat maakt dat de saus wat gaat binden. Let wel op als je grovere boleten gebruikt, dan slobberen de buisjes het vocht snel op. Je moet dan goed blijven roeren en bouillon toevoegen, anders zet de massa aan!

Als je geen vers eekhoorntjesbrood of andere verse paddenstoelen hebt kun je dit gerecht ook maken met een goede kwaliteit grotchampignons. Voeg er dan voor een extra herfstige smaak wat gedroogd eekhoorntjesbrood bij dat je een half uurtje hebt laten weken. De ragout zal dan minder binden, maak daarvoor een roux van wat boter en bloem. Voeg bouillon toe tot je de gewenste dikte hebt. Het voorgerecht wordt dan wel veel minder “licht”.
Gedroogd eekhoorntjesbrood is te koop bij delicatessenwinkels of Italiaanse winkels.

© ellen.

Heldere bouillon met eekhoorntjesbrood en peterselie (dinertje voor 12 personen)…

bouillon1
 

Ik ga maar gewoon door met het beschrijven van de gerechten. Alles dus voor ongeveer 12 personen.
Ik maakte een heldere bouillon. De foto is gemaakt van het bord van Paul. Hij strooide er erg veel peper over!

Bouillon voor 12 personen, wat overblijft kan prima in de diepvries.
2 flinke runderschenkels, soepvlees mét bot dus
koud water
peperkorrels, 1 ui, een paar stengels selderij, 2 blaadjes laurier, een pluk tijm, selderij, zout

Zet de schenkels op met 4 liter koud water en breng ze aan de kook zonder deksel op de pan.
Als het water kookt, begin je met afschuimen. Schep zorgvuldig alle vervuilende schuimresten weg.
Dat duurt even. Laat de bouillon intussen zachtjes koken.
Als er geen schuim meer boven komt drijven kun je de kruiden en ui erbij doen. Sluit dan af met een deksel, zet de pan op een heel laag pitje en laat de bouillon zo, zeker 4 uur, heel zachtjes trekken.

Schep het vlees eruit en bewaar het apart. Daar kun je nogallerlei lekkere gerechten mee maken.
Zeef de bouillon door een fijne zeef, voeg zout toe naar smaak en wat versgemalen peper. Je hebt nu een goede basis voor soepen en sauzen.
Deze heldere bouillon is een goed onderdeel van een etentje met meer gangen.

Strooi er vlak voor het opdienen wat versgehakte tuinkruiden over.
© ellen.

Eekhoorntjesbrood!!!

 

22 juni 2007 046

De natuur vertoont dit jaar vreemde grillen. De kersen zijn nog niet rijp of de paddestoelen zijn er al.
Nog nooit zagen wij zo vroeg in het jaar Eekhoorntjesbrood. De paddestoelen waren weliswaar nog erg klein maar we hebben ze toch maar snel afgeplukt, morgen kan het wel weer te warm worden en dan verdrogen ze ter plekke.

22 juni 2007 051

5 kleine paddestoelen plukten we vanmorgen. Ik poetste ze schoon en sneed ze in dunne plakjes.
Een beetje olijfolie in een klein pannetje, paar reepjes spek, wat snippertjes knoflook en dan de paddestoelen…
Een echte herfstgeur, een superpaddenstoelengeur, een met niets te verwarren aroma stroomde onze keuken in!

Ik bakte de paddestoelen een paar minuten zachtjes in het spek en knoflookmengsel.
Daarna strooide ik er wat verse peterselie over en serveerde de paddestoelen op een sneedje geroosterd brood.
Een supervoorgerecht!

© ellen

Morieljes….

Vers worden ze in ons land nauwelijks aangeboden. En zo ja, dan tegen erg hoge prijzen. De morielje is een zeldzame paddestoel in Nederland. Ook in gedroogde vorm kom je ze lang niet regelmatig tegen. Jammer, want de morielje is een uitstekende smaakmaker. Bij uitstek geschikt om sauzen te versieren. Bij onze Zuiderburen zie je ze al wat regelmatiger. En ga je nog wat verder naar beneden dan vind je ze van het vroege tot het late voorjaar op de menukaart, vers, verwerkt in omelet. De morielje (Morchella) is een sponsachtig type zakjeszwam. In Europa komen er een stuk of dertien soorten voor. Ze bloeien allemaal in het voorjaar. Ik heb ze in Luxemburg wel eens zien staan, maar plukken deed ik ze niet. Ze zijn voor de leek nogal gemakkelijk te verwarren met de Voorjaarskluifjeszwam, en die is giftig. Bij mijn weten kunnen morieljes nog steeds niet gekweekt worden. Dus wat je aanschaft komt uit de natuur en is met de hand geplukt. Gedroogde paddestoelen koopt het Ministerie meestal in Luxemburg. Het aanbod is er groter en de prijs een stuk beter. We onderhouden zo een voorraadje Hanenkammen, Hoorn van Overvloed en Morieljes. Ons Eekhoorntjesbrood is altijd van eigen pluk. De morieljes die we nu in huis hebben komen van Albert Heijn. Ze werden aangeboden ter gelegenheid van de feestdagen. De paddestoelen zaten verpakt per 15 gram en kostten ongeveer 10 euro. Vijftien gram lijkt heel weinig, maar je kunt er een aantal maaltijden mee bereiden, gedroogde paddestoelen wegen bijna niets. Zoals altijd met gedroogde paddestoelen moet je ze eerst een kwartier of zo laten wellen in lauw water voordat ze gebruiksklaar zijn. Let op: het welwater krijgt óók smaak en is dus te gebruiken voor soepen en sauzen. Desnoods bewaar je het in de koelkast, weggooien is zonde. Heb je de smaak van paddestoelen eenmaal te pakken, dan zul je altijd zorgen voor een voorraadje in je keukenkast. Paddestoelen bewaar je droog, en eigenlijk koel. Aan dat laatste doen wij niet, we vinden ze té mooi en pronken er mee op ons keukenschap. De foto toont ons kwantum gedroogde morieljes van dit moment.

© paul

PASTA MET PADDESTOELEN…

Met het verse pastadeeg maak ik altijd rond deze tijd één van onze favorite gerechten; pastarol met paddestoelen uit de oven.

Voor 4 personen: 400 gram gehakt (Van de Sumiran varkens, of ander bio vlees) klontje boter, 1 uitje, 1 teentje knoflook fijngehakt, klontje boter, 20 gram gedroogd eekhoorntjesbrood of andere boleten, 10 gram trompet de mort (hoorn des overvloeds, een cantharellensoort), het weekwater van de paddestoelen, 2 dl room, peper, zout, peterselie.

Week de paddestoelen in een kommetje in lauw water. Bak het gehakt samen met helft van de ui en de knoflook los in een platte pan. Op smaak brengen met zout en peper. Snijd de paddestoelen fijn en voeg de helft bij het gehakt. Doe nu de rest van de boter in een sauspan en fruit daarin de rest van het ui/knoflookmengsel. Voeg de paddestoelen toe en een beetje van het weekvocht. Laat dit inkoken en voeg room toe tot je een mooie saus hebt.
Kook verse pastavellen van ongeveer 15 cm breed en 25 lang (recept zie boven) krap 3 minuten. Giet de pasta af en spoel even onder koud water. Leg de vellen op een schoon werkvlak, vouw het gehakt/paddestoelen mengsel in de pasta, in een langwerpige gesloten vorm. Een rol per persoon. Vet een ovenschaal in en giet een beetje van de saus op de bodem. Buig nu de pasta rollen rond en leg ze in de ovenschaal. Strooi er wat parmezaanse kaas over en zet de schaal in de oven op 200 graden ongeveer 15 minuten. Dien de rollen op met de rest van de saus.

© ellen