Vlaamse(?) frieten…

mosselen en frieten...

Mosselen en frieten het is een twee-eenheid, in ieder geval in de Lage Landen…

Ik schreef je al dat die Red Baron vrijwel overal voor is te gebruiken. Tijdens het vrijdagmiddag-café had Vriend Jan er frieten van gebakken. Het was een groot succes, en het leek ons een prima idee om dat thuis ook te doen. Als begeleider van de mosseltjes.

We sneden ze met de hand. Het worden dan automatisch wat men in Nederland Vlaamse frieten noemt. En we bakten ze naar Vlaamse traditie in ossenwit. Wij weten heus wel dat dat een “hard” vet is, en per definitie ongezonder dan allerhande andere bak- en frituurspullen. Maar we eten zo zelden frietjes dat het voor die ene keer best kan. En het is en blijft het lekkerst, frituren in ossenwit.

Zoek de grote exemplaren uit je aardappelmandje. Schil de piepers en versnijd ze tot frieten. Zorg wel dat de steeltjes allemaal min of meer gelijk zijn. Daarna spoel je de frieten met schoon water. Je ontdoet de frieten zo van het overtollig zetmaal aan de buitenkanten. Droog de steeltjes goed in een theedoek of met keukenpapier. Frituur ze vervolgens tot ze ongeveer gaar zijn. Dat duurt bij 170 graden een goede 6 minuten, afhankelijk van de dikte van de steeltjes. Laat ze even uitlekken op keukenpapier, maar beter is om ze te laten “springen”. Gewoon opgooien vanuit de vergiet. Het idee is dat het vet op de frieten dan indroogd, zodat ze niet zweterig en klef worden. Bak ze dan voor de tweede keer tot ze er goudgeel uitzien en krokant zijn aan de buitenkant. Reken voor het afbakken bij 190 graden op ongeveer 3 minuten. Schep ze in een grote vergiet en schud ze flink om. Er moet lucht bij.

Zorg dat je niet teveel frieten in één keer bakt. Het vet koelt af en de frieten kunnen gaan klonteren. Frieten moet kunnen “zwemmen”.

Het lijkt allemaal wat ingewikkeld, maar dat is het niet. Het is zo gebeurd en het resultaat is een culinaire ster waardig.

Hond Max houdt niet van friet. Nog onlangs had hij op straat de kans om een hele afvalbak van de lokale frietboer leeg te schranzen, hij bedankte er vriendelijk voor. Deze frieten echter konden zijn goedkeuring wegdragen, maar waarschijnlijk niet omwille van de kwaliteit. Nee, hij wist dat de frietaardappelen uit Marleen d’r tuintje stammen. Onze hond is een ras-hypocriet…

mosselen en frieten...

© paul

Torentje aardappelpuree…

aardappelpuree met truffelolie

Ik kocht voor Ellen een biefstukje, ze is daar dol op. Het groentegerecht bestond uit gegratineerde bleekselderie, maar daar heb ik geen behoorlijke foto van, dus dat recept beschrijf ik een volgende keer wel.

Ik vertelde je eerder over de veelzijdigheid van de Rode Baron. Ik gebruikte de aardappel deze keer om er puree van te maken. Met de knijper.

Het is zaak om te proberen de puree zo luchtig mogelijk te houden, maar als je er een scheut olijfolie door mengt kan het niet anders dan dat de massa compact wordt. Je puree gaat er wel heerlijk van geuren. En de smaak wordt zalvig-zacht. Om het gerecht een extra feestelijk cachet te geven verrijkte ik de puree met wat kruiden. Ik hakte wat blaadjes dragon en een paar takjes peterselie fijn en werkte het mengsel door de puree.

Er zijn talloze varianten te bedenken: een gesnipperd chalotje erdoor, wat mosterd, desnoods wat pesto uit een potje, of wat olijvenpulp. Gekookte knolselder is ook zo’n klassieker. Probeer het uit en laat je verrassen.

Ten slotte bouwde ik een torentje van de puree. De vormpjes hadden we alweer een tijd in huis en ze waren nog nauwelijks gebruikt. Ik besmeerde de binnenkant van de vorm dunnetjes met getruffeerde boter. Dat zorgde ervoor dat het bouwsels gemakkelijk loste op het bord. Toch aardig voor een doordeweekse avond.

Een glas rode Pays d’Oc erbij en espresso toe…

© paul

Red Baron…

Red Baron

En ineens was-ie er. Ik herinner me niet wanneer ik hem voor het eerst zag, maar plots lag-ie in de super en ook werd-ie aangeboden op de Helmondse Zaterdagmarkt. Een blozende rode knol, luisterend naar de naam Red Baron.

We probeerden hem en waren tevreden. Mooie rode schil en goudgeel vruchtvlees. Min of meer vastkokend en voor nagenoeg alle aardappelbewerkingen te gebruiken. Prima smaak, normale prijs.

Toen de Jongste Bediende in het voorjaar dan ook pootaardappelen ging aanschaffen, adviseerde Ellen hem deze Red Baron. De aardappel zou eigenlijk thuis horen op een wat lemige bodem, maar ons Brabants zand was een redelijk alternatief.

Intussen is en deel van de oogst al gedaan en het resultaat mag er wezen. Was de oorspronkelijke schatting dat het veldje 300 kilo piepers zou opleveren, nu is het quotum al bijgesteld naar 400 kilo. En wie weet?..

Vreemd is dat ik nergens informatie over de aardappel kan vinden, behalve dan, heel sumier, over wat technische zaken. Ik geloof dat het een van oorsprong Hollands ras is, maar ik weet het niet zeker. Waar de naam vandaan komt is me ook niet duidelijk, maar ik ga er vanuit dat het een verwijzing is naar de Duitse jachtvlieger Manfred von Richthofen, die van de Gealieerden de bijnaam Rode Baron kreeg. Hij vloog in een bloedrode Fokker driedekker.

In oktober zullen Marleen en de Jongste Bediende een groot oogstfeest houden. Ik ga dan Kartoffelsalat maken, van die Rooie Baronnen…

(Het plaatje van het fokker-toestel heb ik opgepikt op internet. Ik kon niet achterhalen wie de maker is en in welke context het ooit eerder is verschenen…)

aardappeloogst Red Baron

© paul

Borlottibonen met worstjes en spek in tomatensaus…

borlottibonen met worstjes en tomatensaus

Van jam alleen kan ik niet leven, mij te zoet. Als ik zo een middagje bezig ben met zoetigheid krijg ik altijd onbedaarlijke zin in iets hartigs. Een mooie bonenschotel van Borlottibonen leek me wel wat. Eigenlijk valt dit alweer onder de rubriek ‘vakantieboodschappen’ want ik koop deze bonen altijd in Luxemburg bij de Italiaanse groothandel. Je kunt de bonen in Nederland vast wel ergens kopen, (via internet, de Gezonde Apoteker) maar niet in ons dorp.

Borlottibonen zijn ook wel in blik te koop en smaken dan, voor een keertje, best goed, maar zelf weken en koken is toch wel echt de moeite waard. Mijn makke is dat ik altijd veel teveel bonen in de week zet. Het lijkt me dan zo’n weinig als ze nog gedroogd zijn…

Ditmaal besloot ik nu maar netjes eens te wegen hoeveel ik gebruik. Ik zette 250 gram bonen in ruim koud water en liet ze 24 uur weken. Tussendoor het water een keertje ververst. Veel teveel bonen dus! Goed, ik heb wel alle bonen gaargekookt, maar slechts de helft in de bonenschotel verwerkt. De rest van de bonen verwerk ik morgen in een pan soep-voor-veel-mensen!

borlottibonen één nacht weken

  • voor vier personen:
  • 250 gram droge borlottibonen, een ui, stukje wortel en peterselie,selderij, laurierblad.
  • 4 italiaanse verse worstjes (of 8 kleintjes)
  • een stukje gerookt spek
  • 1 fijngesneden ui, 2 teentjes knoflook, ook fijngesneden
  • 1 rode peper, het zaad verwijderen en het vruchtvlees fijnsnijden
  • 1 blikje kleine tomaatjes 4 salieblaadjes
  • peper en zout
  • olijfolie

Week de bonen 24 uur. Ververs het water een keertje. Giet het weekwater weg. Zet de bonen in ruim, koud water op met een bouquet garni van wortel, ui, peterselie, selderij en een blaadje laurier. Gebruik géén zout, daar worden de bonen taai van. Voeg het zout pas toe als de bonen gaar zijn! Kook de bonen zachtjes gaar in ongeveer een uur. Giet ze af en meng er wat zout en olijfolie door.

Maak intussen de saus:

Braad de worstjes met de stukjes spek lichtbruin. Voeg ui en knoflook toe en laat even meebakken. Doe er dan de tomaatjes en de salie bij en sudder een half uurtje tot de worstjes gaar zijn. Voeg eventueel wat bouillon of water toe als de saus te droog wordt.

Doe er dan de gekookte bonen bij en verwarm nog even tot alle smaken mooi gemengd zijn. Dien op met wat versgehakte platte peterselie. Geef er knapperig brood bij en een frisse salade.

En natuurlijk, Espresso toe!

© ellen.

Gebakken aardappeltjes met spek en cantharellen…

gebakken aardappeltjes met spek en cantharellen

De tekenen wijzen erop dat de vakantie zo goed als voorbij is. Bekijk je onze web-logstatistieken dan zie je de waarden weer stijgen naar bezoekersaantallen van boven de duizend per dag. De meeste vrienden en vriendinnen zullen over een paar dagen weer thuis zijn, de vacantiefoto’s van het Ministerie staan netjes opgeborgen op de foto-site Flickr. Ik zag de eerste boleten uit het mos ploppen en het natte weer doet je verlangen naar een snorrende kachel…

De hoogste tijd dus om weer aan de slag te gaan met nieuwe recepten en gerechten. Ellen heeft voor vandaag iets met snijbiet in petto, het fijne weet ik er niet van. Lees het straks maar…

Laat ik nog even terug komen op de cantharellen. Ze prijken alweer enige dagen als kopfoto boven dit log. We aten ze op onze Luxemburgse stek met pasta en room, maar ook met gebakken aardappeltjes en spek. En zo verschenen ze ook gisteravond op onze tafel.

Het wil nog wel eens gebeuren dat cantharellen te lang onderweg zijn voordat ze bij de consument geraken. Dat is jammer, want ze verliezen door die lange reistijd een belangrijk deel van hun geur en ook de smaak wordt er niet beter op. Onze aanschaf was een gelukkige. Prachtige exemplaren en kakelvers.

Een uitgebreid recept hoef ik je niet te geven. Het is zo eenvoudig: doe wat boter in een goede koekenpan. Voeg het in dobbelsteentjes gesneden spek toe en laat het een beetje uitbakken. De gesneden paddenstoelen erbij en de voorgekookte aardappeltjes. Alles rustig bakken. Bij te hoog vuur gaat een deel van je ingrediënten verbranden, dus let op! Eventueel nog wat peper uit de molen en misschien wat zout en je pannetje kan op tafel. Bestrooien met vers gehakte peterselie.

© paul

Uit de tuin van de Jongste Bediende…Taart van Snijbiet op Venetiaanse manier.

snijbiet

Het is tijd om te oogsten! In de tuin van Marleen en de Jongste Bediende staat een ware overvloed aan gewassen. Eind mei zaaide de Jongste Bediende op mijn verzoek een aantal groenten die hier in ons dorp niet zomaar in de winkels te koop zijn. Zoals bijvoorbeeld snijbiet, wilde spinazie, cavolo nero, een paar soorten radijs en een aantal meters (!) met drie verschillende soorten platte peterselie. Zoals dat gaat met groententuinen komt er een overvloedige oogst, nét op het moment dat iedereen met vakantie is. Konden de radijzen nog snel vóór de grote uittocht verdeeld worden, met de boontjes waren er al minder kandidaten te vinden. Vandaag was het tijd voor de snijbietoogst dus wandelde ik vanmiddag met Hond Max en een mandje naar de tuin en sneed een flinke bos af. Thuis bleek het ruim 1 kilo te zijn (de grove stelen sneed ik er eerst af). Ik had een recept gelezen in het boek “De Italiaanse keuken”, van Marcella Hazan. Zij beschrijft daarin een Venetiaanse taart met snijbiet, rozijnen en pijnpitten: Teglata di Biete. Dat leek me wel wat.

Ik veranderde het recept zo hier en daar en zo werd het toch nog iets anders.

Voor een bakblik met een doorsnee van 25 cm:

  • 1 kilo snijbiet de grove stelen afgesneden
  • zout
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 1 ui en 1 teentje knoflook, heel fijn gesneden
  • 125 gram Parmezaanse kaas (natuurlijk zelf raspen)
  • 2 losgeklopte eieren
  • 3 eetlepels pijnpitten
  • 3 eetlepels rozijnen (even in water weken)
  • zwarte peper
  • 2 eetlepels geroosterd broodkruim
  • 5 velletjes bladerdeeg uit de diepvries

taart van snijbiet

Was de snijbiet zeer goed. Snijd de grote stengels van de snijbiet af (gebruik ze later in de groentensoep of gratineer ze). Snijd de bladeren en de jonge stengels in zeer fijne reepjes. Breng in een grote pan water aan de kook en doe er zout bij. Wacht tot het water weer kookt en doe de snijbiet erin. Mevrouw Hazan laat de snijbiet ongeveer 15 minuten koken. Dat vond ik veel te lang voor deze superverse groente, 5 minuten was voldoende. Giet de groente af en laat ze afkoelen in de vergiet. Duw er zoveel mogelijk vocht uit.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Rol het bladerdeeg uit en bekleed er een ingevette bakvorm mee.

Verwarm in een pan de olijfolie en bak daarin de ui en knoflook lichtbruin. Voeg de snijbiet toe en laat nog wat van het vocht verdampen. Schep dan alles over in een grote kom. Voeg als de groente wat afgekoeld is de geraspte Parmezaanse kaas, de losgeklopte eieren en de pijnboompitten erbij. (Bewaar een beetje van de kaas om bovenop de taart te strooien.) Knijp het vocht uit de rozijnen en doe ze erbij. Strooi er flink wat peper over en meng alles goed. Schep het mengsel in de vorm op het bladerdeeg en strooi er het broodkruim over en de rest van de kaas.

Bak de taart 40 minuten in de voorverwarmde oven. Serveer met bijvoorbeeld een tomatensalade.

snijbiettaart met rozijnen en pijnpitten

© ellen

Kwartels met groentenpuree…

kwartel met groentenpuree

Het is werkelijk fantastisch wat hier allemaal aan bioproducten in de winkels ligt. Zeker de nieuwe of vernieuwde winkels hebben een enorme sortering bio-groenten en -vlees. In Bertrange is een nieuwe Cora supermarché waar ze naast het voorverpakte vlees ook een poelier, en een slagerij hebben waar alleen biologische producten verkocht worden. Op alle producten staat keurig vermeld waar ze vandaan komen. De poelier verkocht talloze verschillende kippensoorten, onder andere echte Bresse-kip. Ik kocht er een paar biologische kwartels en maakte ze vanavond op de Spaanse manier klaar; gestoofd met veel groenten.

Reken per persoon één kwartel. Het recept is voor twee personen:

  • 2 biologische kwartels
  • wat olijfolie
  • 1 flinke ui
  • 2 tenen knoflook
  • 1 wortel
  • 1 stengel bleekselderij
  • 1/2 blik tomaten of 3 verse tomaten
  • 1 middelgrote aardappel
  • 1 laurierblad
  • tijm, rozemarijn, een plukje saffraan en een handje vers gehakte peterselie
  • peper en zout
  • 1 glas witte wijn
  • eventueel wat bouillon

Verwarm de olie en bak de kwartels aan alle kanten lichtbruin. Doe de uien en de knoflook erbij en bak ze even mee. Dan de rest van de groenten, allemaal in kleine blokjes gesneden, ook even meebakken. Blus af met de witte wijn, voeg de kruiden toe en laat de kwartels zo in ongeveer 45 minuten heel zachtjes gaarstoven. Haal ze uit de pan en houd ze warm. Verwijder het laurierblad en pureer de groenten met een staafmixer. Warm de saus nog even goed door en breng die verder op smaak met peper en zout. Schep een flinke lepel saus op de borden en serveer de kwartel erop. Geef er knapperig brood bij en een salade.

En natuurlijk espresso toe.

© ellen

Cantharellen uit Trier…

cantarellen

De vrienden en vriendinnen, ze zijn allemaal onderweg naar nieuwe avonturen. Jan en Ans bereizen (volgens Ellen is dit woord een Allemantisme) het noorden van Duitsland. Hijn en Ans zullen intussen het midden van Frankrijk hebben berijkt (bereikt?), Jeanne en Rian bevinden zich zuidelijker. De Jongste Bediende onderhoudt zich met zijn bio-tuin en Marleen werkt, zoals gewoonlijk, te veel en te lang. Het Kind is aan vakantie toe en Andy bekommert zich om de old-timers van de firma Zündap en het klassieke race-monster van Hans. Evert en Neel ontvoeren hun kroost naar Bretagne en waar Sam verblijft is me een raadsel, maar ook zij zal grote verhalen vertellen wanneer ze weer terug is in ons dorpje aan de Peelrand.

Wij, intussen, houden domicilie op onze vaste stek in Luxemburg. We zijn ….

(Ellen zet nu de CD van Adamo op, hoe kan ik me nu nog consentreren? We drinken stug door en Adamo zingt over een Barbu met en grote baard…)

De foto hoort bij een artikel over de eerste cantharelen, maar ik geloof dat ik daar morgen op terug moet komen.

Geloof het of niet: op dit eigenst moment klinkt: “Vous Pertemettez Monsieur”…Ik denk dat we maar naar bed moeten gaan, Hond Max is uit geweest, en wij geloven het verder ook wel….

© paul.

Linzen uit Berry…

linzen en kleine kippetjes

Linzen zijn lekker, zoveel is zeker. En je vindt ze in allerlei kleuren, maten en variëteiten. En elk linzen-producerend land heeft wel een bijzondere soort in de aanbieding. De oorsprong van deze peulvruchten moet je zoeken in Klein-Azië. Al lang voor onze jaartelling werden ze er gekweekt. En intussen hebben ze hun weg gevonden over de hele wereld. Alleen al in Indië worden ruim vijftig verschillende soorten verbouwd.

In Frankrijk zijn het de Puy-linzen die de nationale trots vertegenwoordigen. En eerlijk is eerlijk, ook het Ministerie mag ze graag als favoriet aanprijzen. Maar Frankrijk heeft meer…

Het was, geloof ik, Piet die met een pak linzen uit de Berry langs kwam. En iets later vonden we ze zelf ook in een supermarkt in Luxemburg. Lentilles vertes du Berry, zo luidt de officiële naam. Een groep van veertig producenten in de Champagne Berrichonne in de regio Berry richtte een soort samenwerkingsverband op om de wat kwijnende linzenteelt nieuw leven in te blazen. Men zette in op kwaliteit, en met succes. In 1996 verwierf het verband het prestigieuse Label Rouge keurmerk, ten teken van productkwaliteit gepaard aan milieuvriendelijkheid. Later kwam daar nog eens het Europese keurmerk voor streekgebonden producten bij.

Ze smaken ons heel best, die linzen uit Berry. Zijn de Puy-linzen pittig van smaak, die uit Berry zijn eerder zoet en mild. En hoewel onze voorkeur uitgaat naar de smaak van de linzen uit Puy, zijn er genoeg maaltijdcombinaties te bedenken waarbij we eerder Berry-linzen zullen gebruiken. Eén nadeel wegen we echter zwaar. Ondanks de voorzichtige bereiding werden de Berry-linzen wat slapjes (en niet één keer, maar elke keer…). Dat gebeurt ons nu nooit met die van Puy.

De laatste keer dat we ze aten, samen met een gegrild kuiken, maakte Ellen er een torentje van. Leek het allemaal toch nog vormvast…

© paul

Verse doperwtjes met olijfolie en proscuitto uit Florence…

erwtjes
Bij Italiaans eten denken wij hier in Nederland toch vaak alleen maar aan ‘pizza en pasta’ terwijl juist de Italianen meesters zijn in het bereiden van groentengerechten. De Italiaanse keuken kent eindeloos veel variaties met groentes van het seizoen. Ik pak dan ook altijd graag terug naar het kookboek van Marcella Hazan; De Italiaanse keuken. Talloze simpele groentengerechten, voor alle seizoenen vind je er wel iets lekkers. Op dit moment is het tijd voor verse doperwtjes. Je kunt ze even heel simpel blancheren, lekker, maar Marcella geeft de erwtjes nog nèt iets meer swung door ze een met beetje knoflook, wat ham en wat kruiden klaar te maken.

voor vier personen, vrij naar Marcella Hazan:

  • 1 kilo ongedopte erwtjes
  • 2 teentjes knoflook, geschild en in kleine stukjes gesneden
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 2 eetlepels proscuitto of pancetta, fijngesneden
  • 2 eetlepels zeer fijngehakte peterselie
  • zwarte peper uit de molen, zout

Verwarm de olijfolie en fruit daarin de knoflook lichtbruin. Voeg de proscuitto toe. Roer even goed om en doe er de gedopte erwtjes bij. Schep alles een paar keer goed om en voeg peterselie en peper toe. Doe er dan ongeveer 4 eetlepels water bij. Temper het vuur en leg een deksel op de pan. Laat de erwtjes zo 15 tot 20 minuten sudderen, afhankelijk hoe oud en hoe vers ze zijn. (evenuteel wat water toevoegen) Het water moet verdampt zijn als de erwtjes gaar zijn. Stoof eventueel even zonder deksel zodat het vocht kan verdampen. Serveer de erwtjes op een mooie schaal. Wij aten er een kalfs T-bone van de gril bij en wat nieuwe aardappeltjes.

Kopje espresso toe!

© ellen.