Ik kocht voor Ellen een biefstukje, ze is daar dol op. Het groentegerecht bestond uit gegratineerde bleekselderie, maar daar heb ik geen behoorlijke foto van, dus dat recept beschrijf ik een volgende keer wel.
Ik vertelde je eerder over de veelzijdigheid van de Rode Baron. Ik gebruikte de aardappel deze keer om er puree van te maken. Met de knijper.
Het is zaak om te proberen de puree zo luchtig mogelijk te houden, maar als je er een scheut olijfolie door mengt kan het niet anders dan dat de massa compact wordt. Je puree gaat er wel heerlijk van geuren. En de smaak wordt zalvig-zacht. Om het gerecht een extra feestelijk cachet te geven verrijkte ik de puree met wat kruiden. Ik hakte wat blaadjes dragon en een paar takjes peterselie fijn en werkte het mengsel door de puree.
Er zijn talloze varianten te bedenken: een gesnipperd chalotje erdoor, wat mosterd, desnoods wat pesto uit een potje, of wat olijvenpulp. Gekookte knolselder is ook zo’n klassieker. Probeer het uit en laat je verrassen.
Ten slotte bouwde ik een torentje van de puree. De vormpjes hadden we alweer een tijd in huis en ze waren nog nauwelijks gebruikt. Ik besmeerde de binnenkant van de vorm dunnetjes met getruffeerde boter. Dat zorgde ervoor dat het bouwsels gemakkelijk loste op het bord. Toch aardig voor een doordeweekse avond.
Een glas rode Pays d’Oc erbij en espresso toe…
© paul