kalfsvlees met ansjovis en kappertjes

kalfsvlees met ansjovis en kappertjes
Het was erg rustig aan onze zaterdagse borreltafel; Vriend Jan had natuurlijk wel wat beters te doen nu Ans weer thuis is, De Keizer van Monera zocht al vroeg een plaatsje om de voetbalwedstrijd te gaan kijken, De Jongste Bediende bezocht een concert van Phileutonia en Marleen moest ook nog van alles regelen voor de wedstrijd begon. Ik bedacht al vroeg op de dag dat ik het deze zaterdag maar heel simpel moest houden, een klein stoofpotje voor vier personen zou genoeg zijn. Lamsvlees, dat zou mooi zijn. Helaas, de lammetjes zijn nog klein en er is op dit moment niet zoveel aanbod. Bij onze vaste Slagerij Sabir was al het lamsvlees al op. Ik kocht dan maar kalfsvlees en maakte het klaar op de manier ik vaak voor lamsvlees stoofpotjes gebruik; met ansjovisjes en kappertjes.

Veel mensen schrikken terug voor het gebruik van ansjovisjes, geen paniek, deze visjes zijn wel zout maar lossen helemaal op in de saus en geven er een mooie ronde smaak aan.

  • Voor ruim vier personen: ( wij hielden nog een portie over, daarover later meer)
  • 1200 gram kalfsvlees in dobbelstenen gesneden
  • wat boter
  • 2 kruidnagelen
  • 2 laurierblaadjes
  • 2 kleine uien, fijn gesneden
  • 2 teentjes verse knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1/2 theelepel gemalen foelie
  • 2 eetlepels gehakte basilicum
  • 4 ansjovisfilets, fijngehakt
  • 2 eetlepels kappertjes ( uit een potje)
  • 1 glas witte wijn
  • 1/2 citroen, in dunne partjes gesneden, de pitten verwijderen

Verhit de olie in een grote braadpan en bak daarin de ui met de knoflook lichtbruin. Haal ze uit de pan en bak in dezelfde pan de stukjes kalfsvlees even aan. Voeg ui en knoflook weer toe en blus af met de witte wijn. Doe nu de kruiden erbij en laat het geheel ongeveer 1 uur zachtjes stoven. Voeg eventueel wat bouillon toe.
Doe er dan de partjes citroen, de ansjovis, basilicum en kappertjes bij en laat alles nog zo’n 10 minuten stoven.

Wij aten er pasta bij en gestoomde broccoli.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Tartaar van nieuwe haring met wat rode biet en appel

tartaar van nieuwe haring, biet en appel
Dit was een hele stille zaterdag, voor ons doen tenminste… De Jongste Bediende en Marleen zijn een weekendje weg met hun wandelvrienden ( hoewel, zag ik daar de auto van onze eigen Bediende al om acht uur bij de Super geparkeerd staan? Wandelen, pff, hij wel!) Ook Het Kind en Andy hadden andere bezigheden vandaag. Alleen de Keizer van Monera kwam even langs en klaagde zijn leed. Die stilte kwam ons wel evengoed uit. Paul werkt nog een paar nachtjes en dan is het wel fijn om op te staan in een rustig huis. Samen met Vriend Jan genoten we in alle rust van de zaterdagmaaltijd; mooi glas bier voor Jan, koffie voor Paul en een hapje voor ons drieën… Ondertussen konden we zo eens bespreken wanneer de wandelaars weer in ons dorp arriveren, of we dan een vlag uithangen of een paar ballonnen opblazen, of… Nou ja, misschien lezen ze wel mee. Ik verklap niks!

Vriend Jan is gek op haring; maatjes, oude, nieuwe, met of zonder uitjes, maakt niet uit. Een haringtartaartje voor Jan vandaag.

  • Voor drie personen:
  • 3 haringen
  • 3 sneetjes Brabants roggenbrood
  • 2 gekookte bietjes, heel fijn snijden. Beleg het roggenbrood met een passend plakje biet, de rest heel fijn hakken
  • 1 appel, schillen. Snijd drie heel dunne plakjes uit het midden van de appel en de rest zeer fijn snijden. (besprenkel met citroensap om verkleuren te voorkomen)
  • 1 kleine sjalot, heel fijngesneden
  • wat zwarte peper
  • 2 eetlepels crème fraiche
  • kneepje citroensap

Het is wel handig als je van die metalen ringen hebt om een ‘taartje in op te bouwen, heb je die niet dan snijd je het brood en de bietjes ongeveer gelijk en stapel je de tartaar erop. Heb je wel van die mooie ringen dan gaat het als volgt:

Stans met de ring een mooi rond plakje uit het roggenbrood. Snijd de bietjes in hele dunne plakjes en bekleed daarmee het brood. Maak vervolgens de tartaar: verwijder het staartje van de haring (hond Jaros is er gek op) en hak de vis in piepkleine stukjes. Hak ook de rest van de bietjes en de appel in heel kleine stukjes. Meng in een kom de haring, bietjes, appel, sjalot met wat citroensap en de crème fraiche. Een beetje zwarte peper uit de molen erover en proef. Misschien wil je wat meer peper of wat meer citroensap.

Schep dan de tartaar in de ringen op het brood en de plakjes biet. Licht aandrukken, de ringen verwijderen en garneren met een dun plakje appel.

© ellen.

 

 

 

Update 18.30 uur De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 90, Grande Finale (of laatste loodjes?!)…

Donderdag 26 juni 2014. De etappe gaat van Pedrouzo naar Santiago de Compostella! 20 kilometer.

De schoenen zijn gestrikt, de herberg wordt verlaten, de stad is nog in diepe slaap, een snel ontbijt en de laatste etappe neemt een aanvang…

IMG-20140626-WA0000
IMG-20140626-WA0001

IMG-20140626-WA0002

IMG-20140626-WA0004

IMG-20140626-WA0003

update 11.23

Ans schrijft: Genieten  nog onderweg. Het gevoel, nu ons doel nadert, is moeilijk te omschrijven.
IMG-20140626-WA0005
IMG-20140626-WA0007
Toen we vertrokken uit Gemert, 94 dagen geleden, hadden we na 14,5 kilometer onze eerste rustplek in Stiphout.
IMG-20140626-WA0008
IMG-20140626-WA0009
In deze beek bij Lavacolla, wasten de pelgrims zich vroeger uitgebreid en trokken schone kleren aan, als ze tenminste nog iets fatsoenlijks bij zich hadden. Tegenwoordig is dit, in verband met de vervuiling, niet verstandig.
Wordt vervolgd lezer… nog een klein stukje!
voor santiago
IMG-20140626-WA0010

Enfin lezer en kijker, het is dan zover..

Nadere informatie volgt nog. Op dit moment (18.00 uur) staan Ans en Jan in de rij te wachten op hun Santiagodiploma. De geschatte wachttijd is twee uur.

Paul Ellen.

.

Taartje met aalbessen en boragebloemen

taartje met rode bessen en boragebloemen
Paul schreef al over de kapucijners, een leuk karweitje om ze te doppen vinden wij en ook heerlijk om te eten. Dat zijn van die echte seizoengroenten, je moet er snel bij zijn, en ze zijn meestal niet in de Super te koop dus je moet naar een groenten juwelier, zoals dat tegenwoordig zo mooi heet, of naar een grote markt. Dat geldt ook voor peultjes(Albert Heijn verkoopt alleen peultjes uit een heel ver land, op de markt kocht ik mooie verse peultjes, voor minder geld gewoon uit Nederland!) Maar goed, genoeg reclame voor de markt, een bessentaartje.

aalbessen

Verse aalbessen, ook al zoiets. Je bent een rijk mens als je zelf wat struiken in je tuin hebt. Zo niet, naar de markt dus weer! Ook het rissen van de besje is zo’n geduld karweitje. Je kunt ze één voor één van de steeltjes peuteren maar als je veel bessen moet rissen doe je dat met een vork. Pak de dikke kant van het steeltje vast, klem die tussen een vork en rits de bessen er zo in één keer vanaf. (boven een diepe schaal natuurlijk)
Ik bakte een eenvoudig taartje met de besjes en versierde het met wat Boragebloemetjes uit onze eigen tuin. Wonderbaarlijk mooie combinatie: kleurt mooi, smaakt mooi bij elkaar, en de borage bloeit precies als de besjes rijp zijn! De natuur staat voor niets! Borage hebben we zelf in onze tuin; goed voor de bijen en vlinders en een lust voor het oog! Zaaien die plant!

Maak deeg van
◾250 gram bloem
◾100 gram koude boter
◾100 gram poedersuiker
◾mespuntje zout
◾2 eieren

Zeef de bloem op het werkvlak en maak een kuiltje in het midden. Verdeel hierover de in kleine stukjes gesneden boter. Voeg de suiker en het zout toe en daarna de eieren, meng alles goed en schuif er geleidelijk de bloem bij.
Kneed het deeg een paar maal met de palm van je hand goed door. Rol het deeg tot een bal en leg die met folie afgedekt een uurtje in de koelkast.
Rol het deeg dan uit tot een schijf, groot genoeg om bodem én randen van de springvorm te bedekken.
Leg het deeg met behulp van de roller in de ingevette vorm. Druk de randen goed aan, prik met een vork hier en daar een paar gaatjes in de bodem en bekleed dan het deeg met bakpapier. Lees hier gerust even over de dingen die hier ook wel eens fout gaan; Eerst dus bakpapier!
Stort op het bakpapier dan iets om het deeg te verzwaren cq op zijn plaats te houden, bijvoorbeeld gedroogde boontjes, knikkers of ,te koop in kookwinkels, aluminium paletten. Ikzelf gebruik hiervoor Portugese gedroogde ogenboontjes. Je kunt ze heel veel keren gebruiken.

Bak de taartvorm dan 30 minuten in een voorverwarmde oven op 200 graden.

Laat de taartbodem afkoelen.
◾Voor de vulling gebruikte ik
◾400 gram besjes,
◾een eetlepel fijne suiker
◾6 blaadjes gelatine
◾eetlepel fijne suiker
◾1/2 liter water of half water half vruchtensap (ik gebruikte vandaag Caravan Cevitam Appel/bessen siroop gemengd met water. Extra suiker is dan niet nodig.
◾boragebloemen

Week de blaadjes gelatine vijf minuten in koud water. Verwarm het water/vruchtensap met de suiker. Haal de pan van het vuur en los de geweekte geatine op in de vloeistof. Roer goed tot alles opgelost is. Koel het mengsel zeker 1 1/2 uur.

Was de besjes en verwijder de steeltjes, roer er de suiker door. Schep wat van het gelatinemengsel over de besjes en zet ze in de koelkast. Herhaal dat tot de gelatine bijna opgestijfd is. Schep dan alles op de taartbodem en strijk nog wat van de gelatine over de vulling. Versier met een paar boragebloemen  en zet het taartje nog een half uurtje in de koelkast om verder op te stijven.

 

© ellen

Varkenswangetjes in Hertog Jan Witbier.

varkenswang in Hertog Jan Weizener
Paul loopt een rondje met Hond Jaros dus kan ik eindelijk eens even op de laptop werken. Zowel Paul als de laptop maken deze dagen overuren, het schrijven over de reizigers naar Santiago neemt zo veel tijd in beslag dat er nauwelijks een momentje overblijft om te schrijven over wat er zoal op tafel komt deze dagen. Uit de reacties maken we op dat onze lezers genieten van de verslagen maar het is elke dag een hele klus om de verhalen van Jan en Ans om te zetten in een leesbaar verhaal. Zeker nu het einde van de tocht nadert moeten we bij zien te blijven zodat we allemaal tegelijk in Santiago eindigen.

Goed, er moet dus ook gegeten worden en vriend Jan is dezer dagen een graag geziene gast aan onze tafel. Vorige week maakte ik deze varkenswangetjes voor Jan. Voor bierliefhebber Jan natuurlijk een recept met met bier. Ik koos voor Hertog Jan Witbier. Een tijdje geleden, toen de wandelaars in het prille begin van hun tocht door Hoegaarden liepen maakte ik karbonaden klaar in Hoegaarden witbier. Dat was een succes, een lekkere volle saus leverde dat witbier op. Voor herhaling vatbaar dus. Ik combineerde de aantal verschillende recepten en gaf er een eigen draai aan. Het resultaat was prima; voor herhaling vatbaar!

De varkenswangetjes waren niet zo heel groot, een echte vleesliefhebber kan er best twee op. Ik geef het recept voor vier personen maar op zich maakt de hoeveelheid wangetjes niet uit. De ingrediënten voor de saus blijven gelijk.

  • 6 varkenswangetjes, schoongemaakt en het meeste vet weggesneden
  • 1 flesje witbier
  • boter
  • wat bloem
  • peper en zout
  • 2 sjalotten, fijngesneden
  • 1 teentje knoflook, geplet en fijngehakt
  • een takje tijm
  • 2 laurierblaadjes
  • een koffielepel appelstroop
  • eventueel wat bouillon

Verwarm de oven voor op 120 graden. Haal de wangetjes even door wat bloem en bak ze in de boter snel rondom bruin. Voeg de sjalotten en knoflook toe en bak die ook even mee. Blus dan af met het witbier en voeg peper, zout, tijm, laurier en appelstroop toe. Roer even zodat de appelstroop oplost en zet de pan met deksel dan in de voorverwarmde oven. Laat het gerecht zo zeker twee en een half uur zachtjes garen. Controleer af en toe of er nog genoeg vloeistof in de pan is en vul zo nodig aan met wat bouillon.

Wij aten er nieuwe aardappeltjes bij en peultjes. Geen wijn maar een mooi glas witbier erbij!

Kopjes espresso toe.

© ellen.

Restverwerking: WK-hapje

bolognesesaus in bladerdeeg
Ik begrijp dat er vanavond weer gevoetbald gaat worden en ik begrijp ook dat daar bij gegeten en gesnackt hoort te worden. Een lekker hapje bij een spannende wedstrijd is niet te versmaden. Maar ook als je niets om voetbal geeft, en fijn een van die spannende detectives gaat kijken is dit een prima snack die snel op tafel staat. Een beetje restverwerking eigenlijk. Een restje Bolognesesaus, een paar plakjes bladerdeeg uit de diepvries en wat Parmezaanse kaas. De pakketjes dichtvouwen, bestrijken met wat losgeklopt ei en 20 minuten in de voorverwarmde oven. Klaar!

 

© ellen

 

Kabeljauw met ham, aardappeltjes en saffraan

kabeljauw met saffraan, ham en aardappeltjes
Ans appte gisteren: Hier in Spanje is het nasi-dag’. Paul had voor ons eigenlijk iets gepland met kabeljauw en trompette de la mort maar de vertaling van het recept dat hij gevonden had was zo onleesbaar dat hij de moed maar opgaf. “50 gram gedroogde trompetten van de dood, 1 pr witte wijn, peper, zout en 1 regionale sjalot…”  Nou ja, uiteindelijk wilde Paul toch wel iets van het voetballen zien en besloot ik dan maar een Spaans schoteltje te maken met de kabeljauwfilets. Er waren nog vier plakjes mooie serranoham en vier gekookte aardappelen over van dinsdag, daar moest iets van te maken zijn.

  • voor twee personen
  • 2 kabeljauwfilets
  • 2 kleine sjalotten, fijngesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • wat olijfolie
  • een plukje saffraan, van te voren in een vijzel even weken en in wat water oplossen
  • 4 plakjes serranoham
  • 4 gekookte aardappelen, in niet te kleine stukjes gesneden
  • wat water
  • scheutje droge witte wijn
  • peper en zout en wat gehakte peterselie

Verwarm de oven voor op 180 graden. Verwarm de olijfolie en smoor de sjalotten en de knoflook even aan. Giet er een scheutje witte wijn bij en wat water. Neem dan een ovenschaal en schik daarin de stukjes kabeljauw. Leg de stukjes aardappel en de plakjes ham erbij en strooi er wat kappertjes of, als je die hebt, wat zwarte olijven tussen. (olijven waren hier helaas op) Kruid de vis met peper, zout en wat peterselie en giet er dan de sjalottensaus over. Laat de visschotel 20 minuten garen in de voorverwarmde oven. Geef er een groene salade bij of een salade van tomaten.
kabeljauw met saffraan en aardappeltjes
Ik dronk mijn kopje espresso in de tuin met een mooi boek erbij onder luid gejuich van de buren die genoten van de voetbalwedstrijd, terwijl Paul binnen via de laptop de wedstrijd volgde en een minuutje later ook de doelpunten bejubelde. Het kan vreemd gaan op de digitale snelweg!

© ellen.

 

Tortillas española

tortilla simple

Bij zo’n tapas-maaltijd hoort natuurlijk een echte Spaanse aardappel omelet. Het is niet echt moeilijk om ze te maken, maar je moet wel geduld hebben. De aardappelen moeten heel zachtjes garen (niet bruin bakken); geduld, geduld, geduld dus. Een heel zacht vuurtje en een goeie koekenpan. Liefst een gietijzeren of plaatstalen, mooi glad en toch vaak gebruikt.

Als voorgerecht voor 4 personen, als tapas voor 8 personen. Ik bakte zaterdag twee tortilla’s.

  • Voor één tortilla:
  • 4 flinke aardappelen, geschild en in plakjes gesneden
  • 1 flinke ui, schoongemaakt en in dunne ringen gesneden
  • peper en zout; eventueel wat verse tuinkruiden
  • 4 grote eieren
  • olijfolie

Schil de aardappelen en snijd ze in fijne plakjes. Neem een goede gietijzeren koekenpan en schik daarin de aardappelschijfjes. Giet er zoveel olijfolie over dat de aardappelschijfjes helemaal onder de olie staan. Frituur de aardappelschijfjes héél langzaam tot ze goed gaar zijn, maar ze mogen niet bruin of knapperig worden. Een geduldwerkje dus. Frituur vlak voor de aardappels gaar zijn, de uienringen even zachtjes mee en strooi er wat zout over. Giet het geheel dan door een zeef. Vang de olie op in een kom en laat de aardappels  afkoelen. Klop intussen de eieren los met wat peper en zout en eventueel wat verse tuinkruiden. Schep de afgekoelde aardappelschijfjes erdoor en roer zachtjes om tot alles goed gemengd is.

Maak de pan goed schoon en giet er twee eetlepels van de opgevangen olijfolie in. Verhit de olie en giet er het ei/aardappelmengsel in. Bak de tortilla op een heel laag vuur; geduld, geduld… Dek de pan af zodra de bovenkant begint te stollen. Als de bovenkant helemaal is gestold wordt het tijd voor het spannendste gedeelte van de tortillabak; het omkeren! Nou ja, wees niet bang, gewoon doen! Zorg dat de tortilla overal los van de bodem is. Neem een deksel of een bord dat net iets groter is dan de koekenpan. Laat de tortilla vanuit de pan op de desksel/bord glijden. Keer de deksel om boven de pan en klaar! Bak nu de andere kant van de tortilla tot ze stevig aanvoelt en stort de koek op een bord. Snijd de tortilla in punten als begeleiding van de maaltijd, of verdeel de koek in blokjes en eet ze als tapas bij een glas wijn.
© ellen.

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 78…

toernooi
14-06-2014. De etappe ging van San Martin de Camino naar Astorga, 20 kilometer.

Ende de Dame zeide: Mijn Heer, gij zijt enen Flapdrol.

Het zal je maar gezegd worden lezer. Door de Vrouwe die jij bewondert, aanbidt, verafgoodt, de allerschoonste vindt, wat zeg ik: die de allerschoonste ís!

Het overkwam Suero de Quiñones, Spaans edelman in het begin van de 15e eeuw. De door hem verkozen middeleeuwse Dreamgirl wees hem af. Ze vond hem er wel aardig uitzien, maar enig wapenfeit prijkte er niet op zijn blazoen. Een soort Royke Donders was het; zijn haar zat goed, maar zijn toernooiuitrusting was niet meer dan een Juichpakje.

Als hoofs geschoold ridder kon je bij zulke aantijgingen dan slechts een paar dingen doen: je trad in in een Strenge Kloosterorde en je begroef je voor de rest van je leven in afgezonderde dienstbaarheid. Of je reisde af naar het Heilig Land om er deel te nemen aan een, vanaf aanvang , verloren oorlog, óf je stelde een daad, in het zicht van de aanbedene… Onze Suero koos voor de laatste optie!

In het voorjaar van 1434 vroeg Suero toestemming aan de Spaanse koning om een toernooi te mogen organiseren rond de datum van de naamsdag van Sint Jacobus, te weten 25 juli. Maar hij pakte het meteen wel grondig aan; hij liet de brug afsluiten bij Hospital de Orbigo, een brug waarover in de zomermaanden duizenden middeleeuwse pelgrims trokken. Het was de enige manier om in Santiago de Compostella te geraken.

Alleen dié pelgrims kregen vrije doorgang, die een paspoort of getuigenisbrief hadden van de eigen parochie in hun thuisland, alle andere reizigers werden tegen gehouden. Het credo was dat elke edelman die de brug wilde passeren zijn weg moest bevechten. Het betrof dan een toernooigevecht tussen edelen. Er werd bezijden de brug speciaal een toernooiveld aangelegd. Brak men de lans van de tegenstander dan was de kamp over en werd degene met de ongeschonden lans overwinnaar, er hoefde verder niet gemoord te worden.

Aangezien de aankondiging van het toernooi al in het voorjaar plaats vond deed zich alle gelegenheid voor om ambitieuze jongelingen vanuit elk deel van Europa aan te trekken; en aldus geschiedde.

Op 11 juli anno Domino 1434 ving het toernooi aan. Suero werd bijgestaan door negen getrouwen, de rest van de wereld was de vijand. In totaal werden er 724 wedstrijden gestreden, de meeste bleven onbeslist. Op 9 augustus besloot Suero dat het welletjes was, er waren intussen 165 lansen gebroken. (Onder ons gezegd en gezwegen, hij had ook niet zoveel keus. Hij en zijn negen maten hadden ieder een goede 70 wedstrijden gevochten, ze waren allen geschandaliseerd tot op het bot, nauwelijks in staat om nog pap te zeggen..)

Om een en ander voor de Vrouwe en het nageslacht vast te leggen huurde Suero een notaris in met schrijverstalent. Behalve dat de notaris netjes bijhield wie er wanneer vocht, deed hij ook met een aan sadisme grenzende nauwkeurigheid verslag van de verwondingen die deze en gene opliep. Rechterbiceps doorboord en schade aan de kaak. Been gebroken, klokkenspel ingescheurd en aars gepenetreerd (de vertaling is van mezelf, hij zou zomaar kunnen kloppen…). Uiteindelijk leverde de toernooimaand één dode edelman op.

Toen dan Suero besloot dat het toernooi over was trokken alle deelnemers, vriend en vijand, gezamenlijk op naar Santiasgo de Compostella. Suerto schonk bij aankomst het halsdoek van zijn Teerbewonderde Vrouwe aan de kathedraal, en daar hangt het heden ten dage nog te verstoffen.

Ach lezer, wat een waardeloos scenario voor een verhaal. Of Suero ooit nog trouwde met zijn Dreamgirl vind je niet terug op Google. Of ze ooit seks hebben gehad net zomin. Daar is toch geen film van te maken…

Google liet me so-wie-so in de steek, ik heb het hele verhaal zelf bij elkaar moeten puzzelen. Wel kwam ik een alternatieve versie tegen, onderzocht en onderbouwd door Duitse historici, niet de minste… (Welke historici dan? vraag je. Ja lezer ik kijk wel uit. Sinds die Tilburgse professor en die Nijmeegse Hoogleraar kijk ik wel uit, ik houd me op de vlakte…)

Suero werd veroordeeld door het Koninklijk gerecht voor een of ander vergrijp en was de Spaanse Staat een forse som gelds schuldig bij wijze van genoegdoening. En hoewel zijn adellijke familie bijsprong, het geëiste bedrag was niet op te brengen. Suero besloot zich dan te bekeren tot het aloude handwerk aan de pelgrimsroute naar Compostella, struikroverij. Hij sloot de brug van Hospital de Orbigo af en eiste tol van iedere passant die wilde oversteken. Het zal hem goed zijn afgegaan, want de geschiedenis rept niet van enige vervolging in later tijden door het Spaanse hof, kennelijk kon Suero zijn schulden voldoen. Zand erover..

Hier, bij deze brug, vond een waargebeurd verhaal plaats schrijft Ans. Ja meid, maar welk? (Er is ook  nog een derde versie…).
IMG-20140615-WA0000

Ans en Jan staken die brug ook over, deze dag. Of Ans zich hoofs heeft uitgelaten: Flapdrol, ik weet het niet. En of Jan zich al vechtend een weg moest banen over die lange baan, de berichtgeving rept er niet over. Maar ik mag hopen van niet, hij wás al zo geschandaliseerd: kwestie van zijn mond niet kunnen houden tijdens die voetbalwedstrijd waarbij de Spaanse Furie een nachtmerrie werd opgedrongen.

Enfin, Olga uit Moskou was intussen geschiedenis. En of de wandelaars haar nog ooit terug zouden zien was maar de vraag. Het afscheid was innig en Olga reisde af, terug naar huis. Ans en Jan gingen na het afscheid op pad en liepen regelrecht naar Hospital de Orbigo, dat dorp dat werd ontsloten door die fenomenale brug met zijn negentien bogen, de indrukwekkendste middeleeuwse brug van Spanje. Indachtig de Hoofse Heldendaden van Suero de Quiñones werden er tegenwoordig weer ridderspelen gehouden, de voorbereidingen waren volop in gang.

Het landschap was deze dag weer aangenaam afwisselend. Geen lange asfaltwegen vandaag, maar een geaccidenteerd terrein met wisselende zichten. Men diende wel wat meer werken, maar dat was vele malen te prefereren boven de eentonigheid van min of meer vlak lopende paden langs autostrades. En ach, wanneer je dan vanaf een hoogvlakte je reisdoel ziet liggen, ach wat een genot…
IMG-20140615-WA0001

Om 14.00 uur liepen de wandelaars Astorga binnen. Ze gingen direct door naar het pelgrimshuis, ondergebracht in het voormalig klooster de Siervas de Maria. Al sinds de middeleeuwen herbergt het klooster pelgrims. Klik op Siervas de Maria en bekijk waar Ans en Jan deze dag  logeerden..

Ze hadden er een kamer voor vier; er woonde een belegen Australiër en er huisde een belegen Fransman, een aardige garantie voor nachtelijke rust. Na het normale dagelijkse gedoe was er nog alle ruimte om de stad beter te verkennen.

Vreemde gasten hebben er ooit domicilie gekozen, maar het waren de Kelten die van de plaats een belangrijk woonoord maakten. En weet je een beetje van geschiedenis dan voel je al aankomen hoe het verder ging. De Romeinen kwamen de omgeving koloniseren, je kunt er een precieze datum aanhangen, 17 voor Christus, en ze maakten van Astorga een belangrijke handels- en vestingplaats. Daarna kwamen de West-Gothen, gevolgd door de Moren en dan weer de Spaanse koningen uit andere streken. En dat volk uit Astorga paste zich almaar aan, ze hadden weinig keus.
IMG-20140615-WA0003
Ans en Jan vermaakten zich best in de stad. Ze bezochten het neo-gotisch kasteel dat Antonio Gaudi daar neerplantte. [Wat wordt die man toch overschat, PV.] Het was een opdracht van de plaatselijke bisschop en deed nu onder anderen dienst als kunstmuseum. De kerkschatten waren erin onder gebracht, met een nadruk op kunst uit de 16e eeuw.

Men profiteerde van de mogelijkheden die een stad biedt aan Tapasbars en deed wat boodschappen voort de volgende dag. Op het terras van de pelgrimsherberg genoten Ans en Jan nog een tijdje van het overweldigend uitzicht op het achterland van Astorga. De laatste honger en dorst werd er gestild.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

 

Coca d’espinacs, kleine spinaziepizza’s

zaterdag canon
Ik heb een nieuwe camera! Nou ja nieuw, voor mij nieuw. Natuurlijk heb ik eerst Neel om advies gevraagd en hulp bij instellingen enzovoorts. Daar gingen zaterdag uren mee heen. Het  was zo wie zo een drukke dag; we besloten om tijd te winnen, een keer niet naar de markt te gaan maar vervolgens leek er geen eind te komen aan de boodschappen en het heen en weer gewinkel.  Het enige wat ik écht wilde was spelen met mijn nieuwe speelgoed! Maar ja, nieuw speelgoed of niet, de Keizer van Monera, De Jongste Bediende, Marleen, Het Kind en vriend Andy en wie er zoal nog meer even wil buurten, komen zaterdags op bezoek en dan moet er toch ook een hapje en een drankje zijn… Ik besloot in alle haast er maar een soort tapas – achtige maaltijd van te maken. We zijn per slot al weken in ‘Spaanse sferen’.

Wat ham, worst, olijfjes, meloen, een tomatensalade en een salade van bietjes en spinazie, tortilla española, een taartje met artisjokken en deze coca d’espinacs, een soort kleine pizza’s. Ik heb de broodjes belegd met wat spinazie , knoflook en pijnpitten maar je kunt ook experimenteren met bijvoorbeeld verse sardientjes, ansjovisjes of kleine trostomaatjes. Je kunt de broodjes ook ná het bakken beleggen met plakjes worst of ham.

  • Maak eerst een mooi deeg van;
  • 500 gram bloem
  • 1 zakje gedroogde gist ( ik los de gist op in 150 ml lauw water en voeg dat mengsel dan toe aan de bloem)
  • dan nog ongeveer 300 ml water
  • snufje zout
  • 1/2 eetlepel olijfolie

coca d'espinacs, kleine spinaziepizza's

  • vulling
  • 250 gram verse spinazie, fijngehakt
  • 2 lente-uien, in plakjes
  • 2 teentjes knoflook, in flinterdunne plakjes
  • 1 eetlepel pijnpitten
  • olijfolie

Vorm kleine bolletjes van het deeg en laat die onder een doek rijzen. Kneed het deeg nog eens door en maak er platte schijven van ongeveer 12 cm doorsnee en nog geen cm dik.
Leg de deegrondjes op een bakplaat en bekleed ze met de spinazie, pijnpitten, ansjovis, ui en knoflook. druk de spinazie goed in het deeg en besprenkel rijkelijk met olijfolie.
Strooi er wat zout over en laat de coca zo ongeveer 10 minuten na rijzen.

Zet ze dan in een voorverwarmde oven en bak ze op 220 graden in ongeveer 15 minuten gaar. Haal ze uit de oven en sprenkel er nog wat olijfolie over.

© ellen.