Tomatencoulis, maar dan anders…

Gegrilde aubergines met een frisse tomatensaus...
Ellen zat werkeloos te wachten bij het houtskoolvuurtje, omdat ik weer eens een afspraak was vergeten. Het vlees kon nog niet gegrild worden want het was niet duidelijk wanneer ik thuis zou komen, er zat eenvoudigweg niets anders op dan het vuur brandend te houden. Van de nood een deugd makend gebruikte ze de wachttijd en het zachtjes doorsmeulend vuur om wat extra’s te roosteren voor later; het kon koud gegeten worden dus maakte het niet uit wanneer het klaar was. Allereerst grilde ze een paar rode uien. Altijd goed om voor de komende dagen op voorraad te hebben, in de koelkast bleef de groente een aantal dagen goed. Daarna versneed zij twee aubergines in de lengte in plakken, besmeerde die met wat olijfolie en een beetje gekruid zout en roosterde de plakken vervolgens aan beide kanten.

Die avond aten we van de aubergines, ze waren nog lauwwarm tegen de tijd dat we aan tafel gingen. Maar het was veel te veel voor ons tweeën, en zo verdween de rest in de koelkast. Ook de dag erna stond er gegrild vlees op het menu. De koude aubergines konden er prachtig bij. Maak maar een frisse saus, stelde Ellen voor. Aangezien we de groente nog onlangs klaarmaakten met een frisse saus op basis van yoghurt, dacht ik het over een andere boeg te moeten gooien. Ik maakte een soort tomatencoulis, maar besloot de ingrediënten toch wat te bewerken op de stoof.

  • 4 middelgrote tomaten,
  • 1 sjalot,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 mild pepertje,
  • 1/2 theelepel karwijzaad,
  • scheutje bouillon,
  • scheutje olijfolie,
  • peper en zout.

Snijdt de tomaten in kleine blokjes en doe ze in een sauspan. Zet de pan op een heel laag vuur. Hak de sjalot heel fijn en doe die bij de tomaten. Zo ook de knoflook. Haal de zaadlijsten weg uit het pepertje en versnijdt het in heel dunne reepjes, doe bij de saus. Kneus het karwijzaad in een vijzel en voeg het toe. Voeg dan de bouillon en de olijfolie toe en zet het vuur even hoog. Draai dan de warmtebron terug laag en laat de saus heel zachtjes pruttelen, garen en inkoken. Maak af met peper en zout.

  • Opmerkingen:
  • De saus die je zo verkregen hebt houdt het midden tussen een coulis van verse ongekookte ingrediënten en een ingekookte carbonarasaus.
  • De frisheid van de tomaten blijft op deze manier wat beter bewaard en de saus heeft toch meer body dan een saus van ongekookte of niet gebakken ingrediënten.
  • De olie gaat erbij om de saus iets meer zwaarte te geven.
  • De saus kan warm gegeten worden, maar koud is-ie ook uitstekend. Te veel saus is nauwelijks mogelijk, je kunt hem prima bewaren in de koelkast, hij blijft dan dagen goed.
  • De saus doet het ook uitstekend bij gegrild vlees.

© paul

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *