De foto oogt eerder als een lithografie van de Amerikaanse hyperrealistische schilderstroming uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Ellen schoot het plaatje en ze vond het niks; kwestie van fout aan tafel zitten en geen zonnekap ter beschikking hebben. Ik evenwel ben er zeer tevreden mee. Dat harde contrast in het geel van het bier wordt vloeibaar; de vreemde, glasachtige schaduwen van de asbak worden grafische vlakken. De bijna doodgeslagen witte placemat lijkt doorzichtig, behalve dan daar waar het glas voor schaduw zorgt; en dan nog een tafel die schittert als de huid van een jaren-vijftig Cadillac. Eenieder die iets over de compositie te zeuren heeft, straf ik ter plekke af! Geweldig beeld…
Maar nu ter zake. Het voorbije weekend waren we er even niet, we verbleven op onze stek in Luxemburg. Daar vandaan maakten we een paar tochten. Het bezoeken van de Abdij van Orval was er een van. We groetten de paterkes en sloegen er wat bier in. Bij de aanpalende uitspanning genoten we een lichte maaltijd en dronken er een glas. Let wél lezer: we dronken er de Groene Orval…
Wat een maand eerder gebeurde: nog onlangs voerde onze Jongste Bediende met deze of gene Bierkenner een heftig discours over dat bier, gezeten op een van de terrassen die ons Brabants dorp tegenwoordig rijk is. Bierkenner beweerde bij hoog en bij laag dat hij de Groene Orval regelmatig dronk. En dat zou ook best zo kunnen zijn hoor. Bierkenner is dan Paterke in de Abdij van Orval, want daar wordt het bier geschonken. Bij de kloostermaaltijd…
Er is nog een mogelijkheid: Bierkenner gaat regelmatig lunchen in het etablissement bij de abdij, À l’Ange Gardien. Want afgezien van de tafel van de monniken van Orval is dat de enige plaats ter wereld waar het Groene bier wordt geschonken. Bierkenner was echter nog nooit in de Zuidelijke-Ardennen geweest, laat staan in de buurt van Orval. Borreltafelpraat dus…
Je moet het beslist een keer doen, een afstap maken bij de Abdij. Wanneer je weer eens naar het Zuiden suist over ‘s Heren Snelwegen is het een niet al te ingewikkelde moeite om even de grote weg te verlaten. Je tuft een stukje door een lommerrijk gebied en wordt beloond met rust, ontspanning en uitspanning. Een piepklein, maar alleraardigst biermuseum binnen de muren van de Abdij, wetenswaardigheden over klooster en streek, en als beloning een prachtig glas Vloeibaar Goud op het terras van de nabij gelegen uitspanning die behalve naar zijn Franse naam ook luistert naar de het Vlaamse Engelbewaarder.
Vond ik de klassieke Orval altijd al een van de lekkerste bieren op deze aardkloot, de Groene variant is zeker zo lekker. Met een alcoholpercentage van 4,3 % is het aanmerkelijk lichter dan zijn blauwe broertje. Ook smaakt het wat milder, wat minder bitter. En je proeft overduidelijk koreander, een waarlijk gastronomische toevoeging.
Je eet overigens prima bij À l’Ange Gardien. Geen culinaire hoogstandjes, maar degelijke kost. Kroketten van Orvalkaas, biefstuk met een saus van diezelfde kaas, een plank met Ardense vleeswaar of een zwijnenknietje, met roomsaus overgoten. Goed brood erbij en natuurlijk zo’n glas Groene Orval.
Een belangrijke innovatie is dat je het bier ook kunt bestellen in een proefglas, dat wil zeggen in een glas met een inhoud van 15 cl. Kun je als automobilist toch mooi meedoen zonder onmiddellijk aan je tax te geraken. En wil je zo’n proefglas mee naar huis nemen dan kan dat, de Engelbewaarder levert ze voor een paar euro het stuk. Mét groene opdruk en mét de handjes van de Engelbewaarder aan de achterkant in het glas geslepen. (En bedenk: het staat natuurlijk vreselijk interessant wanneer jij, eenmaal weer thuis, die bierproeverij inricht met je vrienden en vriendinnen, en je laat ze nippen uit zo’n unieke bokaal. “Ja, geïmporteerd uit de Ardennen. Paters van Orval, ik ben er kind aan huis…”)
Meer lezen over Trappistenpaterkes en hun Bieren: bezoek TrappistBier Beleven…
© paul