Vandeweek aten we de preitjes met een dressing en gekruimeld ei. Er bleef van de dressing nog een aardig bakje over. Geen nood, in de koelkast kun je dat goedje een hele tijd bewaren.
Vandaag stond er broccoli op de menulijst. Ik besloot er een lauw-warme salade mee te maken, mét die mosterd-sinaasappeldressing. Ellen leerde me hoe je de broccoli fris-groen kunt houden. Het gaat zo:
Snijdt de bloemrozetjes uit de kool. Breng een pannetje gezouten water aan de kook. Wanneer het water kookt doe je de rozetjes in de pan. Wacht tot het water weer aan de kookt raakt en tel dan drie minuten af (of laat het de kookwekker doen). Schud dan de broccoli in een zeef en spoel even met koud water. Laat even goed uitlekken wn stort de broccoli dan in een schaal. Druppel de dressing erover.
Bij een warme maaltijd dien je de broccoli direct op, anders wordt de groente helemaal koud, en je wilde per slot een lauw-warme salade. Maar je kunt de salade ook als koude groente eten, ik heb vannacht van het restant gesmuld.
Gebruik je de stronken, dan moet je die langer koken, anders heb je een hard-zacht gerecht. Ik vind dat uitermate vervelend. Wij bewaarden de stronken voor een groentensoepje. Het ziet er ook veel mooier uit, alleen die bloemrozetjes.
We aten de salade met een eendenpootje en aardappelpuree en een behoorlijk glas Bordeaux. Koffie en bittere chocolade toe.
© paul