Er zijn twee plaatsen op de wereld waar je het Vloeibare Goud van de Trapistenpaters van Orval van de tap kunt drinken. Op de eerste plaats is dat aan de tafel van de paters zelf. Ik weet niet of het bij elke maaltijd wordt geschonken, maar in ieder geval tapt men bij de warme prak.
De tweede plaats is de Aanpalende Uitspanning, luisterend naar de prozaïsche naam De Engelbewaarder (l’Ange Gardien). En verder nergens!
Het tapbier bevat slechts 4,3 % alcohol, in tegenstelling tot het normale Orval, dat 6,2 % bevat. Het ziet er in mijn gedachte ook een tik blonder uit, maar Ellen bestrijdt dat. De smaak is onmiskenbaar Orval, maar milder.
Het bier wordt geschonken in de typische Orvalbokalen. Met dat verschil dat het opdruk op het glaswerk een andere kleur heeft, namelijk groen in de plaats blauw. In de achterkant van de glazen zijn de beschermende handen van de engelbewaarder gegraveerd.
Zoals je kunt zien zit Ellen schielijk, maar met veel genot te drinken (zij wel!). Ik moest rijden, dus ik kon het doen met een paar slokjes voor de smaak. Ik ben evenwel genoeg kenner om met dat beetje te constateren dat het heel bijzonder bier betreft. Bij een volgend bezoek laat ik me rijden…
Heeft dat nu allemaal wel enig belang, dat geschrijf over bieren die je als lezer van je leven niet zult drinken? hoor ik je vragen. Ja lezer, dat heeft het wel…
Je zet toch ook geen vraagtekens bij een artikel over de Borobudur, terwijl je daar nooit zult komen? Nee, je leest er met gretigheid over, het verdiept je inzicht in de wereld, je scherpt je kunstzinnige opmerkzaamheid en je droomt…
Nou, zoiets is dat met dat bier ook. Behalve dan dat je van de Autostrade af kunt gaan wanneer je weer eens naar het Zuiden rijdt. Het zal je niet al te veel tijd kosten. Je bezoekt Orval, je eet een uitstekende maaltijd, je drinkt dat bier van het vat. Het Zuiden kan nog even wachten…
Ik dacht weer eens iets unieks te schrijven… Danny Van Tricht was me voor.
© paul