Ik hoor een hoop gemonkel vanaf de Witte Brug. Marleen en de Jongste Bediende krijgen het voor de kiezen dit jaar. Een mislukte aardappeloogst en tegenvallende opbrengst van de ajuinen. De zonnebloemen worden ontpit door het gevogelte des velds en de perelaar draagt slechts drie vruchten. Kommer en kwel zou je denken.
In een belendend perceel, palend aan de hof van onze vrienden verloopt de oogst iets anders. Ook daar is niet alles naar wens, maar er komen toch met regelmaat schone zaken van het veld. En zo kan het gebeuren dat we zo nu en dan verrast worden met verse onbespoten groenten van allerhande soort.
Neem nu die snijboontjes. Niet te dik, niet te grof, en kakelvers. Zelf snijden is het credo. Met het molentje. De geur die dan in je neus kringelt is met niets te vergelijken. De sensatie is overweldigend, zoiets als door een vers gemaaid hooiveldje lopen. Je krijgt er geen genoeg van.
Snijden en meteen in de pan. Beetgaar koken, paar klonten boter erover en je heb Haute Cuisine. Ellen maakte er gehaktballen bij en aardappelpuree. Voor mij mocht het een vleesloze maaltijd zijn. Ik had genoeg aan die snijbonen…
Inderdaad alleen de snijlucht al. Zo kan je al met weinig gelukkig zijn als je het maar kan waarderen. Smakelijk.
Ach, wat wens ik Marleen en de JB van harte een beter seizoen toe komend jaar.
Maar inderdaad, verse, (biologische) snijbonen in flinke klont boter…welk een tractatie!
Ik kan het niet laten om er nog wat versgeraspte nootmuskaat over te doen. Het snijbonen-molentje is bij mij gelukkig al lang verdwenen:sommige apparaten wil ik – nog – niet missen, maar snijbonen hak ik gewoon even met scherp mes in iets grovere stukjes. Smullen…en mét dan wel zonder molentje: verrukkelijk!
Groet,
sanne