Vandeweek aten we ieder een kalfskarbonade. Keurig vlees, enige dagen eerder aangeschaft bij onze Turkse slager in Helmond. Maar het artikel gaat eigenlijk over iets anders, de kleine groenige mopjes die op het vlees liggen: ansjovisboter.
Je kunt die kant-en-klaar kopen in de betere delicatessezaak, maar veel bevredigender is het om die zelf te maken. En het is doodeenvoudig.
- 4 ansjovisfilets,
- 4 tenen knoflook,
- vers gehakte peterselie,
- boter,
- peper en eventueel zout.
Je kunt die boter maken met een keukenmachine of staafmixer, ik gebruikte een vijzel. Gewoon het ouderwetse handwerk. Het resultaat is wat ruller van consistentie. Niet zo gladjes en stukgedraaid. Ik schreef daar al eens over in een artikel over vijzels… Ik gebruikte ditmaal onze middelgrote vijzel.
Doe de ansjovisfilets in de vijzel en druk ze tot pulp. In het begin moet je even flink druk zetten, daarna doet de stamper het werk zelf. Je hoeft hem dan alleen nog maar snel rond te draaien. Het gewicht van de stamper zorgt voor de desïntergratie van je vis. Doe er vervolgens de schoongemaakte en geplette tenen knoflook bij. Ook hier weer even druk uitoefenen tot de zaak uit elkaar valt. Wanneer je een min of meer homogeen papje hebt kan er gehakte peterselie bij en de boter in klontjes. En almaar draaien met de stamper… Na korte tijd is je ansjovisboter klaar. Maak de boter af met wat peper uit de molen en eventueel wat zout (Let op, de ansjovis is zout). Ik gebruikte gezouten boter, dus ik hoefde so-wie-so niks bij te voegen.
Schep de boter in een kommetje en laat hem even opstijven in de koelkast. Je kunt de boter voor langere tijd goedhouden, mits goed gekoeld.
Zo eenvoudig is het écht… Hoeveel boter je gebruikt is afhankelijk van je smaak. Dat geldt ook voor de hoeveelheid peterselie. (En natuurlijk kun je met de rest van de ingrediënten ook spelen.)