Het is zoiets als een open deur intrappen, maar ik doe het toch nog maar ‘n keer. Al denk je dat er niks meer in huis is, er is altijd voldoende voor een lekker maal. Twee gekookte aardappeltjes van gisteren, een gevonden paddenstoel en het restje spek dat achter in de koelkast ligt uit te drogen. Vijf minuten werk, je lunch is klaar. En wat voor een lunch!
Op de avond dat we hier in onze buitenlandse woonst aankwamen moest er nog snel wat gegeten worden. Ellen maakte een linzenschoteltje van wat er nog was en dat wat we aan restjes van thuis hadden meegenomen. Het ging als volgt:
- 1 blikje linzen, uitgelekt,
- stukje spek in dobbelsteentjes,
- scheutje olijfolie,
- 2 teentjes knoflook, fijn gehakt,
- 1 uitje, fijn gehakt,
- paar fijngesneden champignons,
- wat verse peterselie,
- peper en zout.
Verhit de olie in een koekenpan. Bak het spek uit op niet te hoog vuur. Voeg dan de knoflook en het uitje toe en laat ze glazig worden. Lat gelijkertijd de champignons meebakken. Stort er de linzen op, roer het geheel om en laat de linzen warm worden. Gebruik peper en zout naar smaak, maar let op want het spek kan gezouten zijn. Bestrooi het gerecht met verse peterselie en dien het warm op.
Wij aten er vers brood bij en een paar kleine zure augurkjes. Maar een aardappel kan ook, of pasta, of rijst.
© paul