Alweer tijden geleden hadden we een citroenboompje in onze tuin. We hebben er een paar jaar van geoogst. Mooie kleine citroentjes, eigenlijk eerder limoentjes waren het. Ze werden alleen gebruikt voor speciale gelegenheden, want zoveel doneerde de plant nu ook weer niet. Op een goede dag gaf het boompje de geest. Waarom dat was hebben we nooit kunnen achterhalen. Exit boompje, exit exclusieve vruchtjes.
Dit voorjaar schaften we opnieuw een exemplaar aan, indachtig de lol die het vorige ons leverde. Het was een ander type, of soort, of ras, zoveel was wel duidelijk. Maar de prijs was goed en het boompje zag er mooi uit. Er hingen al een paar vruchten aan, bijna klaar om te oogsten.
Sindsdien heeft het boompje vrucht gegeven, opnieuw gebloeid en alweer citroentjes ontwikkeld. De vruchten hebben geen limoenachtig karakter. Het zijn forse citroenen met een dikke schil. Zo’n schil die je bij uitstek gebruikt om te raspen. Geweldig geurend, heerlijk van smaak. Het vruchtvlees is uiteraard zuur, maar van het milde soort. De bloemetjes ruiken overigens ook oorverdovend (excuse le mot).
Het boompje staat intussen binnen, in het achterhuis. Het hoeft niet naar de potplantenstalling, want uit ervaring weten we dat de bloei ook ‘s winters doorgaat. Dat vorige boompje zette dan de hele achterkamer in geur. Dat zal dit exemplaar ook doen, toch?…
©paul