We gingen naar Munster en kochten er Munster. Een beetje omslachtig misschien, maar we logeerden in de buurt, in het dorpje Bar, dus zo heel vreemd is dat nu ook weer niet. Vooral niet omdat we al tijden lazen over de befaamde Munster Fermier, en die is nauwelijks ergens anders te krijgen dan aan de bron, Munster dus. En het was de moeite waard.
Zoals zoveel kazen in Frankrijk heeft de échte Munster een Apellation Contrôlée.
In en om Munsterstad wordt zo ongeveer 9000 ton kaas geproduceert. Daarvan is slechts een klein deel gerechtigd de naam Munster Fermier te dragen, n.l. 600 ton. Die kaas is geproduceerd op de boerderij, onder streng bepaalde omstandigheden en van vastomschreven grondstoffen.
De melk is afkomstig van een koeienras, genaamd Vosgiennes. De beste kazen worden in de zomer en vroege herfst gemaakt, omdat dan de melk het smakelijkst is. En dat komt dan weer omdat de koeien zich tegoed hebben gedaan aan de keur van kruidige gewassen die groeien tussen het gras van de bergweiden.
In Munster wordt al sinds de vroege middeleeuwen kaas gemaakt, met name door de monniken van de abdij die daar in de tweede helft van de zevende eeuw werd gevestigd. Uit die productie ontwikkelde zich de nu zo beroemde kaas.
De Munster behoort tot de familie van de zachte roodflorakazen. Het is een krachtig smakende én geurende kaas.
De kaas heeft een gladde, wat vochtige oranje korst. Het zuivel is romig, en wat brokkelig als de kaas nog jong is. De smaak is notig. Wordt de kaas ouder, dan wordt de korst roder, natter en de zuivel zacht tot vloeibaar.
Munster geurt sterk, en als je niet van die geur houdt zul je het mogelijk penetrant vinden.
Maar let op: de kaas mag dan sterk geuren, NOOIT mag hij scherp of vies ruiken. Is dat het geval, bedank dan beleefd en geef de kaas terug!
Ons kaasje woog ongeveer 450 gram. De kiloprijs was 13 Euro, dus reken zelf maar uit. (Werkelijk géén geld voor zulke goddelijke waar!) Het werd keurig in plastic vacuum verpakt, zodat we het heelhuids en in goede conditie thuis konden brengen.
Het bovenstaand verhaal geldt voor álle Munsterkazen met een A.C. Kun je echter een Munster Fermier aankomen, aarzel dan niet niet, maar schaf aan. Die heeft alles wat een Munster moet hebben, maar dan nog beter en lekkerder.
Gisteren verwerkte Ellen de kaas in haar Elzasser karbonaden, en aten we een stukje toe. We dronken er een Klevener uit Heiligenstad bij.
Vanavond zullen we er Gewürtstraminer bij drinken, want dat is echt de gedroomde combinatie.
Wil je toch Munster, en ben je genoodzaakt je inkopen dicht bij huis te doen dan is een alternatief: Le Munster de Grand’Pére Fischer. Dat is een fabriekskaas, maar met A.C. Grootgrutter AH voert de kaas regelmatig in zijn assortiment. En met een beetje zoeken vind je er nog meer.
© paul