Al jaren schrijf ik dat wanneer je bonen, linzen of andere peulvruchten kookt, het zout pas toegevoegd mag worden als de peulvruchten gaar zijn… Overal lees ik dat en dus nam ik dat altijd maar voor waar over… Ik heb het eerlijk gezegd ook nooit anders geprobeerd… Tot ik deze week een artikel op het weblog van Klary Koopmans las over ‘bonen en zout’. Zij schreef al eerder over haar manier van gedroogde bonen koken Iemand vroeg haar onlangs of ze dat ook echt serieus getest had; “Side by side”. Dat had Klary niet, en ze bedacht dat dat eindelijk maar eens moest gebeuren. Klary bracht maar liefst vier pannen bonen aan de kook; twee pannen ongeweekte bonen, één mét zout, één zonder en twee pannen voorgeweekte bonen, waarvan één met en één zonder zout. Lees haar verslag van de Side By Side Test.
Conclusie; het maakt niet zoveel uit of je de bonen eerst weekt. Ze moeten dan natuurlijk wel langer koken. Maar goed, mocht je zin hebben in lekkere zelfgekookte boontjes, maar je vergat 10 uur tevoren de bonen in de week te zetten…, geen nood. De ongeweekte bonen moeten dan wel zo’n 2 uur zachtjes garen, maar dan heb je ook wat! Ook het verschil van zout toevoegen vóór of ná het garen maakte volgens Klary niets uit, lees maar terug in haar verslag. Zij heeft er veel moeite op gedaan om een keurige test uit te voeren. Ze heeft hapje voor hapje de bonen in diverse stadia geproefd… Wij mogen haar wel heel dankbaar zijn. Alweer een vooroordeel uit de wereld geholpen!
Door het mooie bonen-test-verhaal kregen wij hier op Het Ministerie ook zin in zelfgekookte boontjes. Ik had bij de Gezonde Apotheker onlangs een zakje Krombekken gekocht, een mooie grote, witte bonensoort. Omdat ik gisteren al zin had in de boontjes en wist dat ik er vandaag geen twee uur kooktijd aan wilde besteden, heb ik ze toch maar voorgeweekt. De boontjes hoefden nu maar een krap uur te garen.
De krombekken dus gisteren om 23.00 uur in ruim koud water te weken gezet. Vandaag om 18.00 het weekwater weggegoten en
- 300 gram boontjes (droog gewogen)
- wat zout
- een laurierblad
- een sjalot
- twee teentjes knoflook
- een flinke tak rozemarijn
- een scheutje olijfolie
- koud water
De boontjes opzetten in ruim koud water en met alle ingredienten aan de kook brengen. Dan zachtjes op een klein pitje laten garen. Deze krombekken waren in 50 minuten gaar en boterzacht.
Een deel verwerkte ik in een stoofschoteltje met tomatensaus, van de rest maak ik een bonensalade.
© ellen.