Een knus samenzijn met een paar patiënten, eiersalade, rauwkost en een fles bubbeltjeswijn. En niet te vergeten de oliebollen van Ellen. Zo startte ik zojuist het nieuwe jaar.
De laatste keer dat ik oud op nieuw thuis vierde is alweer eeuwen geleden. Ons huis vol volk, “Sientje van Loon” nog compleet, Julia boven in een bedje, de Twins bestonden nog niet. Het sneeuwde en het hele dorp lag onder een witte deken. Vriend Nico had een grote mat Chinees vuurwerk aangeschaft. Illegaal van bij ons over de grens, zo was Nico…
Duizenden en duizenden rotjes via een soort levensslagader met elkaar verbonden. Eenmaal de fik erin en de hele serie ratelde minutenlang, niet te stoppen. We hadden het gevaarte op ooghoogte opgespannen op de brede stoep van het Café aan de Overkant. Om een of andere reden waren ze dat jaar niet open op Oudjaar. Klokke twaalf ontstaken we de kleurige fontijntjes en nog wat losse flodders. En toen dan het klapstuk. Oorverdovend knetterend en een zee van licht verspreidend was dit de apotheose van de Jaarwissel. Vanuit alle hoeken stroomden buren toe, het exploderend gevaarte trok onweestaanbaar publiek aan zoals een olielamp motten. Even was ons vuurwerk het centrum van het universum. Oogverblindend licht en een nevel van giftige dampen.
Niemand had het beest zien aankomen, maar uit het donkere niets was het plots daar. Een reusachtige Bouvier, schofthoogte één meter. Het beest stormde als dol op het vuurwerk af en zette zijn reuzenmuil in de exploderende rotjes. Het jankte van de pijn maar wist van geen ophouden. Telkens opnieuw probeerde het beest met een ongekende furie het inferno te bestrijden, zich steeds heftiger verwondend. Voor de omstanders had het dier geen oog. En plots was de hond weer weg, ons achterlatend in verbijstering. We zijn dan maar naar binnen gegaan. Niemand van ons had ooit in z’n leven zulk vreemd en beangstigend gedrag van een hond gezien, zo gestoord…
De volgende ochtend begon ik vroeg met het opruimen van de rotzooi. Door de hitte van de explosies was de sneeuw gesmolten, de restanten van de rotjes waren in de prut gevallen en in de loop van de nacht was het zaakje weer bevroren. Ik moest de rommel met een schop en een bijltje losbikken. In de bevroren sneeuw stonden overduidelijk de pootafdrukken van de Bouvier. We hebben nog wat rondgebeld, maar niemand wist iets van de hond af. En ook had de Dierenartsenpraktijk geen gewonde Bouvier te behandelen gekregen. We hebben er nooit meer iets van gehoord, maar altijd rond de Jaarswisseling spookt het beest door mijn hoofd.
Een Gelukkig Nieuwjaar allemaal.
© paul