Een echt visland is Luxemburg niet. Maar hun gefrituurde voorntjes uit de Moezel moet je zeker een keer gegeten hebben. En natuurlijk de forellen. Kakelvers en goed behandeld. Niemand heeft de huid met z’n handen beschadigd.
Ellen bakte dit exemplaar à la meuniere, heel lichtjes bestoven met meel, in de boter. Stukje citroen erbij en wat mierikswortel uit de tube. Zo simpel kan het leven zijn. We aten de forel op een zonovergoten teras. Daarbij hoorde natuurlijk een Luxemburgse wijn, ik geloof dat het Riesling was.
À la meuniere betekent simpelweg: op de manier van de molenaarsvrouw. Het verhaal wil dat de molenaarsvrouw altijd stoffige handen heeft, vanwege het vele meel in haar omgeving. En dat kleine beetje meel aan die handen is voldoende om een gerecht te bestuiven. Enfin, voor wat het waard is…
© paul