De afdeling Productinformatie van het Ministerie had even geen eigen plaatje beschikbaar en stal dus het bovenstaande van het internet. Niet origineel, maar wél mooi. Zowel het plaatje als dit artikel gaan over Tamarinde.
Hoewel oorspronkelijk afkomstig van Oost-Afrika wordt de boom al sinds mensenheugenis gecultiveerd in tropisch Azië en sinds een paar honderd jaar ook in Zuid-Amerika. De boom levert hout, schors, vruchten en bladeren die allen hun toepassing kennen, vooral medicinaal. Waar het in dit stukje over gaat zijn de peulen. Die leveren namelijk de grondstof waarvan het keukengoedje wordt gemaakt dat we kennen onder dezelfde naam als de boom: Tamarinde.
De peulen van de Tamarindeboom bevatten vruchten. Het pulp van die vruchten wordt samengeperst, met of zonder pit. De klonters pulp worden gedroogd en verdeeld in plakken. Je kent het mogelijk uit de Indonesische keuken. Het heet dan Asam (ook wel assam) en is in veel Indonesische gerechten onontbeerlijk. De tamarinde zoals Ellen die gebruikt heeft een iets andere bewerking ondergaan en komt in de handel als een dikke pasteuze siroop. Zo wordt het verwerkt in de keukens van Midden-Azië en India. Ook in het Midden-Oosten vindt je het terug. Het recept waarin Ellen de Tamarinde verwerkt komt uit de Joods-Perzische keuken.
De smaak van Tamarinde is zurig-fris en mild, soms rins met een klein zoetje. Je gebruikt het voornamelijk als smaakmaker. Maar ook maakt Tamarinde het vlees malser en heeft het een licht conserverende werking.
Wij kochten onze Tamarindepasta bij een toko in Helmond. We betaalden voor een potje van 300 cc € 1,50. De prijs van asem weet ik zo niet, maar asem is niet duur. Ook te bekomen bij de toko.
Wil je nog wat Tamarindeplaatjes zien, klik dan HIER.
© paul