Wij eten mosselen meestal heel simpel; snel gekookt met wat prei en ui, zelfgemaakte mayonaise erbij en wat brood of een paar frietjes. Niks mis mee. Van een twee-kilo verpakking houden we altijd mosselen over die we dan de volgende dag voor de lunch even bakken in wat boter. Lekker, maar we wilden wel eens iets anders. Tegenwoordig bieden vishandelaren ook wel verpakkingen van 1 kilo mosselen aan en dat is dan voor ons net genoeg. Dit keer waren de verpakkingen van één kilo op en ik besloot het restant van de mosselen nu eens anders dan anders te verwerken, een mooie blanke ragout, daar hadden we zin in.
- Voor vier personen
- ongeveer 300 gram mosselen, gekookt en uit de schelp gehaald
- 300 gram kabeljauwfilet in niet te kleine stukken gesneden
- 1 sjalot, heel fijn gehakt
- 40 gram boter
- 60 gram bloem
- ongeveer 3 dl kookvocht van de mosselen
- een scheutje witte wijn
- een scheutje room
- wat citroenrasp
- peper en zout
- wat fijngehakte peterselie
- scheutje tabasco
- 4 pasteibakjes
Verwarm de boter en smoor daarin de sjalot even aan. Voeg de bloem toe en laat die even zachtjes meebakken. Blus af met een scheutje witte wijn. Voeg dan zoveel mosselvocht toe tot je een mooie gebonden massa krijgt. Een scheutje room erbij en de citroenrasp en gehakte peterselie. Dan de stukjes vis toevoegen en de mosseltjes. Even goed doorwarmen en verder op smaak brengen met peper en zout en eventueel een scheutje tabasco. De vis is vrijwel meteen gaar. Bak intussen de pasteibakjes in de oven tot ze mooi knapperig zijn.
Vul de pasteibakjes met de romige ragout en serveer met een groene salade. Kopje espresso toe!
© ellen.