Enige tijd geleden zond onze Haagse buurman in Luxemburg via Facebook Ellen bovenstaande afbeelding. Constant vond het wel grappig, en Ellen ook. Het duurde even voordat ik het gedoe kon plaatsen, maar ik kwam er tot mijn verbazing achter dat het één van de whiskystokerijen betrof van het eiland Islay. Het eiland dat mijn favoriete whisky’s produceert:Lagavulin en Laphroaig. Op de foto zie je de Port Ellen Distillery. Wereldvermaard in Schotland, maar toch ook bij kenners over de rest van de wereld (ik reken mij daar niet toe…).
In mijn naïviteit zag ik een geheel nieuwe hobby zich openbaren. Ik ging dat spul drinken, misschien wel verzamelen. Ik kwam zo zoetjes op een leeftijd dat je het je als gedistingeerde oude heer kon permiteren om een beetje dik te doen met je hobby’s, zonder direct voor patser te worden uitgemaakt.
Ik zocht even in mijn Wisky bijbel (Michael Jackson, dezelfde als die van het bier…) en vond een knetterende recentie. Jackson vond het goed, dan vond ik het goed!
[“Schat, ik ben een beetje stram vandaag. Zou jij even de Ellen uit de kelder willen pakken? Nee, niet die aangebroken fles. Pak die nieuwe maar, die uit ’72…” En vanuit mijn clubfauteuil glimlachte ik minzaam naar mijn gasten. Ze zouden wat beleven…]
Bij de eerste fles die ik op internet tegen kwam was het meteen raak. € 921,- (negenhonderdeenentwintig euro) en dan was de korting er al af. Dag hobby… Uiteindelijk vond ik wel goedkopere Ellens, maar het bleef toch hangen bij een minimum van tweehonderdvijftig euro. En voor dat geld had je natuurlijk niet het beste uit de stokerij… Enfin, ik zag er dan maar vanaf.
Een beetje doorzoeken leerde me dat de Port Ellen Distillery in 1983 is gestopt met whisky maken. Wat er nu nog op de markt komt is stokoud. Het aanbod wordt steeds minder en dat drijft natuurlijk de prijs buitensporig op.
Ligt genieten van Port Ellen dan geheel buiten mijn bereik? Ik dacht het niet. Port Ellen mag dan geen whysky meer stoken, ze mouten voor het hele eiland (acht distillery’s), ook voor mijn Lagavulin en ook voor mijn Laphroaig . Bij Port Ellen zijn ze verantwoordelijk voor de met turf gerookte mout, voor die typische “peated tatse”, voor die smaak en geur van zeewier en jodium. (“Love it, or hate it. No go betweens.”)
Mijn Ellen noemt het in een goede bui ziekenhuisdrank. In een mindere heet het fenoljajum…
(Nu ik overigens toch zit te zwetsen: via de Jongste Bediende wordt mij de kans geboden een vierkante voet (oppervlaktemaat…) van het eiland Islay in erfpacht te nemen. Gratis en voor niks. Hoe dat in z’n werk zal gaan hoor je later.)
© paul
Prachtig verteld weer Paul!
Mijn man heeft al verscheidene (miniscule) stukjes grond op Islay in erfpacht. Je kunt er niets mee, maar het is wel grappig. Ook hij is een fervent liefhebber van Laphroaig.