Ik lag te slapen, boven. Ellen was nog steeds gekluisterd aan de bank, beneden. Dus toen de voordeurbel overging opende het Kind min of meer namens ons de deur. Op de stoep stond Terrence. Hij had een karton bier in zijn hand, Guinness. Hij dacht al wel dat ik sliep, en nee, hij had geen tijd om binnen te komen… Of het Kind dat bier aan Sleeping Beauty wilde doen toekomen.
Beleefd als ze is nam het Kind de gulle gaven aan. Wel schoot het even door haar brein: Welke Ier, het zij ingeburgerd dan wel authentiek, staat zomaar vrijwillig zijn Guinness af? Is er misschien iets mis mee?
Laat ik er geen misverstand over bestaan: Terrence is een gastvrij man. Ik weet dat, ik heb feesten mee mogen maken in hullie huis, niemand kwam ook maar het geringste tekort…
Nee, het zit anders. Het gaat over het bier. Over de policy van de Guiness brouwerij. Die hebben namelijk al heel lang geleden besloten om elke markt in de wereld op zijn of haar wenken te bedienen. De Indiase markt, de Afrikaanse markt, de Thaise markt, de Chinese markt, en ook de Belgische. Altijd gebrouwen at Saint James’ Gate in Dublin.
Voor onze contreien betekende het dat ze ergens aan het eind van de negentiende eeuw een speciaal Guinness bier gingen brouwen voor ene meneer Martin, van oorsprong Engelsman, maar ook kleine brouwer en bierhandelaar in Antwerpen. Aangepast aan de smaak van België-fin-de-siécle brouwden ze een zwaar stout. Dat viel in de smaak, en dat doet het nog steeds.
Ik ben gek op dat Stoutbier. Hoog alcoholgehalte (7%), zo bitter dat je wangen onwillekeurig naar binnen puilen en een lange afdronk waarbij de smaak van laurierdrop nog tijdenlang in je mond blijft hangen. Bier dat oogt zo zwart als de nacht…
De meeste Ieren hebben daar niks mee. Zij houden van hun Guinness van de tap. Mild, tikje hop, bittertje, 4,8 % alcohol, niet te overdreven. En vandaar: Terrence heeft niks met dat Belgische Guinness.
Enfin,… de gulle gaven werden natuurlijk in dank geaccepteerd. Ik dronk een paar flessen bij de eerst volgende gelegenheid. Ik diepte er zowaar mijn half-a-pint glas voor op uit de kelder. Enig decorum is me niet vreemd…
En nu ik erover nadenk schiet me een enorme blunder door mijn hoofd. Guinness en Oesters, die moordcombinatie… Ik probeerde dat uit met het Belgisch Guinness en ik vond het niks. Terwijl het hele gedoe natuurlijk gaat over Oesters met het originele Ierse Draft…
Stom, stom, stom…
Haja, er gaat niets boven een fikse wandeling in de Ierse Connemara, door regen, wind en zeelucht, en dan met modderige schoenen en rode wangen binnenstappen in O’Dowd’s seafood bar, een warme welkome pub, in het alleraardigste vissersdorp Roundstone voor een Guinness met zilte Connemara-oesters bij het haardvuur.