Mensengoedheid, waar blijft de tijd? Alweer twee weken geleden dat we in Lier waren, dat Vlaamse stadje dat eens een voorname Vlaamse Stad was. Met een grote gotische kerk, een basiliek waardig. Met een Belfort, een begijnhof en een astronomisch uurwerk op de stadstoren. Met twee stedelijke musea en een groot plein omzoomd door terrassen.
Het was de eerste zonnige dag na een periode van nattigheid. De terrassen zaten dan ook afgeladen vol. En overal zag ik dat Pallieterbier, ik kende het niet.
Enig speurwerk leerde me dat het bier speciaal gebrouwen wordt voor de stad Lier. Door de microbrouwerij Achilles te Itegem. Die brouwerij verzorgt wel vaker van die speciale brouwsels voor particuliere opdrachtgevers. En ze doen het niet slecht…
De driebandstoter Raymond Keulemans komt van Lier, zo ook de acteur Pol Goossens (‘Allez Suuske…”) en dan nog oud-premier Gaston Eyskens. Maar het beroemdste kind van de stad is beslist de schrijver Felix Timmermans. Zijn opus magnum heet Pallieter, ij schreef het in 1916. Het boek werd wereldwijd een succes, het werd in veertig talen vertaald.
Pallieter staat voor de levensgenieter, voor de Vlaamse volksaard, Ach, brave lectuur, maar niet onaangenaam om te lezen. Ergens in ons huis slingert het boek rond, ik kon het gisteravond niet vinden, ik kan er dan ook niet uit citeren…
Enfin, de naam van het bier is hiermee wel verklaard, dunkt me. En het werd rijkelijk geschonken, dat bier. Voor zover ik kon constateren op elk van de talloze terrassen aan de Grote Markt. Ik zoek er mijn proefnotietie bij en ik lees: “Heel behoorlijke tripel, geen bijzondere kenmerken…” Het alcoholpercentage beliep een goede acht procent.
Voor zover ik me kan herinneren smaakte het bier me best, daar in het zonnetje. Niet had ik de aandrang om wat extra flesjes in te slaan en bijvoorbeeld Vriend Jan deelachtig te maken van deze vondst. Zoals ik al zei: een heel behoorlijke tripel, geen bijzondere kenmerken…