Appeltjes zijn zo gewoon dat je vergeet dat je er ook over kunt schrijven. Op het Ministerie staat altijd een goed gevulde fruitschaal, en appeltjes vormen een belangrijk bestanddeel van de inhoud. Meestal de gewone soorten: de Elstar, de Jonagold, en af en toe een Granny Smith. Zonder Goudrenetten bakken we geen appeltaart en zonder Sterappeltjes is het geen zomer. Een appeltje bij het ontbijt, als tussendoortje, als onderdeel van de lunch. Gewoon dus, net als bij jullie thuis. Collega Linda is ook een fervent appeleetster, maar zij houdt het meer met exoten. Ze verraste het Ministerie met onder anderen de Fuji uit China en Imperial Gala uit Brazilië. Wij houden het normaal bij inheemse soorten en rassen, maar zijn niet te beroerd om noviteiten te onderzoeken. Dus kochten we bij onze vaste sinaasappelboer op de markt de Galaxy Gala. Volgens de marktkoopman kwamen ze uit China. Gala is het basisras, Galaxy de variëteit. De kleur is roze-rood met iets donkerder vertikale strepen. Het wat bleke uiterlijk trok ons wel aan. In een romantische bui zou je een vergelijk kunnen maken met jonge juffertjes uit de 19e eeuw, een beetje broos. Een beetje bleek en broos was echter ook de smaak. Een zoetje, niks uitgesprokens. De appel had gelukkig een stevige structuur. De beloofde sappigheid hebben wij niet ontdekt. We zullen nog wat onderzoek doen de komende tijd en de lezer kond doen van onze bevindingen. We hebben er echter een hard hoofd in. De “nieuwe” smaken zijn op zoet gericht, en dat is niet bepaald wat het Ministerie zoekt. En van uiterlijk raken we ook niet direkt onder de indruk. En verder zijn we van mening dat fruit gewoon uit Nederland en direkte ommelanden dient te komen.
© paul