Mijn eerste vrije dag na een lange werk-sessie begint doorgaans met uitslapen. Ik heb nog gehoord hoe Ellen en de jongste bediende rond zevenen het huis verlieten, maar ik zakte moeiteloos weer weg in een droomloze slaap. Als altijd moet ik bij ontwaken mijn schuldgevoel over het lange slapen afkopen met een stevige wandeling. De hond is er goed mee en ik krijg weer een klare kop. Via de Hoef naar de Pandelaarse kampen en dan binnendoor over twee “nieuwe” paden, door de Kleikampen, terug naar de Haag. Koud, beetje nevelig, maar de zon brak door en verschafte een zeldzaam mooie blik op het oude dorp. Onderweg liep ik te denken over een artikel voor het log, maar er schoot me niks te binnen. De enige culinaire revelatie was het koppel fazanten dat, door Max opgeschrikt, het luchtruim koos. Iets geheel anders dan maar. De opmerkzame lezer zal het al wel zijn opgevallen. Er pronkt een nieuw “klikbordje” op het log. Of het er lang zal staan is maar de vraag, want Ellen vind het, geloof ik, niet zo’n succes. Ik wel! Het bordje is onderdeel van een setje. Er hoort een vergiet bij en het is bedoeld als fruitschaal voor bessen of andersoortige vruchtjes die vóór gebruik gespoeld dienen te worden. Het bordje fungeert daarbij als lekschaal. Het setje is van Tsjechische makelij en stamt van rond of net na de tweede wereldoorlog. De motieven zijn er met de hand op geschilderd in een techniek die “opglazuur” heet. Dat is slecht gedaan, zodat, door veelvuldig afwassen, schade is ontstaan aan de afbeeldingen. Mijn ouders kregen het setje als huwelijksgeschenk, begin 1952. De identiteit van de gulle gever is verzonken in de mist van de tijd, en er is niemand meer om er navraag over te doen. Mijn moeder vond het, geloof ik, niet zo mooi en het belandde dan ook al in mijn kindheid op een schap in de kelder. Een goede dertig jaar geleden heeft ze het ons geschonken, ik hoefde er niet eens om te zeuren. Sinds dien koester ik het setje, we gebruiken het regelmatig. We zullen overigens spaghetti eten en tomatensalade.
© paul