Het is nog niet zo heel lang dat het gebied rond het bedevaartsoord Vezelay in de Morvan haar wijnen Bourgognewijnen mag noemen. En dat terwijl er toch al sinds het begin van onze jaartelling een rijke wijntraditie bestaat. We kochten er bij een kleine boer in Asquin (waar we kampeerden) een voorraad om mee naar huis te nemen, rood zowel als wit. We wilden ook de wijngaarden van de boer bekijken en aansluitend een wandeltocht maken door de rest van het Vezelay wijngebied. Het was hoger en verder dan we in aanvankelijk vermoedden. Het beetje proviant en water waren niet toerijkend voor de tocht, maar zoals zo vaak bij dat soort ondernemingen hielp het toeval ons uit de nood. We wisten het niet en waren daarom aangenaam verrast toen we via onverharde wegels het plaatsje Saint Père in wandelden. Het was een feestdag en dat werd in de open lucht gevierd. Hele families aan lange tafels, en volop te eten en te drinken. Er werd gul geschonken, gegrillt en gebakken. Ik at er voortreffelijke pensworstjes en Ellen fijns van de Charolais. We bestelden water want we moesten zo meteen nog een eind lopen. We kregen echter bekertjes met een licht rood goedje aangeboden, gratis en voor niks. Weigeren zou onbeleefd zijn. Wie schetste onze verbazing na de eerste slok. Het vocht was zoet, fris en fruitig. Even later vonden we uit hoe het zat. Ook in de buurt van Saint Père wordt Crème de cassis gemaakt. Het is een goede gewoonte om jonge witte landwijn aan te lengen met eerste klas cassis. Het resultaat is verbazingwekkend lekker. En vreemd genoeg paste het uitstekend bij de stevige kost van gegrillt vlees en worstjes. En ze waren er scheutig mee, daar in Saint Père. Onze bekers waren nog niet leeg of er stonden alweer nieuwe op tafel. Aardig volkje, die Bourgondiërs.
© paul