Het was nog een heel gepieker hoe ik de enorme courgette zou verwerken. Toen ik de groente uiteindelijk aansneed bleek het een melig ding waar maar een gedeelte bruikbaar van was. De rest gaat dus in de biobak. Jammer. bij het zoeken naar eerdere verwerking van courgettes stuitte ik op Picalilli.
al heel lang niet meer gemaakt èn gegeten. Vóór de intrede van de mayonaise werd bij ons thuis vaak picalilli gegeten bij gebakken aardappeltjes bijvoorbeeld. Een nostalgisch recept dus, maar best lekker af en toe.
Je hebt nodig 2 grote potten met afsluitbare deksel, liefst weckpotten met ring en beugel.
De potten afwassen en dan in heet water met soda naspoelen. Zet ze daarna omgekeerd op een schone doek.
1 kilo groenten, bijvoorbeeld sperzieboontjes, wortel, ui, knoflookteenje, selderij, paprika, bloemkool of verzin maar iets, en natuurlijk courgette.
300 gram grof zout
1 eetlepel gemalen kurkuma
4 theelepels gemberpoeder
4 theelepels mosterdpoeder
250 gram suiker
1 liter azijn van minstens 5 %
30 gram maizena
Snijd de groenten in kleine stukjes en leg ze in een stenen kom met ongeveer 300 gram grof zout in lagen afgewisseld. Dek de kom af en laat de groenten zo 5 uur staan. Spoel de groenten dan af en laat ze goed uitlekken.
Doe kukuma, gemberpoeder, mosterdpoeder, suiker en de azijn op een klein beetje na in een pan en meng alles goed. Doe er de groenten bij en breng lanzaam aan de kook. Laat ongeveer 15 minuten koken. Schep de groenten met een schuimspaan in de potten. Los de maizena op met de overgebleven azijn en voeg bij de vloeistof in de pan. Laat het zo nog 3 minuten onder voortdurend roeren doorkoken.
Giet de vloeistof dan in de potten over de groenten en sluit de potten meteen.
De picalilli is na 5 weken klaar voor gebruik. Tot zolang bewaren in de kelder.
Lekker bij gebakken aardappeltjes of frietjes met koud varkensvlees.