Gisteren aten we schouderkarbonaden. Wij vinden deze varkenskarbonaden allebei heel smakelijk en eten dit vlees dus ook vaak. De variatie is dan niet het vlees, maar de saus die ik erbij maak. Schouderkarbonaden moeten even stoven en door het beetje vet blijven deze karbonaden ook mals, in tegenstelling tot bijvoorbeeld ribkarbonaden, die moet je kort bakken anders worden ze droog. Soms stoof ik het vlees in een saus, gisteren maakte ik de saus apart:
Braad de karbonaden in wat boter aan beide kanten bruin. Voeg 4 hele teentjes knoflook toe en bak die mee tot ze heel lichtbruin zijn. Blus dan af met een scheutje witte wijn en laat het vlees zo 45 minuten zachtjes stoven.
Doe in een sauspan een kopje bouillon en laat dat wat inkoken. Voeg er 1/8 room bij en laat even inkoken. Voeg een kleine eetlepel tomatenpuree toe (ik gebruik triplo van Mutti, die is flink geconcentreerd), een drupje tabasco, wat versgemalen zwarte peper, een paar blaadjes gehakte basilicum, wat geraspte citroenschil en een scheutje van het stoofvocht van het vlees. Schep de knoflookteentjes uit de pan en druk ze fijn in de saus. Laat de saus nog even inkoken en serveer dan met het vlees. De saus bindt prachtig zónder bloem toe te voegen. Dat komt door het gebruik van goede gelatineuse bouillon.
We aten er broccoli bij en aardappelpuree. Een kopje espresso toe.
@ ellen