Crémant d’Alsace…

2 februari 017

Misschien herinner je je nog dat artikel op dit web-log over onze expeditie naar kasteel Croy, die uiteindelijk niet door ging. Het is alweer een jaar geleden. De uitspanning aldaar brandde enkele uren vóór ons bezoek uit. Aangezien wij geen ramptoeristen waren stelden we ons bezoek dan maar uit tot een betere gelegenheid. Vandaag was zo’n gelegenheid. Het weer gedroeg zich lenteachtig zacht en de middag had geen enkele verplichting in petto. Ik was hard toe aan een mooi donker bier en dus togen we naar Croy.
Dat viel tegen; de uitspanning was nog onder constructie. Alles was weer aardig hersteld, behalve de buitenkant van de voormalige hoeve, die moest nog worden bezet en afgewekt. Ook in de omgeving konden we niet doen wat we wilden. De marinoschapen en de gerestaureerde schapenboet waren niet te bereiken. En van de hopplantage was alleen het staketsel te zien.
Op de terugweg naar huis overlegden we waar we de zondagmiddag dan zouden doorbrengen. We kwamen er niet uit. Ellen vond het eigenlijk best, zij verlangde naar haar boek (Hammesfahr), maar ik had dit weekend al effectief negen uren gelezen. Zo kon het wel…
Wat verwezen zat ik aan de keukentafel. Altijd viel er volk “op de klep”, waar waren ze nu?
Ik besloot dan maar vertroosting te zoeken in de fles.
Er lag een mooie bubbelwijn in de kelder. Geschonken door de Jongste Bediende. Troostrijk vocht voor een wat duffe zondagmiddag.

Het betrof een fles Crémant d’Alsace 2003 van het wijnhuis Beck uit Dambach-la-Ville. De tiende generatie wijnmakers alweer van dat huis. Het werd gesticht in 1596 en bleef daarna altijd in de familie.
Ter opfrissing van het geheugen: de naam Crémant betekent altijd dat het gaat over iets anders dan bubbeltjeswijn. Crémant mag de wijn alleen heten wanneer hij de kwaliteiten van een Champagne bezit. Champagne mag hij niet heten, omdat hij uit een andere streek dan Champagne komt.

Ik kende al Crémant de Bourgogne en natuurlijk Crémant de Luxemburg. Die laatste komt dan wel niet uit Frankrijk, maar de kwaliteitseisen in Luxemburg doen niet onder voor die in Frankrijk.
Verder is het een goede gewoonte om een Crémant te drinken wanneer je er zin in hebt, en niet om die te bewaren tot Nieuwjaar.
Op Oudejaarsavond eet je oliebollen en andere hapjes. En je drinkt zo eens het een en ander. Het gevolg is dan ook steevast dat tegen de tijd dat de “bubbels” worden open getrokken je gewoon niks meer proeft.
Zonde van de Champagne, zonde van de Crémant.

In Luxemburg, maar ook aan de Duitse Moezel en in Noord Frankrijk is het een goede gewoonte een glas Crémant te drinken in het café. De kastelijn heeft altijd wel wat lekkers onder de kurk, en terecht.

Deze Crémant d’Alsace voldeed wat ons betreft aan de verwachting. Lekker fris, sprankelend, mooi droog met toch een heel onschuldig zoetje op de achtergrond. Het rook een beetje naar limoen. En dan die typische gewaarwording die bij Champagne of Crémant hoort: het drinkt lekker weg, nooit is het zwaar of koppig. Maar na je tweede glas nestelt er zich zo’n rare lichtheid in je hoofd die de hele wereld tot een feestje maakt. Ben ik duidelijk?
Bedankt Jongste Bediende…

© paul

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *