Espressokoffie kopen we als het even kan bij een kleine brander. Smaak en melange zijn meestal wat eigenzinniger dan bij de grote merken. We hebben door al maar opnieuw uitproberen onze voorkeur ontwikkeld. In de meeste gevallen betrekken we de koffie van de firma Knops in Arlon (B.), we komen daar vaak in de buurt en hun espresso is van hoge kwaliteit. De laatste keer dat we er waren werd er, naast een keur aan wereldsoorten, een heel bijzondere koffie aangeboden.
Mount Everest Supreme heet de koffie. Hij komt uit Nepal en heeft in korte tijd de wereld van de koffiegourmet veroverd. Sinds 1994 wordt hij verbouwd. De teelt is opgenomen in een sociaal programma, met als doel het scheppen van arbeidsplaatsen, met name voor vrouwen. De buitenlandse devisa die de teelt oplevert worden onder andere gebruikt voor het onderhoud van de bodem en de dorpsschool van het koffiegebied. Het gebied is klein, de opbrengst ook: 15.000 kilo op jaarbasis. De verbouwde soort is Arabica. Klimaat, bodem en de natuurlijke bemesting geven de koffie zijn geheel eigen karakter. Al met al is het een rariteit, dus je moet er ook fors voor betalen.
Gisterenavond proefden we onze Mount Everest Supreme voor het eerst. We hadden de koffie laten malen voor gebruik in de cafetière. En het moet gezegd, het was lekker. De volle smaak van Arabica, maar zacht. Op de achtergrond fijne zuurtonen. Mild geurend, met een zweempje cacao. Niks bitter, niks brandsmaak. Een weldaad, dat was het.
De keerzijde van de medaille is de prijs. Wij betaalden voor 125 gram € 10,- en dat is heel wat. (Kilo: € 80,-. Op internet vond ik hem overigens goedkoper.) Is de koffie de prijs waard? Ik ben er nog niet uit. Er zijn in ieder geval veel goedkopere alternatieven voorhanden. Ach, die 125 gram verschaffen ons natuurlijk wél een keer of vier koffiegenot na de maaltijd, en dat voor één tientje…
© paul