Vandaag was het “restjesdag”. Ik had koud vlees over, wat groenten en brrod. Om er toch iets feestelijks van te maken besloot ik een schotel te maken van één van de kazen die Marleen en de Jongste Bediende uit Tirol meebrachten.
Graukäse is een specialiteit uit Oostenrijks deel van Tirol. Het is een bergkaas, maar in tegenstelling tot zijn soortgenoten is-ie niet hard. De kaas wordt van een soort magere kwark gemaakt, wat ook al vreemd is. Ik ga hem binnenkort beschrijven. Voor nu is het voldoende om te weten dat de kaas pittig en wat zurig smaakt. De kaas wordt eigenlijk altijd opgediend met extra smaakmakers.
200 gram Tiroler Graukäse
1 middelgrote ui
5 walnootkernen
1 eetlepel azijn
2 eetlepels olijfolie
peper en zout
wat gehakte peterselie
Ik versneed de kaas in kleine dobbelsteentjes. Ik hakte de ui fijn en ook de walnootkernen en schepte dat alles om in een kom. Ik peperde flink uit de molen, met zout was ik iets spaarzamer. Ik goot er de azijn en olie bij en maakte het gerecht af met wat peterselie. Voor de foto strooide ik er nog een snuifje cayennepeper overheen.
Als lunchgerecht heb je zo genoeg voor twee personen, gebruik je de kaas als bijspijs bij een grote maaltijd dan maak je er gemakkelijk 4 porties van.
Het is een heerlijkgerecht. Kaas, ui en noten zijn voor elkaar geschapen. Goede olie doet de rest.
Een mooi bruin brood is de beste begeleider.
© paul