Hoe lang zou het bier ook alweer lageren in mijn keldertje? Eén jaar, twee jaren misschien? Ach lezer, de wil was goed, maar het vlees bleek o zo zwakjes… Ik had in ieder geval beloofd het bier voor je te beschrijven, zou het onverhoopt voortijdig geconsumeerd worden. Hier gaat-ie dan…
Broeder Bo brouwt regelmatig bier. Gewoon thuis, in Grave. Verschillende typen, dat ook nog. Het bier waar het hier over gaat beschouwt hij zelf als het “vloeibaar goud” uit zijn collectie en hij heeft daar gelijk in vindt het Ministerie.
Een donker bier van de hoge gisting, dubbel gebrouwen. Zwart-bruin is het, met de kleur-intensiteit van Guiness. Fors wat alcohol bevat het, ruim zeven procent. Bij het uitschenken blijft het schuim maar even staan en zakt dan weg. Maar uiteindelijk is het dunne laagje dat over blijft acceptabel (de glazen waren beslist vetvrij!).
Het bier geurt naar caramel (misschien iets te opdringerig), naar drop en iets fris (citrus?) Het ruikt aangenaam, maar niet hoppig.
De smaak is ronduit complex. Dropwater, fris, aangenaam vol, rooksmaak, een tikje zoet en een mooie bittere afdronk.
Ik was beslist onder de indruk van dit bier. Ik deed de proeverij samen met Ellen. Die heeft dan wel niet zo veel met bier, proeven gaat haar goed af. Ook zij kon het bier hooglijk waarderen. Het zal er wel nooit van komen, maar dit is waarlijk bier om een paar jaar op te slaan. Het zal er beslist nóg beter van worden.
Blijft de vraag hoe Broeder Bo al die geuren en smaken in zo’n flesje krijgt. Ach, ik wil het eigenlijk niet weten, ik ga gewoon een kratje bestellen…
© paul