Het is dinsdag, en dat kan in ons dorp betekenen dat gedurende de hele dag de relatieve plattelandsrust door onze Luchtmacht wordt verziekt. Vanaf vliegveld Volkel vliegen de gevechtsvliegtuigen laag aan, scheren over het dorp, maken een rondje en janken dan nogmaals door ons luchtruim. En nog eens, en nog eens. Ik zal er nooit aan wennen…
Maar het achterstallig onderhoud:
Donderdag beschreef Ellen de Ossobuco en vrijdag? Al sla je me dood, ik weet het niet meer…
Zaterdag aten we de juist verworven karbonaatjes, badend in Munstersaus. Met goed brood erbij en een potje van verse tuinbonen uit Spanje.
Zondag was het van hap-snap en maandag bezochten we met de Jongste Bediende het enige Griekse restaurant van ons dorp.
JB had in reuzel gebakken inktvisringetjes. Ik koos voor een ovenschotel met aardappelen en gehakt, terwijl Ellen zich hield bij de gegrilde lamskoteletjes. We dronken er een liter huiswijn bij en namen Griekse koffie toe.
Zaterdag middag kwam Jan van Wilma even langs. Alweer maanden geleden beloofde hij ons een maaltje walnoten. Nu loste hij zijn schuld in.
En dat kwam bijzonder goed uit. Ik wilde namelijk een Iraanse stoofschotel maken en daarvoor had ik ruim drie ons gepelde noten nodig. Ik moet nu weer verder met kraken, anders heb ik ze niet eens op tijd klaar voor de avondmaaltijd.
© paul