Ik dacht kom, het is zaterdag, er zal beslist iemand binnen vallen rond
etenstijd. En krèk zo waart…
Ik had vanochtend een paar schouderkarbonaden
uit de vriezer gelegd en met wat er verder nog in huis was maakte ik een
maaltijd voor twee. De Keizer van Monera liet het zich goed smaken, hij was
vandaag mijn “mistery gast”.
2 schouderkarbonaden van onbesproken gedrag,
olijfolie,
2 sjalotjes,
gehakt,
2 tenen knoflook, gehakt,
2 tomaten in blokjes gesneden,
2
artisjokkenhartjes,
2 ansjovisfileetjes,
2 takjes tijm,
1 glas rode
wijn,
1 handvol peterselie, gehakt,
peper en zout uit de molen.
Wrijf het vlees in met peper en zout, maar ben met het laatste spaarzaam, de
ansjovisjes zijn óók zout. Bak het vlees in een afsluitbare pan op hoog vuur aan
de twee kanten bruin. Voeg vervolgens de sjalotjes en de knoflook toe en laat
die glazig worden.Daarna mogen de tomaten en artisjokkenhartjes erbij en de
ansjovis en tijm Het geheel kan nu afgeblust worden met de rode wijn.
Doe
het deksel op de pan en laat het vlees een uur sudderen. Kijk tussendoor een
keer of er nog genoeg vocht in de pan zit en vul desgewenst aan (Met wijn,
water, bouillon, zie maar.)
Na dat uur neem je het vlees uit de pan en houd
het warm. Voeg twee derde van de peterselie bij de saus en laat de saus even op
hoog vuur indikken (niet zeven). Giet de dikke saus over het vlees en maak het
af met het restant van de peterselie. Je kunt nu opdienen.
Opmerkingen:
De artisjokkenhartjes komen gewoonlijk uit blik. Ik gebruikte
gegrilde exemplaren die bij de traitteur ingelegd waren in olie.
Ik
gebruikte de bergtijm van Willy, gedroogd dus. Vers kan ook hoor…
De
ansjovisfileetjes smelten tijdens het stoven helemaal weg. Ze verrijken de saus
met iets, moeilijk te omschrijven extra’s. Niet vissig smaakt het, maar het
geeft de saus iets ronds, het verdiept de smaak…
Ik laat dit soort vlees
altijd lang sudderen, vind ik lekker…
Vooraf namen we een tomatensalade en toe een paar mooie kaasjes.
We
dronken eenvoudige Spaanse landwijn.
Kopje espresso toe met een bitter
chocolaatje.
Ellen liet even weten dat ze al de hele middag een tomatensaus op een laag
vuurtje had pruttelen. Voor de spaghetti van vanavond. De lunch werd haar
aangeboden door “Opa Arie”, een oude baas uit Zeeland, die gisteren met zijn
campertje in Luxemburg aankwam. Verse sliptongetjes en gebakken paling. Dat dan
weer wel…
© paul
drinkendoor Ellen
Ik dacht kom, het is zaterdag, er zal beslist iemand binnen vallen rond
etenstijd. En krèk zo waart…
Ik had vanochtend een paar schouderkarbonaden
uit de vriezer gelegd en met wat er verder nog in huis was maakte ik een
maaltijd voor twee. De Keizer van Monera liet het zich goed smaken, hij was
vandaag mijn “mistery gast”.
2 schouderkarbonaden van onbesproken gedrag,
olijfolie,
2 sjalotjes,
gehakt,
2 tenen knoflook, gehakt,
2 tomaten in blokjes gesneden,
2
artisjokkenhartjes,
2 ansjovisfileetjes,
2 takjes tijm,
1 glas rode
wijn,
1 handvol peterselie, gehakt,
peper en zout uit de molen.
Wrijf het vlees in met peper en zout, maar ben met het laatste spaarzaam, de
ansjovisjes zijn óók zout. Bak het vlees in een afsluitbare pan op hoog vuur aan
de twee kanten bruin. Voeg vervolgens de sjalotjes en de knoflook toe en laat
die glazig worden.Daarna mogen de tomaten en artisjokkenhartjes erbij en de
ansjovis en tijm Het geheel kan nu afgeblust worden met de rode wijn.
Doe
het deksel op de pan en laat het vlees een uur sudderen. Kijk tussendoor een
keer of er nog genoeg vocht in de pan zit en vul desgewenst aan (Met wijn,
water, bouillon, zie maar.)
Na dat uur neem je het vlees uit de pan en houd
het warm. Voeg twee derde van de peterselie bij de saus en laat de saus even op
hoog vuur indikken (niet zeven). Giet de dikke saus over het vlees en maak het
af met het restant van de peterselie. Je kunt nu opdienen.
Opmerkingen:
De artisjokkenhartjes komen gewoonlijk uit blik. Ik gebruikte
gegrilde exemplaren die bij de traitteur ingelegd waren in olie.
Ik
gebruikte de bergtijm van Willy, gedroogd dus. Vers kan ook hoor…
De
ansjovisfileetjes smelten tijdens het stoven helemaal weg. Ze verrijken de saus
met iets, moeilijk te omschrijven extra’s. Niet vissig smaakt het, maar het
geeft de saus iets ronds, het verdiept de smaak…
Ik laat dit soort vlees
altijd lang sudderen, vind ik lekker…
Vooraf namen we een tomatensalade en toe een paar mooie kaasjes.
We
dronken eenvoudige Spaanse landwijn.
Kopje espresso toe met een bitter
chocolaatje.
Ellen liet even weten dat ze al de hele middag een tomatensaus op een laag
vuurtje had pruttelen. Voor de spaghetti van vanavond. De lunch werd haar
aangeboden door “Opa Arie”, een oude baas uit Zeeland, die gisteren met zijn
campertje in Luxemburg aankwam. Verse sliptongetjes en gebakken paling. Dat dan
weer wel…
© paul