Eekhoorntjesbrood, oogst 2019…

Eekhoorntjesbrood...

Ellens ziekenhuisavonturen ontnamen me de tijd, maar vooral ook de lust, om degelijk jacht te maken op de paddenstoelen waarvoor ik in andere jaren álles opzij zet. En dat terwijl, ik hoorde het van andere jagers, dit een heel goed jaar was voor Eekhoorntjesbrood en aanverwanten.

Enfin, toen Ellen eenmaal ontslagen uit het ziekenhuis en terug thuis was, op haar gemak in haar eigen stulp en onder het wakend oog van een zorgzame babysit, zag ik mijn kans schoon. Ik kon met een gerust hart de deur uit, mét mijn paddenstoelenmes, mét mijn katoenen tasjes, op naar de eeuwige jachtvelden…

Ik bezocht de mij vertrouwde plekken. De plaatsen waar ik altijd wel een paar maaltjes plukte en dan ook nog eens voldoende exemplaren van die prachtige boleten overhield om een voorraad voor het komend jaar te drogen.

Ach, ik was aan de late kant dit jaar, dat wist ik wel. De ideale combinatie van jaargetijde, temperatuur en vochtigheid had ik gemist. Evengoed bleek er nog wel een en ander te vinden, ik verzamelde in één sessie een degelijke maaltijd. Ik bezocht er drie gekende plukplaatsen voor en hield uiteindelijk nog wat over om te drogen.

Het waren gave exemplaren van het specimen Vroeg Eekhoorntjesbrood (Boletus reticulatus, vroeger bekend als Boletus aestivalis) en mooie blozende paddenstoelen die luisteren naar de naam Gewoon Eekhoorntjesbrood (Boletus edulis). Niet veel, maar alles topkwaliteit, alles bruikbaar…

Spaghetti porcini (met eekhoorntjesbrood)...

Thuisgekomen kregen de paddenstoelen niet de kans nog een beetje te wennen aan hun nieuwe status als culinaire hoogstandjes; ik heb ze namelijk onmiddellijk verwerkt tot een degelijke pastasaus.

Het was een soort van eerbetoon aan mijn favoriete jaargetijde: de Herfst. Ook een eerbetoon aan de paddenstoelenwereld die me elk jaar weer laat meedelen in de immense rijkdom die dat rijk te bieden heeft. Maar vooral was het een welkom-thuis geschenk voor Ellen.

Ps.; Op een van mijn gekende stekken zag ik ook een hele plantage russula’s staan. Een overtuigend kleurrijke rode hoed hadden ze en bij doorsnijden toonde zich een lelieblank lichaam. Zoveel had ik er nog nooit bij elkaar gezien. Eindelijk, dacht ik, eindelijk vind ik dan de Vissige Russula. De naam doet anders vermoeden, maar het is een van de écht betere spijspaddenstoelen.
De russulsafamilie is echter heel groot en herbergt exemplaren van allerlei allooi, dus is het bij russula’s altijd zaak om even te proeven. Gewoon een klein stukje van de hoed afbreken en in je mond stoppen. Proef je niks (of hooguit wat meligs) dan is het ook niks. Ontvouwt zich een weelderig zacht schimmelig aroma in je mond, je hebt het goede te pakken. Trekt je bek samen omwille van de bittere smaak, je zit helemaal fout.

Enfin, mijn bek trok samen van bittere oneetbaarheid. Ik had weer eens een exemplaar van de Braakrussula te pakken. Zonde toch. (Die truck van een beetje proeven doe ik alleen met russula’s. Andere paddenstoelen laat ik oraal ongemoeid, je weet maar nooit…)

Een recept vind je in de verwijzing hieronder, behalve dan dat ik er voor deze keer een zeer ruime scheut room aan toevoegde. Enfin, zie maar…

Lees ook: Eekhoorntjesbrood, gesmoord in knoflook en peterselie…

© paul

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *