Ik voltooide zojuist een pracht-artikel. Twee volle uren had ik eraan gewerkt. Ik wilde het plaatsen op het web-log en drukt op een knop, ik weet niet meer welke. Weg foto’s, weg artikel…
Ik riep in boosaardige vertwijfeling: “$%+*&€}{&&#$%^&*()=@!!!!” Hond Max meende iets te herkennen van onweer en dook in zijn mand. Ellen, die een stuk moediger is, probeerde nog of er restanten van mijn schrijfsels in de ingewanden van de computer te traceren waren. Niets, kwijt, weg.
Ik schenk mij een forse borrel in en begin dan maar van voor af aan. Het zal nóóit meer zo mooi worden. Maar het ging over aardappelen, dat herinner ik me nog.
‘n Aárpeltje met jus, patat friet, gebakken aardappelen en aardappelpure. En dan heb je het geloof ik wel gehad, het culinaire aardappelscala van Nederland. Het is misschien wat kort door de bocht, en oh ja, ik vergeet “Aardappel Anders”, maar veel meer aan variatie komt er toch niet op de Hollandse tafel.
Nee, maar dan bij onze Oosterburen. Duitsland is het Kartoffelland bij uitstek. En de recepten, gerechten en variaties zijn er eindeloos. Ingewikkelde en uitgebreide schotels met een verfijnde smaken, maar vaak ook eenvoudige, wat boerse gerechten, recht-voor-z’n-raap lekker.
Gisteren maakte ik zo’n eenvoudig gerecht, Kartoffel-gratin mit Möhren. Het is traditioneel, maar het werd wat verfraaid door Martina Meuth (Essen und Trinken). En ik deed dan weer wat aanpassingen om het voor mezelf werkbaar te maken. Het recept is voor vier personen:
- 500 gram aardappelen,
- 300 gram winterwortelen,
- boter,
- 1 theelepel gemalen venkelzaad,
- 1 eetlepel oregano,
- 1/4 liter melk,
- 150 cc room,
- peper en zout.
Schil de aardappelen en de wortelen en snijdt ze in plakjes van 2 à 3 milimeter dik. Doe de schijfjes in een kom en voeg er venkel, oregano, vers gemalen peper en zout uit de molen bij. Meng met je handen de hele boel goed door elkaar zodat alle schijfjes min of meer bestoven zijn met de kruiderij. Beboter een ovenschaal (flink) en stapel de schijfjes erin. Schenk de room en de melk erbij en leg wat vlokken boter op de bovenste laag schijfjes. Plaats de schaal in een voorverwarmde oven en laat het gerecht bij 200 graden in anderhalf uur gaar worden.
Opmerkingen:
- De venkelzaden kneusde en vermaalde ik in een kleine vijzel. Het resultaat is beslist beter dan wanneer je gemalen venkelzaad koopt in de winkel.
- Het is de bedoeling dat de vloeistof tot aan de bovenste laag schijfjes rijkt. Afhankelijk van de vorm van de schotel kan het zijn dat je wat meer of minder room en melk moet gebruiken.
- De gaartijd van anderhalf uur lijkt erg lang, maar is geheel juist. Op het eind hebben aardaappel en wortel zich vol gezogen met de vloeistof en de rest is verdampt. Het gerecht is van een heerlijk zachte consistentie.
- Ellen vindt dat de temperatuur gerust lager mag, bij voorbeeld 160 graden. Je voorkomt dan onderstaande euvel en het gerecht zal heus wel gaar zijn, zegt ze.
- Door de lange gaartijd vormde zich een vliesje van verbrande vloeistof op de schotel. Dat was er eenvoudig af te scheppen. Wortel en aardappel hadden niks geleden. Wil je dat “verbranden ” voorkomen, dan kun je de schotel enige tijd afdekken met wat aluminiumfolie.
Zoals je begrijpt is dit een maaltijdschotel. Er kan nog een vleesje bij, groenten hoeft niet. Wij namen er lamsrack bij. Een eenvoudig glas rode wijn smaakte er prima bij, droge witte had ook heel goed gekund. Een kopje espresso en een glaasje PX sherry toe.
© paul