We waren dus in het Sauerland. En ondanks het pestweer gingen we toch even de deur uit, er moest geboodschapt worden.
Staan bij ons de winkels al vol met paasgedoe, bij onze Oosterburen swingt het pas echt de pan uit. Paaslammeren, paashazen, paaskuikens en paaskippen. Paasdrank en paaseten. Goed bedoelde rommel in pluche of plastic uitgevoerd, maar vooral toch als etenswaar. Je vindt ze terug in de vorm van broodfiguren en gebak, in vleeswaren en kaasjes (jaja), maar bovenal van chocolade. En dat dan in alle maten en verschijningsvormen die je je maar kunt bedenken. Allemaal valse romantiek, dat weet ik ook wel, maar op een of andere manier oefent het een onweerstaanbare aantrekkingskracht op me uit.
Die chocoladen figuurtjes met een jasje van bedrukt zilverpapier vind ik het mooist. En hoe lulliger, hoe mooier. Ik heb dat ook met Pieten, Klazen en Kerstmannen. Ik sta er altijd bij stil, ik moet er altijd naar kijken.
Op onze terugreis kochten we nog snel wat drank in. En op de valreep ontdekte ik het After Eight- konijn. Nu heeft onze dochter zo haar eigen intense beleving met After Eight, dus lag het voor de hand om het Kind zo’n ding te schenken.
Hoe of het smaakt weet ik nog niet, het beestje wordt nog niet aangebroken. Zit de mint tussen laagjes chocolade? Of is de mint gewoon door de chocolade gemengd? Zodra het konijn geslacht is hoor je het…
En dan dit nog: Osterkaninchennasenbeutler is een prachtig Duits woord, het bestaat uit zesentwintig letters, en er is er niet één van gelogen!
© paul