Gisteravond betrokken we onze maaltijd van de Afhaalchinees in de Kapelaanstraat. Het vulde best hoor, maar er valt weinig over te schrijven. Daarom maar wat achterstallig werk.
Een van zijn reizen bracht Piet naar Griekenland. Naast met verhalen en vragen (die wij niet konden beantwoorden) keerde Piet terug met een fles Sterke Drank en parkeerde die op het Ministerie. Tsipouro heette het heldere goedje, ik kende het in het geheel niet.
Het bleek een stooksel te zijn zoals je dat in de meeste wijn producerende landen vindt. In Italië heet het Grappa, in Frankrijk Marc, in Duitsland Trester en in Spanje Bagazo. Het is de eau-de-vie die je krijgt door het sap van de druivenschillen en -pitten (restproduct van het wijnpersen) te verstoken tot alcohol.
In Griekenland heet het dus Tsipouro, behalve dan op Kreta, daar spreken ze van Tsikoudia. De tijd dat Tsipouro een “arme-mensen-borrel” was, matig tot heel slecht van kwaliteit, ligt al weer ver achter ons. (Hoewel de Jongste Bediende en ik nog niet zo heel lang geleden een lokaal stooksel mochten smaken van een bevriende Griekse restaurateur. “Bergwater” noemde hij het. Scherp, gemeen en bijna puur alcohol. Hij vond het lekker…) Evenals de Spanjaarden en Italianen willen de Grieken op Europees nivo een appellation controlee geregeld hebben, zodat herkomst en kwaliteit gegarandeerd zijn.
Deze borrel mocht er zijn. Zeg maar, de kwaliteit en smaak van een heel behoorlijke grappa, zo proefde het een beetje. De smaak en geur waren ook wat kruidig, maar ik kan niet precies benoemen waarmee de drank was verrijkt. (Bij het maken van Tsipouro wordt de alcoholdamp door gedroogde kruiden “geleid” en krijgt zo een complexer smaakpatroon). Een beste borrel!
Zowel voor Tsipouro alsook voor Tsikoudia wordt soms de naam Raki gebruikt. Maar dat is écht iets anders, die drank behoort tot een heel andere groep…
© paul