We waren te moe, schreef Ellen. Ik was het daar hartgrondig mee eens. De gordijnen werden gesloten, ook al was het nog licht. Ik schoot in mijn kamerjas en ook Ellen ontdeed zich van formele kledij en hulde zich in iets huiselijks. We zouden een film gaan kijken, lezen deden we de laatste dagen al genoeg. Tot alle vakantiefoto’s als diashow op het beeldscherm van onze p.c. voorbij trokken. De ene herinnering na de andere drong zich op. Daar kun je dat over schrijven, dat leent zich voor zus artikel, dat voor zo. En zo werd het toch weer laat. Ach lezer, we hebben het web-log gemist. (Wie had dat een jaar geleden kunnen denken? Wij niet!) Ik schenk me nog een glas goed gekoelde Vinho verde in en overpeins de mogelijkheden voor de komende dagen: pensworstjes, Bretonse koek, wilde aardbeitjes, waterkers. Rode, witte en rozé. Het beste bier en de gemeenste spiritualiën. Het feest op 1 mei en nieuwe espedrilles. De keuken van Zheng en die van Lea Linster… Over dat alles en meer moet geschreven. En natuurlijk over de dagelijkse kost op het Buiten van het Ministerie. We vonden die Erzählungen van Siegfried Lenz (1500 bladzijden) en een nieuwe bundel van Ingrid Noll, maar daar zul je niet veel meer over vernemen, dit is per slotte een eet-drink-log. (Jammer eigenlijk.) Hond Max is het enige beest met verstand in dit huis. Die ligt boven op bed en knort een beetje… De kat van de foto heb je al wel eens op het log van het Ministerie zien optreden. We troffen hem aan in chocoladeuitvoering…
© pau