ZONDAGOCHTEND…

Ik zat nog wat te suffen, in mijn ochtendjas. Telemanns’ Tafelmusik klaterde uit de boxen, Ellen maakte de soep af en hond Max lag onder de kapstok te dromen. Wat wil een mens nog meer. En daar was de eerste gast. Vriend Jan kwam zich bekommeren om de logistiek, hij vulde de voorraad aan. Fris, monter, nog geen spoor van verval.
“Beetje vroeg, Jan?”
Vriend Jan had zich gisteren volop bezig gehouden met het Jeugdcarnaval van de Voetbalclub. Een enerverende taak, die hij wis en waarachtig tot een goed einde bracht.
Rond etenstijd kwam hij binnen zeilen met de foute verkiezingsfolder. We hebben hem gevoed en daarna naar huis gestuurd.
Was het dan een wonder dat hij als een prins na een schoonheidsslaapje en in alle vroegte op de stoep stond?

Ik besloot tot een wandelingetje met de hond. Lopend achter het kasteel hoorde ik de verre klanken van de Pronkwagens die zich zo langzamerhand op gaan stellen voor de grote optocht.
Het begon zacht te sneeuwen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *