Zelden houd ik het droog wanneer ik het boek met de gelijknamige titel van dit stukje lees. Het is geschreven door George Orwell en het ontroert me altijd weer. Het gaat over de teloorgang van alle linkse idealen tijdens de Spaans Burgeroorlog. Hij was erbij.
“Wie is George Orwell ook al weer?” “Nou, die man van 1984, van Animal Farm, van Big Brother is watching.” “Big Brother? Sinds wanneer interesseer jij je voor televisie?” (Bovenstaande conversatie is mij “life” overkomen.) Dit soort onbegrip is met tijden mijn deel en ik word er heel triest van.
Ellen ligt te soezen op de bank en ik trek een fles open. Ik vier mijn vrije avond en wel met een bijzondere wijn. Lekker en vertroostend. Uit Catalonië komt de wijn. Uit de kelders van wijnkoophuis Torres. (Ik spreek de naam hardop uit en het is alsof ik mijn eigen dialect hoor. Bij ons zijn torres ook gewoon torens!)
De wijn heet Gran Sangre de Toro en het is een Reserva 2001. (Spaans stierenbloed?) Hij kan zeven tot negen jaar oud worden, maar is nu prima op dronk. Twaalf maanden minimaal moet hij rijpen op eikenhout. Hij oogt prachtig mooi diep rood en voor een klein lichtje gehouden begint alles te fonkelen. Je ruikt bosvruchten, een tikje hout en niet te definiëren specerijen. De smaak is vol, diep en zacht. Weinig tanines. De wijn is gemaakt van drie verschillende druiven, uit drie verschillende wijngaarden ten zuiden van Barcelona. De streek heet Pernedès. De familie Torres gebruikt Garmacha-, Cariñenas- en Shyrahdruiven voor deze wijn. De wijn kostte tien Euro en ik kocht hem bij Neef Cor. (Voor de geïnteresseerde: kijk bij Gall & Gall).
Over Orwell schrijf ik binnenkort. Die man had een hekel aan eten, en wat minder aan drinken. En voor de keukens van de grote restaurants in Londen en Parijs heeft hij helemaal geen goed woord over. Die kant moet ook eens belicht worden.
© paul