Vang een draak, slacht hem en rooster boven een mooi vuurtje. Regelmatig bedruipen met z’n eigen vet. Je kunt de draak eventueel vullen met varkensvlees, salie, thijm en een citroen, het wordt er alleen maar lekkerder van. Dat is wat Jan Steen me laat zien op deze afbeelding, of moet ik zeggen: wat ik wil dat hij me laat zien? Het schilderij hing in Museum Bredius in Den Haag, al heel lang. De ware context was nooit helemaal duidelijk, vandaar dat mijn fantasie er vrijelijk mee aan de haal kon gaan. Pas bij de restauratie van een ander schilderij, “de Bruiloft van Tobias en Sarah” uit het Centraal Museum in Utrecht, kwam de gedachte op dat Draak en Tobias wel eens één schilderij gweest konden zijn. In een ver verleden had men het doek versneden en er zo twee van gemaakt. Wat ook de beweegreden geweest mag zijn, het was een daad van barbarij. Intussen zijn de twee delen weer verenigd. De Drakenbrader blijkt een engel te zijn die met een reukoffer de boze geest onschadelijk maakt in de slaapkamer van Tobias en Sarah. Jammer, maar zo is het leven. Niets is wat het lijkt! Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat iets van mijn fantasie zo bedoeld is door Jan Steen. Hij was er altijd groots in ingewikkelde allegorische, mythische of bijbelse thema’s terug te brengen naar de menselijke maat. Met de nodige relativering en een gezonde dosis spot. En dat maakt kijken naar Jan Steen zo aangenaam. Op de site van Museum Bredius is een prachtige reportage te zien van de restauratie. . Een wondermooi kleinnood overigens, dat museum.
© paul