Ik had nog goede zuurkool liggen. En ik had wat restjes vlees. Ik herinnerde me een Pools gerecht en besloot dat in iets gewijzigde vorm na te koken. Op zijn Pools heet het Bigos en het is een stoofschotel. Het recept is berekend op vier personen. 500 gram vlees (rund, varken, lam, als het maar ongeveer dezelfde gaartijd heeft), 500 gram verse worst, 100 gram gerookt spek, 500 gram zuurkool, 1/2 liter bouillon, 15 gram gedroogde paddestoelen, geweekt in ruim lauw-warm water, 1 grote ui, 1 glas rode wijn (maar witte kan zeker zo goed), 2 theelepels kümmel (karwijzaad), 2 gedroogde pepertjes, olijfolie, platte peterselie. Week de paddestoelen een uurtje van te voren in ruim water. Snijd het vlees in hapklare brokken en de worst ook. (Ik gebruikte lam, rund en varken, allemaal restjes uit de vriezer.) Het spek dient tot klein dobbelsteentjes gesneden te worden. Laat de olie in de pan goed heet worden (Polen gebruiken reuzel, maar die had ik niet meer) en bak het vlees, de worst en het spek mooi bruin. Dan gaat de versnipperde ui erbij. (Ik zou het andersom doen, eerst de ui, maar volgens het recept doen die Polen eerst het vlees.) De geweekte paddestoelen worden fijn gehakt en gaan daarna in de pan, samen met de kort gesneden zuurkool. De bouillon erbij, samen met het glas wijn en een flinke scheut van het weekwater van de paddestoelen. Bewaar de rest van dat vocht, zodat je er nog wat van kunt gebruiken als de massa te droog wordt. Als laatste het karwijzaad en de pepertjes en dan kan het deksel op de pan om het geheel zachtjes een goede drie kwartier te laten stoven. In Polen gaat er dan ook nog zo’n anderhalf pond aardappelen in schijfjes bij en een klein handje suiker. Ik besloot dat weg te laten. Voor het opdienen bestrooide ik het gerecht met vers gehakte peterselie. Ik maakte aardappelpuree, uit de knijper. Lekker luchtig en op smaak gebracht met wat goede olijfolie. We dronken er een glas Rivaner uit Luxemburg bij. Na de maaltijd beliefden we geen toetje meer. Een kopje espresso en een stukje bittere chocolade volstond. © paul