En dus is het weer Nieuwjaar.
Ik zit achter mijn toetsenbord met een groot glas bronwater, een zware Weduwe, de pieper en de portofoon. En mijn nieuwe telefoon… Het is rustig op de afdeling, iedereen lijkt te slapen. Vanuit de stad hoor ik nog wat flarden geluid, kwestie van late bommengooiers. Uit ervaring weet ik dat het nog doorgaat tot een uur of zes. Ik heb wat klusjes gedaan, mijn post beantwoord en van een week rapportage bijgelezen. Ik vind het wel mooi voor vannacht.
In tegenstelling tot andere jaren waren er rond de jaarwissel een hoop mensen op. We dronken bubbeltjes-cider, de hapjes waren in de loop van de avond al gesneuveld. Het was misschien wel de leukste jaarwissel die ik ooit in werktijd mocht doorbrengen.
In tegenstelling tot andere jaren had het Instituut eraan gedacht dat er ook links en rechts nog wat collega’s werkten. Het instituut verzorgde een maaltijd. Instant, maar toch… Hoofdwacht Cees bracht die hoogst persoonlijk rond op de fiets. Aardig toch?
In tegenstelling tot andere jaren heb ik een aantal Goede Voornemens bedacht. Ik zet ze niet op het log, ik laat te zijner tijd wel weten wat ervan geworden is.
In tegenstelling tot andere jaren weet ik nu al dat ik volgend jaar niet zal werken met oud-op-nieuw. En met Kerstmis trouwens ook niet.
Ik ga zo zoetjes aan maar koffie zetten, ik verwacht Cees binnen nu en niet al te lange tijd. En misschien is er nog tijd om een beetje te lezen. Ellen schonk me Umberto Eco’s “Geschiedenis van de Schoonheid” Dankzij J.K. Rowling, Thijs Goldschmidt en Andrej Platonov was ik er nog niet aan toe gekomen. En ach, dan is het alweer tijd om snel naar huis te gaan. Daar wacht Ellen met oesters en bubbeltjeswijn!
Lezer, een gelukkig nieuwjaar.