We komen er wel, maar veel te weinig. En dat terwijl het toch relatief dicht bij onze woonplaats is. En elke keer wanneer we er zijn geweest nemen we ons voor…
Over Bronlaak heb ik het. Bronlaak is een woon-werkgemeenschap voor mensen met een geestelijke handicap. Het instituut is gestoeld op het antroposofisch gedachtengoed. Het ligt in de wijdse bossen tussen Gemert en Sint Antonis, op het grondgebied van de gemeente Oploo. Het complex omvat een groot landhuis en talrijke kleine woninkjes eromheen, weiden en akkerland, tuinbouwgronden en gemengde bossen. Het is er een Eldorado van rust en ruimte. Er wordt naar biologisch-dynamische grondbeginselen geboerd en een deel van de opbrengst wordt te koop aangeboden. Een aantal van de producten voeren het Demeter-keurmerk. Gisteren ochtend waren we er even om verse eitjes aan te schaffen en mooie groenten van het seizoen. Én dat ronde kaasje.
Op Bronlaak maken ze zelf kaas. Ze noemen die De Lindelaar. Het is een koemelkkaas met een vetgehalte van 48%. Gewoon een degelijk Nederlands type, maar wel mét het keurmerk Demeter. Want ook hun koeien leven volgens het biologisch-dynamisch principe. Het productieproces moet ik nog eens onderzoeken, ik zal er dan over schrijven. De kaas komt in een paar formaten. Ik geloof dat het wieltje van één kilo het meest wordt aangeboden. De kaas smaakt prima hoor, dat had ik bij eerdere gelegenheid al ontdekt. Maar aangezien de meeste kaas jong wordt verhandeld, en dat niet onze voorkeur heeft, schaffen we er zelden iets van aan. (Ik zag overigens wel degelijk ook een brok gerijpte kaas, donker geel en brokkelig van textuur, en dié vergat ik nu even te kopen.)
Maar vandaag lag er een partij kaasjes te pronken die onze aandacht trokken. Kaasjes verrijkt met fenegriek. Fenegriek? Fenegriek? Was dat niet dat kruid waar naar ik op zoek ben geweest voor mijn ex-collega Foeroez? En had ik niet geschreven dat een enkele Nederlandse boer het zaad van de plant soms in zijn kaas verwerkt? Juist lezer, dat fenegriek…
De zaden van fenegriek worden eerst gekookt en vervolgens door de wrongel gemengd. Het geeft de uiteindelijke kaas een heel speciale geur en smaak. Ik kon het niet benoemen, maar het Kind vond het uitgesproken notig, hazelnotig. En dat vind ik ook wel, maar het is meer. Laten we het er op houden dat fenegriek zo typisch is dat het niet echt valt te beschrijven, behalve dan als fenegriek. Lekker was het wél.
Kom je in de buurt, schaf dan zo’n kaasje aan. Het weegt ongeveer een kilo en kost één tientje. Je mag het gerust op je boterham doen, ik prefereer het als handkaas, in dunne schijfjes. Gisteren at ik het zo en ik dronk er een witte Bourgogne bij. Maar ik ben ervan overtuigd dat de kaas een ideale begeleider is van goed Belgisch bier. Een Trappist, of een krachtig Kerstbier.
© paul