Vandaag begint de vakantie van Ellen, die van mij start mogen. Er zou dan weer alle tijd moeten zijn om aan het web-log te werken, we hebben het door de drukte van de laatste week een beetje verwaarloosd. En dat terwijl de bezoekersaantallen explosief stijgen (evenals vorig jaar rond de Kerst). Laat ik me maar met mijn kersttip bezig houden, dan doe ik in ieder geval wat nuttigs…
Vorig jaar rond deze tijd maakten we de bovenstaande foto. Een beetje dik aangezet, een beetje kerstkaartenromantiek. Maar evengoed een mooi plaatje. En het is meteen ook een uitstekende illustratie voor het onderwerp waar ik je op wil wijzen: Kerstbieren.
Je hebt je wijnen voor de feestdagen al in huis, of je hebt toch op z’n minst een idee wat je gaat aanschaffen. Je hebt je keuze afgestemd op het diner. Mooie witte voor bij het voorgerecht, een stevige rode voor bij de hoofdschotel en je tastte diep in de buidel om bij het nagerecht een goudgele zoete te schenken. Je vraagt je alleen af wat nu nog kan dienen als aperitief, of wat er in huis zou moeten zijn als die-en-die onverwacht een feestelijke groet komt brengen. Zo gaat dat lezer, vertel mij wat…
Wanneer je dan toch bij je slijter bent, kijk dan ook even in de bierschappen. Een beetje slijter zal wel het een of ander kerstbier in zijn assortiment hebben. En zo niet, dan schiet hij jammerlijk tekort en moest je misschien eens omzien naar een andere drankgrutter.
Kerstbieren worden al sinds lang gebrouwen voor deze tijd van het jaar. Voor zo ver mijn kennis rijkt vindt de traditie zijn oorsprong in het Verenigd Koninkrijk en stamt die uit de tijd dat er in dat land nog talloze kleine brouwerijen waren. Allemaal brouwden ze in beperkte oplage seizoensbieren, en het kerstbier was er één van. In de jaren dertig van de vorige eeuw waaide de traditie over naar het continent en vond vaste voet in België en Noord-Frankrijk. Intussen is het zo dat de kerstbieren met een grote “K” uit die laatste twee landen komen, waarbij België duidelijk de kroon spant. In het Verenigd Koninkrijk liet men de traditie om mooie winterbieren te brouwen totaal verwateren, door schaalvergroting en het snelle geld, door het opkopen en saneren van de kleine kwaliteitsbrouwers. Maar er is hoop, ook in Engeland gaat men de laatste jaren weer vaker voor kwaliteit. Voorts wordt er in Duitsland en Tsjechië op heel beperkte schaal kerstbier gebrouwen, vanuit een geheel eigen brouwtraditie En een enkele kleine Nederlandse brouwerij waagt zich schoorvoetend aan dit specifieke deel van de markt.
Kerstbieren zijn doorgaans donker van kleur, van diep robijnrood tot zwart. De smaak is vol en aards, vaak wat caramellig, zachtbitter, met een licht zoetje op de achtergrond. Vaak worden kruiden en andere smaakstoffen toegevoegd. Het bier geurt heerlijk. Als ik me beperkt tot de Franse en Belgische bieren dan zijn het altijd bieren van de hoge gisting, de Engelse voor een deel ook. Ze hebben doorgaans een hoog alcoholpercentage. De Duitse en Tsjechische zijn van een geheel ander type (ik ken die niet zo goed) en bevatten aanmerkelijk minder alcohol.
Voor Franse kerstbieren moet je in Frankrijk zijn, of in het zuiden van België. In Nederland zie je ze nauwelijks. Engelse, Duitse of Tsjechische heb ik hier nog helemaal nooit gezien. Wij moeten het hebben van de Belgen.
Kerstbier leent er zich uitstekend toe om als aperitief te gebruiken. Maar ook om op de middag of avond te schenken in goed gezelschap. Écht doordrinken doe je niet met kerstbier. Daarvoor is het te zwaar en te uitgesproken van smaak. Een paar flesjes per persoon voldoen. Zorg dat het bier op keldertemperatuur is, een graad of tien dus. Té koud betekent weinig of geen geur en alleen nog de platte smaak van caramel (of zoiets). Eeuwig zonde. Schenk het bier in ruime glazen, bij voorbeeld een trappistenkelk of een tulpglas (Duvel), maar een groot wijnglas kan ook. En zorg dat je glazen ontvet zijn, anders dan slaat dat prachtige schuim onmiddellijk neer, en dat is beroerd drinken. Houd je na de feestdagen een paar flesjes over, geen nood. De meeste kerstbieren ontwikkelen zich nog geruime tijd, ze worden alleen maar beter (mist goed bewaard). Je kunt er volgend jaar van genieten.
Mijn omschrijving van kerstbieren is erg generaliserend, dat weet ik best. Elke brouwerij heeft zijn eigen specifieke methode van brouwen en manier om het bier op smaak te brengen. Soms gaat er tijm bij, soms anijs, kardemon, fenegriek, gember of kandij. Allemaal smaken ze anders, je zult zelf moeten uitvinden welk bier past bij je smaak. Ik heb er in mijn leven al heel wat geprobeerd, maar ik weet nog steeds niet welke nu mijn absolute favoriet is. Wél heb ik er al een paar beschreven. Je kunt ze hier terug lezen:
Die laatste hoort eigenlijk niet in het rijtje, maar is toch het proberen waard. Voorts kreeg ik van Het Kind een kerstbier van de Waalse brouwerij La Chouffe. Het heet N’ICE Chouffe. Het smaakte ons prima, maar ik moet het nog beschrijven. Kom je het tegen, koop het maar op mijn verantwoording.
© paul