Nergens ter wereld is de bierconsumptie zo hoog. Tsjechen zijn échte bierdrinkers, het gemiddelde ligt op 160 liter per jaar, per hoofd van de bevolking. Hun grootste culinaire wapenfeit is beslist de uitvinding van Pilsner (hoewel het een Bayer was die in PiLzñ het type voor het eerst brouwde). Dat biertype heeft in een goede honderdvijftig jaar de wereld veroverd. Maar er is meer, zo veel meer.
Een stuk of zes grote brouwerijen verzorgen het leeuwendeel van de bierproductie. Maar er zijn nog steeds een aanzienlijk aantal kleine tot piepkleine brouwerijtjes te vinden in Bohemen en Moravië. In totaal worden er een goede 480 verschillende bieren gebrouwen, de meeste van het pilsnertype, maar met onderling opmerkelijk grote smaakverschillen. Met name de bieren van de kleine brouwerijen worden lang niet altijd gepasteuriseerd, en dat verhoogd het smaakscala in belangrijke mate. Naast het Pilsner vind je overal in Tsjechië bieren van het type Donker Lager. Ik noem het Zwartbier.
Dat Zwartbier vind je in heel Midden Europa. Hongaren brouwen het, en ook de Oostenrijkers en de oostelijke Duitsers. Sinds het vallen van de Muur en het opheffen van allerlei protectiemaatregelen voor de Duitse biermarkt zie je het Zwartbier ook weer verschijnen in de drankschappen in héél Duitsland (en soms zelfs bij ons).
Tsjechen maken er doorgaans iets heel lekkers van, van dat Zwartbier. Ik leerde het kennen tijdens een verblijf van enkele maanden in Praag, in 1985. Ik dronk het, en ik was meteen verkocht. Vanaf dat moment zocht ik alleen nog naar bierhuizen die Zwartbier schonken, ze waren gelukkig eenvoudig te vinden. Ellen vond het best, zij houdt niet van bier. Zij dronk haar glaasje Rinsky Riesling, of een borreltje.
Vandeweek kwam Piet in vliegende vaart langs gevlogen. Hij was met zijn vriendin naar Praag geweest en bracht een paar blikjes Zwartbier. Hij kende mijn biervoorkeur niet en kon dan ook niet bevroeden hoe precies dit schot doel trof. Het was bier van de Koninklijke Brouwerij Krusovice.
De kleur van het bier is prachtig, het schuim stevig bruin. Het bier geurt naar hop en caramel en je vermoedt een wat zoetige smaak. Dat zoet is er ook wel, maar gelukkig heel ver op de achtergrond. Caramel proef je en het bitter van de beste Boheemse hop. Een volle smaak, die aangenaam vettig aanvoelt in de mond. De afdronk is heel behoorlijk. Het bier bracht allerlei herinneringen terug. Het wordt tijd om weer eens naar Bohemen te gaan…
Ps: Nu, twee dagen later, kijk ik alsnog even in mijn Bieratlas (Verhoeff). En wat lees ik daar: “Donker tamelijk dun bier met een zoetmoutig begin.” Dat is alles wat er over dit bier staat vermeld. Gaat Verhoeff hier een beetje kort door de bocht, of heb ik bij het proeven mijn romantische sentimenten laten preveleren? Je zegt het maar lezer, je zegt het maar…
© paul