In het uiterste zuiden van België, tegen de Franse grens, ligt het stadje Florenville. Het is geen bijzonder plaatsje, het heeft weinig aan stedenschoon. Het belangrijkste evenement is de jaarlijkse aardappelmarkt in oktober. Dan worden de Plattes (Plates) de Florenville verhandeld, aardappelen van culinaire importantie.
Ondanks de nikszeggendheid van het stadje komen wij er graag. De sfeer is er gemoedelijk, het is er goed van eten en drinken. De meeste restaurants en eethuizen liggen aan het Place Albert, zo ook hostellerie Albert 1. Dat is een familiebedrijf, het bestaat al heel lang. Ze voeren er een eenvoudige kaart met eenvoudige gerechten. Het is er schoon en goedkoop.
En je kunt het er, zoals wij, aan tafel over hebben of de mosterdsaus niet iets te scherp was, en of de bladversiering wel gewenst. Het doet allemaal niks af aan het feit dat zo’n Ardenner hammetje (jambonneau, Haxen, zie de achterpoot van het varken…), gekookt en lichtjes gerookt, een smakelijke lunch vormt. We kregen er eigen gesneden frieten bij en wat brood. We dronken ieder een glas Orvalbier en namen espresso toe.
© paul