Ik zat aan de keukentafel garnaaltjes te pellen. Ze gingen dienst doen als eiwitrijke aanvulling op de salade van die avond. Ik had ze eigenlijk iets te lang laten liggen. De schokken waren zacht geworden, daarom pelden ze uitermate slecht. En dat kwam mijn humeur niet ten goede.
Vanuit de keukenkast stond ze me aan te grijnzen, of eigenlijk was het meer een verwijtend blik die ze me toe wierp. Dit te overjarig chocoladen paaskuiken met die aanmatigende uitdrukking op haar facie. Ik had al meermaals gedreigd om haar te “koppen”, maar dat mocht niet.
Ellen had haar vorige week aangeschaft. Ze zou fungeren als onderwerp voor een nieuwe kop-foto voor dit web-log. De kip zou iets kunnen zeggen over het naderend Paasfeest. Het kwam er alleen even niet van om een plaatje te maken. Te druk, geen goed licht, geen zin…
Gisteren was ik het zat. Ik griste de kip uit de kast en verkocht haar een lel. Ze viel in brokken uit elkaar, maar veel helpen deed het uiteindelijk niet. Ellen schoot aardige plaatjes, dat wel. Maar toen ze de kop van het beest op mijn krantje met garnalenschokken zette was het alsof de verwijten gewoon doorgingen.
“Ja rot-kip, ik weet zelf heus wel dat ik die garnalen té lang in de koeler heb laten liggen, daar hoef jij me niet aan te herinneren…”
Na de foto-sessie heb ik de brokken chocolade samen met het Kind opgepeuzeld. Het was niet écht lekker.
Zojuist kocht ik voor een paar cent bij het Kruidvat drie paashaasjes. Ze zijn ook van chocolade, maar ze hebben een jasje van bedrukt zilverpapier aan. Ik heb ze in de kast gezet op de plaats van de kip. Het ziet er beroerd uit. De Bruinoogjes kijken net zo gemeen, nee gemener. Ze lachen me sardonisch toe. Die zijn geen lang leven beschoren, beslist niet…
© paul