Ondanks het feit dat het Ministerie nagenoeg elke dag publiceert blijft er toch van alles liggen. De ervaring heeft geleerd dat het onmogelijk is om elke ontmoeting met eten en drinken te beschrijven. De tijd is eenvoudigweg niet toereikend en soms ontbreekt het aan zin of moed.
Zo moeten we nog schrijven over Julia en de fazanten, over de pensen in Frankrijk,over een kunstzinnige poepmachine, over een stuk of drie, vier kookboeken, over hanenkloten en over Trapistenbier. Ook liggen er nog een stuk of wat krantenberichtjes waar wel een en ander over te zeggen valt. Enfin…, we laten ons aan de andere kant ook weer niet opjagen, het moet leuk blijven.
Zaterdag bezocht Ellen de biologische varkensboeren en dat was hard nodig. Marleen zat verlegen om varkenshaas en op het Ministerie waren karbonades op. Diezelfde avond lag, tot mijn grote tevredenheid, een deel van de nieuwe aanschaf al te pruttelen in de pan.
Een receptbeschrijving zit er even niet in maar in grote lijnen komt het er op neer dat de karbonaatjes werden aangebakken. Zo ook een uitje en een teentje knoflook. Tomaatje erbij en daarna een glas witte wijn en een beetje bouillon. Toen het vlees zo goed als gaar was ging er een scheut room bij het vocht. De mooie rood-bruine kleur werd verkregen door de toevoeging van een kneepje tomatenpuré uit de tube. Het gerecht werd afgemaakt met de laatste restjes platte peterselie uit de tuin.
De zondag was pizza-dag en op maandag bleef het bij stevige groentesoep en brood. Ellen is even uit de running, de komende dagen zal ik moeten koken. Dat komt me wel uit. Ik heb er tegen de ochtend een sessie van negen nachten opzitten en verheug me op een paar vrije dagen thuis.
Waar we het aan te danken hebben weet ik niet, maar gisteren bezochten maar liefst 1200 mensen het Ministerie. Dat is verbazingwekkend veel voor één etmaal. Waar gaat dat toch in godsnaam heen? En waar houdt het op?
© paul